Jaarverslag

Programmaverantwoording

1 | Opgroeien in Epe

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen onderwijs en jeugd in brede zin. Het laatste betreft welzijnsaspecten zoals peuterspeelzaalwerk, voor- en vroegschoolse educatie, jeugd- en jongerenwerk, jeugdgezondheidszorg. 

De voorzieningen gericht op de jeugd maken ook deel uit van het basisaanbod aan voorzieningen waar in programma 2 “Actief in Epe” aandacht aan wordt gegeven. Er bestaat een relatie met de programma’s 3 “Zorg en opvang” (jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning) en 4 “Leefbaar en veilig” (integrale veiligheid: thema “Jeugd en veiligheid”).

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2019 2020 2021 2022
Verwijzingen Halt 9 14 4 -
Het aantal  verwijzingen naar Halt, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 12-17 jaar.
Kinderen in uitkeringsgezin 4% 4% 3% -
Het percentage kinderen tot 18 jaar dat in een gezin leeft dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen.
Voortijdige schoolverlaters (vo+mbo) 2,1% 1,6% 1,6% -
Het percentage van het totaal aantal leerlingen (12-23 jaar) dat voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat.
Absoluut verzuim 1,9 1,8 2,5 -
Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 5-18 jaar.
Relatief verzuim 28 28 17 -
Het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is, per 1.000 leerlingen.
Jongeren met jeugdhulp 10,6% 10,0% 11,8% 10,2%
Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzicht van alle jongeren tot 18 jaar (tweede helft van het genoemde jaar).
Jongeren met jeugdbescherming 1,1% 1,1% 1,3% 1,0%
Het percentage jongeren tot 18 jaar met een jeugdbeschermingsmaatregel ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar (tweede helft van het genoemde jaar).
Jongeren met jeugdreclassering 0,2% 0,2% 0,2% -
Het percentage jongeren (12-22 jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van alle jongeren (12-22 jaar) (tweede helft van het genoemde jaar).
Jongeren met een delict voor de rechter 1% 1% - -
Het percentage jongeren (12-21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen.
Vanuit de verplichte bron van deze indicator zijn niet bij alle indicatoren recentere data beschikbaar.

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Onderwijs   Portefeuillehouder: M.B. Heere
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Uitvoeren van de Lokaal Educatieve Jeugd Agenda. Ja De LEJA bijeenkomsten hebben tijdelijk niet plaats gevonden. Deze bijeenkomsten gaan over in een andere structuur.
2. Uitgevoerd Onderwijs Achterstanden Beleid (OAB) 2019-2022. Ja Het activiteitenprogramma 2022 is uitgevoerd. Het is onderdeel van het beleidsplan OAB 2019-2022. Jaarlijks wordt er een activiteitenprogramma opgesteld waar de acties voor dat jaar in beschreven worden. Veel acties hebben een langere doorlooptijd en gaan ook in 2023 nog verder.
3. Uitwerken Actiekader Onderwijs en Koers duurzame kindvoorzieningen. Ja

Het uitwerken van het actiekader en Koersnota duurzame kindvoorzieningen is een continue proces. Wegens corona zijn de te ontwikkelen projecten stil komen te liggen. Na het opengaan van de scholen is de nadruk komen te liggen op projecten van het Nationaal Programma Onderwijs. Het project nieuwbouw scholen Epe zuidwest is opgenomen in het IHP. Vanaf het voorjaar 2023 zullen er nieuwe afspraken gemaakt worden om de projecten vorm te geven. 

4. Opstellen integraal huisvestingsplan (IHP) onderwijsvoorzieningen Ja

Het IHP is in 2022 opgesteld. De raad heeft het IHP in de vergadering van 23 februari 2023 vastgesteld.

Collegeprogramma 2018-2022:    
4. Een samen met schoolbesturen en besturen van voorschoolse en welzijnsinstellingen opgesteld plan voor toekomstbestendig onderwijs in de dorpen en de financiering daarvan. Ja Zie activiteit 3 en 4 hiervoor.

 

Jeugdzorg   Portefeuillehouder: C.M. de Waard-Oudesluijs
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Realiseren subsidieprogramma. Ja In 2022 is het subsidieproces doorlopen bij alle subsidiepartners die jeugd(zorg)voorzieningen bieden.
2. Uitvoeren jeugdgezondheidszorg. Ja De subsidies voor jeugdgezondheidszorg zijn verleend. Er is uitvoering gegeven aan het project Kansrijke Start.
3. Realiseren van de transformatie jeugdzorg. Ja

De uitvoeringsagenda 2022, behorend bij het beleidsplan Samen meer mogelijk maken, is uitgevoerd. Zo is er een onderzoek gedaan naar 18-/18+, worden residentiële verblijfsvoorzieningen omgebouwd naar kleinschalige verblijfsvormen, zijn de optimalisatiemaatregelen behorende bij de raamovereenkomst verder uitgewerkt en is er uitvoering gegeven aan de Gelderse Verbeteragenda. De effectencalculator is ingezet om De Nieuwe Route (waarbij inwoners zelf een plan maken en regie houden) tussentijds te evalueren. Het borgen van De Nieuwe Route in het CJG gebeurt in 2023.

 

Welzijnswerk jeugd en jongeren   Portefeuillehouder: M.B. Heere
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Realiseren subsidieprogramma. Ja De subsidie voor jongerenwerk is verleend.

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2022 Begroting 2022 na wijziging Werkelijk 2022 Verschil 2022
Lasten 15.933 16.083 14.837 1.246
Baten 602 602 1.207 605
Saldo -15.331 -15.481 -13.630 1.851

2 | Actief in Epe

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen welzijn (o.a. sociaal cultureel werk incl. ouderen- en minderhedenwerk, opbouwwerk, vrijwilligerswerk), sport en cultuur (o.a. bibliotheek, kunstzinnige vorming, amateuristische kunstbeoefening). Daarnaast valt ook het onderwerp accommodaties op de voornoemde terreinen onder dit programma.

De onderwerpen welzijn, sport en cultuur vormen de kern voor het te realiseren basisaanbod aan voorzieningen zoals opgenomen in het lokaal sociaal beleid. De voorzieningen gericht op jeugd
(0–18 jaar) vallen binnen programma 1 “Opgroeien in Epe”.

Dit programma draagt in belangrijke mate bij aan de leefbaarheid in de dorpen en wijken (inzet van voorzieningen, aandacht voor ontmoeting, tegengaan overlast en criminaliteit, kwaliteit van de woonomgeving). Er bestaat een relatie hierbij met de programma’s 3 “Zorg en opvang” (maatschappelijke ondersteuning), 4 “Leefbaar en veilig” (veilige leefomgeving) en 6 “Epe op orde (openbare ruimte).

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2016 2020
Niet-wekelijkse sporters 47,6% 51,1%
Het percentage inwoners dat niet wekelijks sport ten opzichte van het totaal aantal inwoners.
Vanuit de verplichte bron van deze indicator zijn niet bij alle indicatoren recentere data beschikbaar.

Wat willen we bereiken

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken

Strategische doelen:

  1. Het vergroten van maatschappelijke participatie van inwoners.
  2. Realiseren van een evenwichtig over de kernen gespreide sociale infrastructuur met activiteiten, voorzieningen en accommodaties.

 

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Welzijn   Portefeuillehouder: C.M. de Waard-Oudesluijs
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Realiseren subsidieprogramma. Ja De subsidies voor onder andere gebiedsgericht werk, sociaal werk en buurthuizen zijn verleend.
2. Herijken van het subsidiebeleid. Ja Het herijkte subsidiebeleid is vastgesteld door de gemeenteraad. Vanaf 2023 kunnen aanvragen voor het subsidiejaar 2024 volgens het herijkte beleid worden ingediend.
3. Afronden project Accommodaties II. Ja De renovatie van het wijkgebouw Triton is afgerond en wijkvereniging Oosterhof is hierin gehuisvest.
Collegeprogramma 2018-2022:
4. Een opgesteld integraal toekomstgericht plan voor accommodaties per dorp voor onder meer welzijn, cultuur en sport. Ja Het plan is in 2022 opgesteld. Als gevolg van de coronacrisis in combinatie met de noodzaak een zorgvuldig participatieproces te lopen is later begonnen met het opstellen van het plan. De raad heeft op 23 februari 2023 het plan vastgesteld. 
5. Er is gestart met de uitwerking van het plan. Nee Na vaststelling van het plan (zie punt 4) start de uitwerking vanaf maart 2023.

 

Sport en cultuur   Portefeuillehouders:
C.M. de Waard-Oudesluijs/M.B. Heere
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Realiseren subsidieprogramma. Ja De subsidies zijn verleend.
2. Uitvoeren beleid kunst en cultuur. Ja Activiteiten uit het uitvoeringsplan "De Kracht van cultuur" zijn uitgevoerd o.a.: een convenant Kunst en Cultuureducatie voor het onderwijs, start met Meer Muziek in de Klas.
3. Bevorderen sportparticipatie. Ja Activiteiten uit het uitvoeringsplan Sport- en Beweegplan Epe 2020-2024 zijn uitgevoerd, zoals het organiseren van een sportcafé, organiseren van bijeenkomsten voor verenigingen waarbij bepaalde thema's (zoals sportsubsidies) worden behandeld, start met het opzetten van een plan voor bewegen in de openbare ruimte, het doen van een efficiency onderzoek bij de Koekoek, inzicht krijgen in het sport- en beweeggedrag van inwoners.
4. Inzet van functies buurtsportcoaches en cultuurmakelaar. Ja Het jaarplan is uitgevoerd. 
Collegeprogramma 2018-2022:    
5. De stimuleringsregeling jeugd is geïmplementeerd. Ja De regeling is geïmplementeerd en verlengd t/m dec 2021 om de negatieve gevolgen van corona tegen te gaan. De evaluatie heeft in het 1e kwartaal van 2022 plaats gevonden.  Uit de evaluatie is gebleken dat de subsidieregeling niet het gewenste bereik en onvoldoende het gewenste doel heeft behaald. De raad is met een informatienota geïnformeerd over de uitkomsten.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2022 Begroting 2022 na wijziging Werkelijk 2022 Verschil 2022
Lasten 4.256 4.236 4.842 -606
Baten 525 525 428 -97
Saldo -3.732 -3.712 -4.414 -702

3 | Zorg en opvang

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen gezondheids-, verslavings- en ouderenzorg. Tevens valt hieronder het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking en het bieden van maatschappelijke opvang (prestatievelden in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning), het algemeen maatschappelijk werk en integratie/inburgering van nieuwkomers/oudkomers.

Het programma richt zich met name op groepen inwoners uit de samenleving die kwetsbaar zijn als gevolg van verschillende soorten van achterstand (lokaal sociaal beleid). Kernbegrippen zijn daarbij bevorderen zelfredzaamheid en participatie. Er bestaat een relatie met de programma’s 2 “Actief in Epe” (welzijnsvoorzieningen), 4 “Leefbaar en veilig” (leefbaarheid) en 10 “Weer aan het werk” (bevordering arbeidsparticipatie).

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2019 2020 2021 2022
Wmo-cliënten met een maatwerk-arrangement per 10.000 inwoners. 480 570 530 480
Een maatwerkarrangement  is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo.

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Maatschappelijke Zorg   Portefeuillehouders: C.M. de Waard-Oudesluis
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
 1. Uitvoeren gemeentelijk gezondheidsbeleid. Ja Het gezondheidsbeleid is uitgevoerd door de GGD. Er is meer druk op de GGD gekomen door de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne. Ook heeft de GGD het programma GGD Robuust gestart om de organisatie wendbaarder te maken, ook bij crises. Dit kan opgevangen worden, waarvoor begrotingswijzigingen zijn ingediend bij de gemeenteraad. In de gemeente is het Lokaal Preventie Akkoord uitgevoerd.
 2. Realiseren van de transformatie WMO. Ja

Het actieprogramma voortkomend uit het integraal beleidsplan sociaal domein 2019 – 2022 is uitgevoerd. Er is gewerkt aan het verbeteren van de regionale contractering. Het cliëntervaringsonderzoek is uitgevoerd en er is een plan opgesteld voor vernieuwing van het cliëntervaringsonderzoek, gericht op continu meten. Er is gewerkt aan de transformatie van beschermd wonen naar beschermd thuis, onder andere door middel van een convenant en een nieuw inkoopproces. Welzijn op recept is in 2022 uitgebreid en beschikbaar in de hele gemeente. De ombuigvoorstellen vanuit ‘grip op zorg’ zijn uitgevoerd en er is gestart met een evaluatie.

 3. Ondersteunen initiatieven sociale agenda. Ja De transformatieregeling is uitgevoerd. Daarmee is onder andere pilot Zlimsamen (valpreventie) en de implementatie van de Nieuwe Route (waarbij inwoners zelf een plan maken en regie houden) als werkwijze bij de toegang gefinancierd.
 4. Instandhouden vervoersysteem basismobiliteit (PlusOV). Ja In zijn algemeenheid is de kwaliteit van het vervoer goed, is PlusOV goed bereikbaar en worden klachten binnen de termijnen afgehandeld. Als gevolg van een tekort aan chauffeurs bij de vervoerders (landelijk arbeidsmarktprobleem) stond en staat de beschikbaarheid van chauffeurs echter wel onder druk. Samen met PlusOV en de vervoerders zijn en worden diverse acties ondernomen om dit probleem op te lossen. Daarnaast is er voor het vraagafhankelijk vervoer sprake van een (mogelijk tijdelijke) vervoersdaling als gevolg van de coronacrisis.
 5. Realiseren subsidieprogramma. Nee De subsidies, onder andere voor maatschappelijk werk en cliëntondersteuning, zijn verleend.
Collegeprogramma 2018-2022:
 6. Er zijn nieuwe algemene voorzieningen gerealiseerd in samenwerking met maatschappelijke partners. Ja De pilot buurtpunten om dagbesteding door te ontwikkelen naar een algemene voorziening is structureel voortgezet als algemene voorziening. Daarnaast is in oktober 2021 de pilot Steuntje in de Rug gestart. De pilot biedt inwoners van Epe een laagdrempelige vorm van individuele begeleiding aan die erop is gericht om inwoners met een lichte hulpvraag te ondersteunen om beter te participeren aan de samenleving. De pilot loopt tot en met 31 december 2023.
7. Instandhouden van een divers aanbod van (preventieve) activiteiten betreffende vrijwillige hulp- en dienstverlening. Ja Er zijn subsidies verstrekt aan vrijwilligersorganisaties.
 8. Instandhouden van een laagdrempelig steunpunt voor mantelzorgers. Ja Het steunpunt voor mantelzorgers functioneert naar behoren en er is ingezet op communicatie. Er is subsidie verstrekt.
9. De toegang naar zorg en ondersteuning is verbeterd door een intensievere samenwerking van betrokken partijen. Ja In 2022 zijn we gestart met een onderzoek voor versterken van de vindbaarheid van cliëntondersteuning. Deze wordt in 2024 afgerond. Daarnaast is er gezamenlijk met Movisie een traject toegangsscan doorlopen en is er een onderzoek 18-/18+ uitgevoerd. De uitkomsten hiervan, zoals een integraal casusoverleg en inzet van een toekomstplan, zijn verwerkt in het nieuwe integrale beleidsplan sociaal domein en het bijbehorende uitvoeringsprogramma.
10. Een geactualiseerde aanpak gericht op de integratie van statushouders/nieuwkomers en hun kinderen. Ja

De nieuwe Wet inburgering is uitgevoerd, waarbij de gemeente Apeldoorn en Lucrato in samenwerking met Vluchtelingenwerk en Koppel-Swoe de begeleiding van inburgeraars verzorgen. Ook is er gewerkt aan de opvang van ontheemden uit Oekraïne.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2022 Begroting 2022 na wijziging Werkelijk 2022 Verschil 2022
Lasten 11.752 12.130 12.525 -395
Baten 382 382 5.071 4.689
Saldo -11.370 -11.748 -7.454 4.294

4 | Leefbaar en veilig

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen brandweer, politie, criminaliteit en overlast, crisisbeheersing/ rampenbestrijding, leefbare en veilige leefomgeving. Het programma geeft invulling aan de brede begrippen van leefbaar en veiligheid. Het onderwerp integrale veiligheid valt ook onder dit programma. Er bestaat een relatie met de programma’s 1 “Opgroeien in Epe”, 2 “Actief in Epe”, 3 “Zorg en Opvang” en 6 “Epe op orde”. Verder is er een relatie met programma 8 “Toezicht en handhaving”. Daar vindt de uitvoering plaats van de diverse leefbaarheids- en veiligheidsaspecten.

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2019 2020 2021 2022
Winkeldiefstal 0,8 0,8 0,8 1,2
Het aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners.
Geweldsmisdrijven 2,6 2,7 2,6 2,9
Het aantal geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners.
Diefstal uit woningen 1,8 1,7 1,1 1,1
Het aantal diefstallen uit woningen per 1.000 inwoners.
Vernieling en beschadiging 3,2 5,0 4,1 4,5
Het aantal vernielingen en beschadigingen per 1.000 inwoners.

Wat willen we bereiken

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken

Strategische doelen:

  1. Bevorderen van een leefbare en veilige woon- en leefomgeving.
  2. Bevorderen van bijdragen van bewoners aan de leefbaarheid in de kernen en wijken.
  3. Bevorderen van een goede, geoefende organisatie die snel en adequaat kan optreden bij een calamiteit of ramp

 

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Veiligheid   Portefeuillehouder: T.C.M. Horn
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Bevorderen kwaliteit basisbrandweerzorg. Ja Het prestatiecontract /afspraken met de VNOG is/zijn uitgevoerd. Vanuit de gemeente is een start gemaakt met het op orde brengen van de brandweerbluswatervoorzieningen wat in 2023 verder zijn beslag zal krijgen.
2. Uitvoeren integraal veiligheidsbeleid Ja Het jaarlijkse Integraal Veiligheidplan is i.s.m. de driehoek Veluwe-Noord en het regionale WIV (Werkgroep integrale Veiligheid) jaarlijks opgesteld en uitgevoerd. In 2022 zijn nieuwe impulsen gegeven aan de lokale ondermijningstafel waar casuïstiek wordt besproken.
3. Verbeteren crisisbeheersing en rampenbestrijding. Ja Het jaarplan is uitgewerkt. Inhoudelijk is er afgelopen jaar aandacht geweest voor natuurbranden in de buitengebieden; dat zetten we voort in 2023. 
4. Uitvoeren lokaal plan van aanpak ondermijning. Ja Het jaarplan is uitgewerkt. Lopende casuïstiek in het kader van ondermijning is besproken met politie, RIEC en belastingdienst, conform de geldende regelgevingen.

 

Leefbaarheid   Portefeuillehouder: M. Kerkmans
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
Collegeprogramma 2018-2022:
1. De werkwijze van de gemeentelijke organisatie is afgestemd op het gebiedsgericht werken. Nee De uitwerking van de aanbevelingen uit de evaluatie van de werkwijze gebiedsgericht werken krijgen verder een plek in het plan voor de organisatieontwikkeling.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2022 Begroting 2022 na wijziging Werkelijk 2022 Verschil 2022
Lasten 2.741 2.667 2.610 57
Baten 2 47 116 69
Saldo -2.739 -2.619 -2.493 126

5 | Ruimte en Wonen

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen ruimtelijke ordening, grond- en woningexploitatie, bouw- en woningtoezicht en volkshuisvesting. Het onderdeel bouw- en woningtoezicht heeft een uitvoerend karakter. De activiteiten voor woningexploitatie zijn erg beperkt.

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2019 2020 2021 2022
Nieuwbouwwoningen 18,4 4,9 5,2 1,6
Het aantal nieuwbouwwoningen, per 1.000 woningen.

Wat willen we bereiken

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken

Strategische doelen:

  1. Bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit om een goed woon-, werk- en leefklimaat te ondersteunen.
  2. Bevorderen van een diversiteit aan woonaanbod om de leefbaarheid in de dorpen op peil te houden voor jong en oud.
  3. Behouden van het in de gemeente aanwezige cultuur- en natuurhistorisch erfgoed. 
  4. Beheerste en duurzame ontwikkeling van het buitengebied.

 

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Ruimtelijke ontwikkeling   Portefeuillehouder: M. Kerkmans
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
 1. Ontwikkeling woningbouwplannen conform woonvisie Ja Voor diverse projecten is de planvorming afgerond, zoals Oosterhof-Zuid en Sprenghenparc, ’t Slath. Daarnaast diverse sociale- en transformatielocaties zoals Hoge Weerd, Suikerbrink, vm ABN- en TNT-locatie en de Dekamarktlocatie in Vaassen. De wijk Klaarbeek is nagenoeg gerealiseerd.
 2. Opstellen bestemmingsplan VFP in Vaassen. Nee Het initiatief voor de verdere planvorming ligt bij VFP. Deze heeft nog geen initiatief genomen. 
 2. Uitvoeren Regionale Omgevingsagenda. Ja Zie activiteiten 7 en 8 hierna.
 4. Invoeren Omgevingswet. Nee De omgevingsvisie is vastgesteld. De voorbereidingen voor de implementatie van de Omgevingswet lopen volgens planning zoals aansluiten bij het digitale stelsel en het opstellen van omgevingsplan. Het voorstel voor het bepalen van de rol en verantwoordelijkheid van de raad in de uitvoering van de Omgevingswet komt in 2023 naar de raad. Dat is in de voortgangsrapportage vermeld.
Collegeprogramma 2018-2022:
 5. Er zijn op locaties innovatieve woonvormen gerealiseerd. Ja Het plan voor Sprenghenparc Vaassen is ontwikkeld. De raad heeft het bestemmingsplan vastgesteld.
 6. Van het centrumplan Vaassen zijn de fases 1 en 2 gerealiseerd (resp. oostelijk en westelijk deel centrum). Nee Fase 1 is afgerond. Fase 2 kan pas starten als de bouw van de Dekamarkt is afgerond. Start bouw wordt binnenkort verwacht. 
 7. Van het centrumplan Vaassen is het ontwerpplan voor de nieuwe inrichting van het Ireneveld (fase 3) opgesteld. Nee Het ontwerpplan is gereed. Op basis van dit ontwerpplan wordt een ontwerp bestemmingsplan voorbereid. De activiteit betreft    het verplaatsen van de evenementen van het Ireneveld en het realiseren van een TOP (toeristisch overstap punt). Besluitvorming vindt naar verwachting plaats in 2023. 
8. De industrieterreinen in gemeente Epe zijn voldoende groot om aan de bestaande lokale behoefte te kunnen voldoen. Nee Industrieterrein Eekterveld IV in Vaassen is in ontwikkeling. Het ontwerpbestemmingsplan is in voorbereiding en komt in 2023 naar de gemeenteraad. 

 

Wonen   Portefeuillehouder: M. Kerkmans
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Uitwerken woonvisie. Ja De woonagenda is in voorbereiding. In 2022 is de woonopgave sterk verhoogd. De agenda is erop gericht om bij te dragen om de bouw van voldoende woningen in onze gemeente te realiseren met de mogelijkheden van versnelling. Bij de actualisatie van de woonagenda worden de eerdere moties en amendementen over dit onderwerp meegenomen. Vaststelling volgt in 2023. 
2. Invoeren regeling Stimuleringsregeling “Toekomstbestendig en duurzaam wonen” Ja De regeling is ingevoerd. De verordening hierbij is door de gemeenteraad vastgesteld. 
Collegeprogramma 2018-2022:
3. Met initiatiefnemers, corporaties en zorginstellingen zijn afspraken gemaakt om te bereiken dat de juiste woningen toegevoegd worden op de goede plek en voor de juiste doelgroep. Ja Bij initiatieven worden over het toevoegen van woningen afspraken gemaakt via de prestatieafspraken met woningbouwcorporaties en anterieure overeenkomsten.

 

Ruimte overig   Portefeuillehouders: M. Kerkmans/
C.M. de Waard-Oudesluijs
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Realiseren maatregelenplan cultuurhistorisch beleidskader. Nee Het beleidskader cultuurhistorie is samen met stakeholders verder ontwikkeld. Besluitvorming volgt in 2023. Het huidige uitvoeringsprogramma loopt af. Vanuit het vast te stellen beleidskader cultuurhistorie wordt een nieuw maatregelenplan voorbereid. 
Uitgevoerde acties zijn : actualisatie van de grafheuvelroute, Veluwe breed onderzoek naar de ontwikkeling van een grafheuvelcentrum, ontwikkeling van een belevingsroute rond de Emster beken.
2. Aanpassen gemeentelijk pand de Ossenstal. Ja De voorbereidingen zijn uitgevoerd. Besluitvorming heeft begin 2023 plaatsgevonden. Het pand de Ossenstal wordt in erfpacht en opstalrecht uitgegeven aan de huurder.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2022 Begroting 2022 na wijziging Werkelijk 2022 Verschil 2022
Lasten 4.248 4.375 8.799 -4.424
Baten 2.448 2.409 4.824 2.415
Saldo -1.800 -1.966 -3.974 -2.008

6 | Epe op orde

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen betreffende het beheer en onderhoud van dat deel van de openbare ruimte dat kan worden beschreven als de bovengrondse infrastructuur en toebehoren. 
Het gaat dan om de zorg dat de wegen en pleinen, woonstraten en -erven hun functie adequaat kunnen blijven vervullen.

Wat willen we bereiken

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken

Strategische doelen:

  1. Bevorderen van een leefomgeving (openbare ruimte) die schoon en heel is.
  2. Bevorderen van een duurzaam toegankelijk en aantrekkelijk openbaar gebied.

 

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Verkeer en vervoer   Portefeuillehouder: M. Kerkmans/A.H.M. van Loon
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Uitvoeren van wegenbeleidsplan. Ja Het regulier onderhoud is uitgevoerd conform planning en afspraken over kwaliteitsniveaus.
2. Actualiseren van wegenbeleidsplan. Nee Het wegenbeleidsplan wordt in 2023 opgenomen in een integrale visie op het beheer van de openbare ruimte. Voor de wegen zal daarna een uitvoeringsplan worden opgesteld.
 3. Uitvoeren van beleidsplan civiele kunstwerken (bruggen). Ja Bruggen zijn volgens vastgesteld beleid beheerd en onderhouden.
 4. Actualiseren gemeentelijk verkeers- en vervoersplan. Ja Het gemeentelijk mobiliteitsplan is door de raad vastgesteld.
 5. Er is een besluit genomen (regionaal/lokaal) over de aanleg van een veiligere en snelle fietsroute Epe-Apeldoorn. Ja De raad heeft besloten in te stemmen met het voorlopig ontwerp en hiervoor een value engineering uit te voeren. De raad van Apeldoorn heeft besloten een veilige en snelle fietsroute met een lagere ambitie uit te voeren. Hierdoor heeft het project de provinciale status verloren en hebben beide gemeenten de lead in de verdere ontwikkeling van de fietsroute.
Collegeprogramma 2018-2022:
6. Een opgesteld plan voor een aantrekkelijke inrichting van de dorpsentrees met een uitvoeringsprogramma. Nee Nu de Omgevingsvisie is vastgesteld kan dit plan opgesteld worden.
7. Actualiseren van het uitvoeringsprogramma wegen getoetst op veilig, comfortabel, toegankelijk en passend voor het gebruik. Nee Na de vaststelling van het Mobiliteitsplan is gestart met het opstellen van een concept-uitvoeringsprogramma. Vervolg vindt plaats in 2023.
8. Continueren van het duurzaam en veilig inrichten van gebieden. Ja Vooruitlopend op het uitvoeringsprogramma van punt 7 is gewerkt aan de herinrichting kruisingen en groot onderhoud aan de Stationsstraat/St Jorisweg/Hardersbrink/Kuipersweg.
9. Knelpunten voor fietsers in dorpen en buitengebied zijn in beeld en worden fasegewijs aangepast. Nee Na vaststelling van het uitvoeringsprogramma (in 2023) kunnen de werkzaamheden worden gepland. 
10. Een opgesteld meerjarenprogramma om (recreatieve) fietspaden kwalitatief te verbeteren. Nee Na vaststelling van het uitvoeringsprogramma (in 2023) kunnen de werkzaamheden worden gepland. 
11. OV-haltes zijn voorzien van goede voorzieningen voor fietsers zoals een stalling. Nee Na vaststelling van het uitvoeringsprogramma (in 2023) kunnen de werkzaamheden worden gepland. 
12. Een ontwikkelde aanpak om fietsgebruik te stimuleren. Nee Na vaststelling van het uitvoeringsprogramma (in 2023) kunnen de werkzaamheden worden gepland. 

 

Beheer openbare ruimte   Portefeuillehouder: A.H.M. van Loon
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Onderhoud Openbare Ruimte. Ja Diverse aannemers hebben in opdracht van gemeente Epe onderhoud uitgevoerd aan de openbare ruimte conform de prestatieafspraken. De resultaten zijn conform afspraken: onderhoudsniveau basis.
2. Actualiseren bomenbeleidsplan. Nee Door gewijzigde inzichten rondom klimaatadaptatie en biodiversiteit is het concept-bomenbeleidsplan niet geactualiseerd.
3. Realiseren natuurbegraafplaats. Nee Het wijzigen van het bestemmingsplan is afhankelijk van het initiatief van landgoed Welna.
4. Actualiseren beleidsplan begraafplaatsen. Nee Door beperkte capaciteit is de voorbereiding van het conceptbeleidsplan vertraagd. 
5. Realiseren gebiedsdekkende routes knooppuntensysteem. Ja Het bestaande ruiterroutesysteem is geactualiseerd en aangesloten op het Veluwe brede routesysteem. Een Veluwe breed wandelnetwerk wordt voorbereid.
Collegeprogramma 2018-2022:
6. Opgesteld uitvoeringsprogramma met maatregelen in de openbare ruimte die inspelen op de gevolgen van klimaatverandering. Ja In samenwerking met de Regiogemeenten is het Regionaal Adaptieplan ontwikkeld en vastgesteld. Uitwerking vindt onder andere plaats via projecten uit het Watertakenplan.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2022 Begroting 2022 na wijziging Werkelijk 2022 Verschil 2022
Lasten 6.941 6.864 7.204 -340
Baten 1.165 1.165 1.430 265
Saldo -5.776 -5.699 -5.774 -75

7 | Duurzaamheid

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de zorg voor het milieu. De belangrijkste onderwerpen uit het programma zijn milieu, afvalverwijdering en de afvoer van (overtollig) regenwater en afvalwater.

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken

 

Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2017 2018 2019 2020
Huishoudelijk restafval 183 177 170 156
De hoeveelheid restafval per inwoner per jaar (kg).
Hernieuwbare elektriciteit 2,4% 4,0% 5,6% 8,1%
Hernieuwbare elektriciteit is elektriciteit die is opgewekt uit wind, waterkracht, zon of biomassa.
Vanuit de verplichte bron van deze indicator zijn niet bij alle indicatoren recentere data beschikbaar.

Wat willen we bereiken

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken

Strategische doelen:

  1. Bevorderen van een duurzame en gezonde ontwikkeling van de leefomgeving voor nu en toekomstige generaties.
  2. Stimuleren lokale initiatieven voor duurzaamheidsontwikkeling.

 

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Milieu algemeen   Portefeuillehouder: A.H.M. van Loon/M.B. Heere
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Uitwerken Gemeentelijk Watertakenplan. Ja Het reguliere onderhoud en beheer heeft plaatsgevonden volgens het uitvoeringsprogramma. Diverse projecten voor vervanging van riolering en het aanleggen van bergings- en infiltratie gebieden zijn in voorbereiding en uitvoering.
2. Realiseren gemeentelijke afspraken in Gelders Energieakkoord. Ja In het Gelders Energieakkoord hebben de Gelderse gemeenten vastgelegd de taken vanuit het Klimaatakkoord nader uit te werken. Deze uitwerking heeft de raad vastgelegd in de Transitievisie Energie en Warmte (TVEW).
Collegeprogramma 2018-2022:
3. Er is een op de doelgroep passende mix van maatregelen beschikbaar om duurzaamheidsinitiatieven uit de samenleving te ondersteunen. Ja In het gemeentelijk energie en warmtebeleid zetten we in op een aanpak van doelgroepen. In globale zin zijn dit particulieren, bedrijven, maatschappelijke organisaties. Voor particulieren is de Toekomstig Bestendig Wonen lening ingevoerd, hebben we een aanpak ontwikkeld voor energiearmoede en zijn we met bedrijven verder gegaan in de aanpak duurzame bedrijventerreinen.
4. Inwoners en bedrijven zijn geïnformeerd en bewust gemaakt van het treffen van energiebesparende maatregelen. Ja In onze doelgroepenaanpak heeft energiebesparing een belangrijke rol. We voeren hier in samenwerking met het Regionaal Energieloket jaarlijks een actieprogramma voor inwoners uit. Daarnaast werken we met een energieadviseur en energiecoaches voor individueel en collectief advies aan inwoners voor energiebesparende maatregelen aan en in de woning.
5. Het uitvoeringsprogramma Agenda Cleantechregio 2019-2023 is uitgewerkt. Ja De in het uitvoeringsprogramma opgenomen projecten, als de aanpak duurzaam bedrijventerrein Eekterveld in Vaassen, zijn uitgevoerd.
6. Visie op energietransitie is opgesteld met bijbehorend uitvoeringsprogramma en benodigd budget. Ja De raad heeft de Transitievisie Energie en Warmte vastgesteld met een bijbehorend globaal uitvoeringsprogramma. In de begroting is hiervoor budget geregeld; dit wordt gedekt uit de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor de uitvoering van het klimaatakkoord.

 

Grondstoffeninzameling en verwerking   Portefeuillehouder: A.H.M. van Loon
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Realiseren grondstoffeninzameling en -verwerking. Ja Werkzaamheden zijn uitgevoerd conform afspraken in beleid en dienstverleningsovereenkomst (DVO) met Circulus.
2. Implementeren van werkwijze inzamelen van grondstoffen. Ja Het jaarplan voor implementeren voor het inzamelen van grondstoffen is uitgevoerd. Het betreft onder meer de invoering van een prijsprikkel (diftar).

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2022 Begroting 2022 na wijziging Werkelijk 2022 Verschil 2022
Lasten 7.551 7.697 7.746 -49
Baten 7.691 7.691 7.598 -93
Saldo 140 -6 -148 -142

8 | Toezicht en handhaving

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen vergunningverlening, controle op uitvoering en handhaving van wet- en regelgeving en de algemene plaatselijke verordening. Er bestaat een relatie met programma 4 “Leefbaar en veilig”.

 

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Vergunningverlening/handhaving   Portefeuillehouder: A.H.M. van Loon
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Uitwerken handhavingskader Ja Op basis van het handhavingsbeleid heeft het college het handhavinguitvoeringsprogramma 2022 (HUP) vastgesteld. Dat programma is uitgevoerd.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2022 Begroting 2022 na wijziging Werkelijk 2022 Verschil 2022
Lasten 671 554 1.125 -571
Baten 111 111 52 -59
Saldo -559 -443 -1.072 -629

9 | Bedrijvigheid

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen lokale economie (waaronder werkgelegenheid, bedrijfsterreinen, agrarische aangelegenheden, recreatie en toerisme. De gemeentelijke rol is voorwaardenscheppend (vestigingsmogelijkheden voor bedrijven, goede ontsluiting en bereikbaarheid, goed beheer van de openbare ruimte) en faciliterend (informatievoorziening, dienstverlening). Er bestaat een relatie met programma 5 “Ruimte en wonen” (economische aspecten in planontwikkeling en bestemmingsplannen.

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2019 2020 2021 2022
Banen 673,2 678,7 697,6 -
Het aantal banen, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.
Vestigingen 144,4 149,8 155,2 -
Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.
Netto arbeidsparticipatie 67% 67% 70% 73%
Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de potentiële beroepsbevolking.
Functiemenging 48,4 48,1 48,5 -
De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen.
Vanuit de verplichte bron van deze indicator zijn niet bij alle indicatoren recentere data beschikbaar.

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Recreatie en toerisme   Portefeuillehouder: M.B. Heere
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Inzetten stimuleringsbudget recreatie en toerisme. Ja De Stichting Promotie Gemeente Epe (SPGE) heeft subsidie ontvangen. Via de uitvoering van een jaarplan is vormgegeven aan stimulering en promotie. Dit jaar is de online promotie verder versterkt. Ook zijn er nieuwe cursussen gastheer van het landschap georganiseerd voor recreatieondernemers. 
2. Uitwerken toeristisch profiel. Ja Het profiel is met verdere maatregelen op het gebied van promotie verder uitgewerkt
Collegeprogramma 2018-2022:
3. Faciliteren en stimuleren van organisaties en bedrijven in de uitvoering van het regionale programma Veluwe-op-1. Ja Er is een ontwerpplan opgesteld voor realisatie van een ontvangstlocatie voor recreatie en toerisme in Vaassen. Zie ook programma 5 bij ruimtelijke ontwikkeling (plannen voor Vaassen-centrum). Voor vitale vakantieparken zijn verschillende cursussen en kennisbijeenkomsten voor vakantieparkhouders georganiseerd. De Ontwikkelingsmaatschappij is ingezet voor investeringen ten behoeve van inponding en kwaliteitsverbetering op een vakantiepark in Epe.
Er zijn verschillende cursussen en kennisbijeenkomsten voor vakantieparkhouders georganiseerd rondom “Vitale vakantieparken.

 

Lokale/regionale economie   Portefeuillehouder: M.B. Heere
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
Collegeprogramma 2018-2022:
1. De behoefte en mogelijkheden naar realisatie van een  fysiek centrum van ondernemen (innovatieve broedplaats) worden onderzocht. Ja Er is een haalbaarheidsonderzoek opgezet en in uitvoering voor een Circulair Ambachts Centrum (CAC).
2. Er is een gemeentelijk ondersteuningsaanbod voor vrijwilligersorganisaties en verenigingen voor het organiseren van evenementen om de aantrekkelijkheid van de gemeente te bevorderen. Ja

In samenwerking met ondernemersverenigingen en bedrijvenkring is een actieplan opgesteld. Ondersteuning in het licht van de uitvoering van het actieplan vindt plaats door middel van samenwerking met Ondernemersverenigingen en Bedrijvenkring.

3. Uitvoering van het actieprogramma economische visie. Ja De activiteiten uit het actieprogramma zijn volgens plan in uitvoering.
4. Ondersteuning leveren aan de uitvoering van het actieprogramma van ondernemers gericht op vitale dorpscentra. Ja Er zijn bedrijveninvesteringszones (BIZ) voor ondernemers voorbereid in samenwerking met de Ondernemersverenigingen. Voor de kernen Epe en Vaassen zijn door de raad hiervoor de verordeningen vastgesteld. Dat geldt ook voor de BIZ voor het vastgoed in de kern Vaassen.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2022 Begroting 2022 na wijziging Werkelijk 2022 Verschil 2022
Lasten 1.144 850 1.010 -160
Baten 8 8 33 25
Saldo -1.136 -842 -977 -135

10 | Weer aan het werk

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen die samenhangen met de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand. De uitvoeringspraktijk is neergelegd in verordeningen. Er bestaat een relatie met programma 3 “Zorg en opvang” (bevorderen zelfredzaamheid).

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2018 2019 2020 2021
Bijstandsuitkeringen 232,4 225,9 287,4 222,1
Het aantal personen met een bijstandsuitkering, per 10.000 inwoners van 18 jaar en ouder (tweede helft van het genoemde jaar).
Lopende re-integratie-voorzieningen 50,3 124,9 130,7 -
Het aantal lopende re-integratie voorzieningen, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.
Jeugdwerkeloosheidspercentage 1% 2% 2% 1%
Het percentage werkeloze jongeren (16-22 jaar).
Vanuit de verplichte bron van deze indicator zijn niet bij alle indicatoren recentere data beschikbaar.

Wat willen we bereiken

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken

Strategische doelen:

  1. Vergroten van maatschappelijke participatie van mensen zonder werk.
  2. Verminderen van de schuldenproblematiek van Eper inwoners.
  3. Verminderen van armoede bij ouderen en gezinnen met een minimuminkomen.

 

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Arbeidsparticipatie   Portefeuillehouder: M.B. Heere
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Verhogen uitstroompercentage participatiewet (voormalig WWB, voormalig WSW en jonggehandicapten). Ja De doelstelling is vastgelegd in de prestatieafspraken 2022 en is behaald. Aandachtspunten waren: 30% leidt niet tot een uitkering (preventief), 15 statushouders stromen uit en stimulering op de parttime mogelijkheden.  
Resultaat: een totale daling van 24 uitkeringsdossiers; 37% preventie aan de poort; 20 statushouders begeleidt naar werk of opleiding; 7 inwoners met parttime inkomen.
2. Realiseren van de transformatie Participatiewet. Ja Door in te zetten op lokale en gebiedsgerichte dienstverlening kunnen meer inwoners waardevolle werkervaring dichtbij opdoen. Zo zijn er 80 werkervaringsplekken bij 13 verschillende organisaties in (en in de directe omgeving) van de gemeente Epe gecreëerd. Deze plekken zijn voor diverse doelgroepen toegankelijk. 

 

Inkomensondersteuning   Portefeuillehouder: M.B. Heere
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Financiële ondersteuning van vrijwilligersorganisaties (Stichting Leergeld, Formulierenteam en Voedselbank) die actief zijn voor huishoudens met een laag inkomen en/of schulden. Ja De subsidies zijn verstrekt. 
2. Versterken van schuldhulpverlening. Ja De dienstverlening van de schuldhulpverlening is extern belegd bij de Kredietbank Nederland. Er zijn afspraken gemaakt over de dienstverlening. De beleidsregels zijn vastgesteld en het is een continuerend proces om de kwaliteit van de dienstverlening zo hoog mogelijk te houden.
Collegeprogramma 2018-2022:
3. Instandhouden en versterken van de toegang van de gemeentelijke minimaregelingen: meedoenregeling, schoolfonds en het kindpakket. Ja De voorzieningen zijn instandgehouden. De doelgroep is uitgebreid tot 130% van het sociaal minimum, waarvoor een aangepaste verordening voor de meedoenregeling en het schoolfonds is vastgesteld door de gemeenteraad. Er is actief ingezet op communicatie.
4. Het realiseren van een gemeentelijk noodfonds voor ondersteuning van schrijnende situaties, die niet of onvoldoende in aanmerking komen voor andere regelingen. Ja Het noodfonds is gerealiseerd via een subsidie en als pilot belegd bij stichting Present. 

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2022 Begroting 2022 na wijziging Werkelijk 2022 Verschil 2022
Lasten 15.317 15.459 16.519 -1.060
Baten 7.265 7.265 6.705 -561
Saldo -8.052 -8.193 -9.814 -1.622

11 | Bestuur en organisatie

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen algemeen bestuur, personeel, informatievoorziening, organisatie, financiën, huisvesting, juridische zaken, communicatie en andere bedrijfsmiddelen zoals post, repro en facilitaire zaken.

 

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2019 2020 2021 2022
Formatie 4,9 5,1 5,0 5,2
De toegestane formatie in fte van het ambtelijk apparaat, per 1.000 inwoners.
Bezetting 5 4,9 5 5
Het werkelijke aantal fte dat werkzaam is per 31 december, per 1.000 inwoners.
Apparaatskosten Begroot 292 295 291 360
Apparaatskosten (organisatiekosten) zijn de noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel, organisatie-, huisvestings-, materieel-, automatiseringskosten e.d. voor de uitvoering van de organisatorische taken, in verhouding tot het aantal inwoners.
Apparaatskosten Werkelijk * 282 280 321 369
Apparaatskosten (organisatiekosten) zijn de noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel, organisatie-, huisvestings-, materieel-, automatiseringskosten e.d. voor de uitvoering van de organisatorische taken, in verhouding tot het aantal inwoners.
Externe inhuur Begroot 0,6% 1,3% 2,3% 1,0%
Kosten van externe inhuur voor het uitvoeren van werkzaamheden in opdracht, door een private organisatie met winstoogmerk, door middel van het tegen betaling inzetten van personele capaciteit en deskundigheid zonder een arbeidsovereenkomst of aanstelling, in verhouding tot de totale personeelskosten.
Externe inhuur Werkelijk * 18,8% 20,3% 30,8% 35,8%
Kosten van externe inhuur voor het uitvoeren van werkzaamheden in opdracht, door een private organisatie met winstoogmerk, door middel van het tegen betaling inzetten van personele capaciteit en deskundigheid zonder een arbeidsovereenkomst of aanstelling, in verhouding tot de totale personeelskosten.
Demografische druk 84,5% 85,7% 85,3% 85,9%
De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar.
* In 2022 is er meer ingehuurd dan in de vorige jaren. We hebben in 2022 te maken gehad met een aantal factoren wat maakt dat de externe inhuur noodzakelijk was: 1. Krapte op de arbeidsmarkt wat maakt dat vacatures moeilijk in te vullen zijn. De doorlooptijd van vacatures is lang, waardoor er ingehuurd moet worden om het werk door te laten gaan. 2. Stijging in de klantvraag, wat opgevangen moet worden door tijdelijke medewerkers (inhuur). 3. Incidentele middelen voor tijdelijke taken, zorgt vaak voor tijdelijk opvulling door middel van inhuur. 4. Er was bij meerdere teams sprake van langdurige ziekte van medewerkers. Daarvoor moest personeel worden ingehuurd. Dit brengt aanzienlijk hogere kosten met zich mee.

Wat willen we bereiken

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken

Strategische doelen:

  1. Ontwikkelen van een klantgerichte organisatie die gericht is op een snelle, correcte en integere dienstverlening.
  2. Ontwikkelen van een op de samenleving gerichte organisatie die de dialoog aangaat met burgers en flexibel en slagvaardig inspeelt op ontwikkelingen en behoeftes.
  3. Ontwikkelen van een organisatie waarbij het resultaat voorop staat en alles draait om het willen bereiken van de afgesproken doelen met een efficiënte en rechtmatige inzet van middelen.

 

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan
Planning en Control   Portefeuillehouder: M.B. Heere
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Verbeteren planning en control cyclus. Ja Stappen zijn gezet ter verbetering van het ‘inzicht in de financiën’ voor het management en op het gebied van het budgethouderschap; werkwijzen zijn verbeterd door gebruik te maken van mogelijkheden in de applicatie ‘Pepperflow’; de begrotingscyclus is op alle niveaus geëvalueerd. Resultaten van interne controlewerkzaamheden hebben geleid tot verbeteringen binnen processen.
2. Uitvoeren jaarlijks onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van (delen van) programma’s en paragrafen en van (onderdelen van) de organisatie-eenheden. Ja Binnen de processen in de gemeentelijke organisatie zijn verbeteringen volgens de lean principes doorgevoerd. Dit is een continu proces bij het herontwerp van processen. Er is een onderzoek uitgevoerd naar dubbele betalingen en naar de verwerking van de btw over de afgelopen 5 jaar.
Resultaten van onderzoek dat is gedaan heeft geleid tot een verbeterplan voor de organisatie, gericht op verbetering van de dienstverlening.
3. Implementeren rechtmatigheidsverantwoording jaarrekening door college. Nee Implementatie is landelijk uitgesteld naar 2023. De acties die mogelijk waren ter voorbereiding op de implementatie, zijn zo veel mogelijk getroffen (o.a. opzet van een plan van aanpak voor doorontwikkeling van ‘control’ en besluitvorming door de raad over tolerantiegrenzen en ambitieniveau).
4. Ondersteunen samenleving bij de negatieve effecten als gevolg van de coronacrisis. Ja Uitvoering is gegeven aan het (in 2021) door de raad vastgestelde beleidskader herstel- en stimuleringsagenda coronacrisis en met regelmaat is de raad geïnformeerd over de voortgang.

 

Burger en bestuur   Portefeuillehouder: T.C.M. Horn / A.H.M. van Loon
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Opstellen participatieverordening Nee Er is gestart met het opstellen van een integrale visie op het gebied van dienstverlening, communicatie en participatie (de positie van de gemeente Epe in de samenleving) . Hieruit vloeit een uitvoeringsplan voort, waar het opstellen van een participatieverordening deel van uitmaakt. Zie ook punt 4 hierna.
Collegeprogramma 2018-2022:
2. Inwonerparticipatie is geborgd in de daarvoor in aanmerking komende werkprocessen. Nee Ook deze activiteit vloeit voort uit het uitvoeringsplan behorend bij de visie zoals bij punt 4 hierna beschreven.
3. De inzet van een actueel instrumentarium is geborgd in de organisatie Nee Het hiervoor op te stellen jaarplan komt voort uit de visie zoals bij punt 4 hierna beschreven. Vooruitlopend daarop wordt inmiddels met verschillende instrumenten in diverse pilots ervaring opgedaan, zoals bij het project statushouders, rondom het Uitwerkingskader Zon en Windenergie, de voorbereidingen van nieuwbouwplan ’t Slath en bij de visie op “Toekomstbestendige maatschappelijke accommodaties”.
4. Een gerealiseerd actieplan om verbinding tussen samenleving en gemeente te verstevigen. Nee Er is gewerkt aan een brede beleidsvisie, maar die is niet vastgesteld. In het verlengde hiervan leiden het nieuwe raadsakkoord en collegeprogramma nu tot het in 2023 opstellen van een visie op de positie van de gemeente in de samenleving. Hierbij wordt aangehaakt bij de verbeteragenda van de raad. Uit de visie volgt vervolgens een actie/uitvoeringsplan.
5. Het faciliteren van de uitwerking van de raadsagenda voor deze bestuursperiode. Ja In 2022 vonden gemeenteraadsverkiezingen plaats gevolgd door acties gericht op de vorming van een nieuw college. Het heeft geleid tot een raads- en coalitieakkoord dat voor de uitvoering vertaald is naar een collegeprogramma.

 

Organisatie   Portefeuillehouder: T.C.M. Horn
Activiteit programmabegroting  Uitgevoerd? Toelichting
1. Actualiseren van het informatiebeleid. Nee Gestart is met het actualiseren van het informatiebeleid. De afronding vindt plaats in 2023.
2. Uitwerken informatiebeleid. Ja Het jaarplan is uitgevoerd. Onder andere het project outsourcing ict-infrastructuur is afgerond.
3. Invullen gevolgen Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming. Ja De Data Protection Impact Assessments (dpia's) op alle mogelijke onderdelen volgens de wettelijke taken zijn uitgevoerd. En audits op relevante regelgeving is opgesteld evenals benodigd beleid en procesaanpassingen binnen eisen AVG. Wettelijke functionarissen zijn aangesteld. Besluitvorming gerealiseerd. Het verwerkingsregister is gemaakt en wordt onderhouden. De benodigde verwerkersovereenkomsten zijn gesloten, en worden onderhouden. Actief advies is ingericht.
4. Invoeren Wet Generieke Digitale Infrastructuur (WGDI). Ja Het project Digimelding is opgeleverd. Gegevensmanagement is in het kader van het informatiebeleid verder geprofessionaliseerd. 
5. Invoeren Wet Open Overheid (WOO). Ja De wet is ingevoerd en geïmplementeerd in onze werkprocessen. De rijksoverheid heeft publicatie van PLOOI (applicatie waarin alle overheidsdocumenten terecht dienen te komen), gewijzigd. Zodra PLOOI gereed is, pakken we dit op.
6. Actualiseren nota verbonden partijen. Ja Nota is geactualiseerd en is vastgesteld in de raad van 23 februari 2023.
Collegeprogramma 2018-2022:
7. Het programma voor organisatieontwikkeling is geïmplementeerd met als resultaat:
a. de medewerkers zijn getraind invulling te geven aan een ondernemende, op netwerken en samenwerking gerichte organisatie
b. de organisatie werkt procesmatig voor reguliere taken en projectmatig voor enkelvoudige opgaven
c. het gemeentehuis is toekomstbestendig
Ja

Het programma Sterk Werk is overgegaan in het organisatieontwikkelingstraject “Epe doet het (buiten)gewoon!”  

Diverse ontwikkelingen de afgelopen jaren waren aanleiding tot een herijking van de organisatieontwikkeling. Het anticiperen op de vraag en of de behoeftes van onze inwoners leiden ertoe dat de organisatie hierop moet inspelen en dat is een continu proces. Diverse acties zijn inmiddels in gang gezet. Een overkoepelend plan wordt nu gemaakt. Onderdeel hiervan zijn ook de visie op de positie van gemeente Epe in de samenleving (Dienstverlening, Communicatie en Participatie) en de acties voortvloeiend uit de verbeteragenda. 

Sterk Werk was de afgelopen jaren het antwoord van Epe op de veranderende vraag van de samenleving. Vanuit dit programma zijn de afgelopen jaren procesmatig werken ingevoerd en geprofessionaliseerd. Projectmatig werken is verder geprofessionaliseerd. Dit zijn werkwijzen die continu geëvalueerd en verbeterd worden. Het gemeentehuis is toekomstbestendig.

 

Dienstverlening   Portefeuillehouder: T.C.M. Horn
Activiteit programmabegroting  Uitgevoerd? Toelichting
1. Bewaren van documenten in een e-depot. Ja De verkenning is uitgevoerd. In de begroting zijn middelen opgenomen om in 2023 de realisatie van het e-depot vorm te geven door middel van samenwerking/samenvoeging van de streekarchieven Epe-Heerde-Hattem en Stichting NoordWest Veluwe.
Collegeprogramma 2018-2022
2. Een geactualiseerde visie op dienstverlening inclusief servicenormen is opgesteld. Nee De visie op de positie van gemeente Epe in de samenleving bevat ook het onderwerp dienstverlening en wordt in 2023 opgesteld. Zie ook punt 4 bij het onderdeel “Burger en bestuur”. De voorbereidingen zijn gestart voor het ontwikkelen van een dashboard dienstverlening. 
3. Een geactualiseerd implementatieplan KCC is opgesteld. Nee Dit volgt uit de visie zoals aangegeven in punt 2 hiervoor en in punt 4 bij het onderdeel “Burger en bestuur” hiervoor.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2022 Begroting 2022 na wijziging Werkelijk 2022 Verschil 2022
Lasten 3.579 3.646 4.227 -581
Baten 399 399 769 370
Saldo -3.180 -3.247 -3.458 -211

Paragrafen

1 | Lokale heffingen

1.3 Beleidsverantwoording

Terug naar navigatie - 1.3 Beleidsverantwoording

Algemeen
Tribuut belastingsamenwerking heeft de belastingen en WOZ uitgevoerd. Ook in 2022 hebben coronamaatregelen daarop impact gehad, maar minder dan in 2020 en 2021. Het uitbreken van de oorlog in Oekraïne heeft geleid tot vluchtelingen die hier onderdak hebben gevonden. In 2022 hebben deze vluchtelingen geen gemeentelijke belasting hoeven te betalen.
Hieronder staat per specifieke taak een korte verantwoording . In het overzicht algemene  dekkingsmiddelen in deel 3 van deze jaarstukken staan de bedragen van de geraamde en gerealiseerde opbrengsten.  

Wet waardering onroerende zaken
In februari zijn de WOZ-waarden bekend gemaakt. In 97% van de gevallen is geen bezwaar gemaakt tegen de waarde. De Waarderingskamer houdt toezicht en geeft een oordeel over de uitvoering.  Dat oordeel is in 2022 verbeterd van voldoende  naar goed. 

Onroerende-zaakbelastingen
Eigenaren van woningen en eigenaren en gebruikers van niet-woningen betalen deze belasting. De WOZ-waarde is de grondslag. Woongedeeltes binnen niet-woningen betalen geen OZB. De WOZ-waarden waren lager dan begroot, waardoor de opbrengst € 68.000 lager uitvalt.

Reinigingsheffingen
Waar mensen leven en werken ontstaat afval. Daar wil je vanaf. De gemeente zorgt daarvoor en dat kost geld. Inwoners en bedrijven betalen daarvoor reinigingsheffingen. Naast een vastrecht betalen mensen per keer dat ze de container aan de weg zetten of afval in de ondergrondse container stoppen.

Hieronder staat welke kosten de gemeente heeft gemaakt en welke inkomsten daar tegenover staan.  Op straat ligt zwerfafval en soms storten mensen hun afval illegaal. De gemeente ruimt dat op. Ook die kosten tellen mee.  Voor zwerfafval, papier en plastic ontvangt de gemeente geld. Dat staat onder 'baten taakvelden'. Voor de BTW over de inzameling van bedrijfsafval krijgen we geen geld uit het BTW compensatiefonds (BCF). Voor een deel van de ontvangen bijdragen geldt dat ook

De kosten vallen  € 215.000 lager uit dan begroot. De opbrengst is € 75.000 minder dan begroot. Bij elkaar zorgt dit ervoor dat we € 140.000 in de reserve afval storten. Die reserve gebruiken we om grote schokken in de tarieven te voorkomen.

bedragen x € 1.000

Kostendekkingsoverzicht reinigingsheffingen  
Lasten taakveld verkeer en vervoer incl. (omslag)rente 58
Lasten taakveld inkomensregelingen incl. (omslag)rente 11
Lasten taakveld afval incl. (omslag)rente 3.334
Baten taakveld afval 334
Netto lasten taakvelden 3.069
Overhead incl. (omslag)rente 174
BCF-BTW 586
Totale lasten (A) 3.829
Opbrengst heffingen 4.069
Kwijtschelding -100
Totale baten (B) 3.969
Kostendekkendheid (B:A) 104%


Rioolheffingen
Inwoners en bedrijven willen dat afvalwater netjes wegstroomt. Ook regenwater moet ergens heen en grondwater moet op peil blijven. De gemeente heeft daarin wettelijke taken. In het gemeentelijk watertakenplan (GWP) staat wat en hoe. Daarin staat ook dat inwoners en bedrijven daaraan meebetalen. Dat gebeurt via de rioolheffingen. Eigenaren betalen een vast bedrag. Gebruikers betalen meer als ze meer water verbruiken. Zuinig zijn met water bespaart dus kosten. Voor nieuwe aansluitingen op het bestaande riool betalen inwoners via het eenmalig rioolaanleg geld. 

In onderstaand overzicht staat wat de gemeentelijke taken hebben gekost. Vanwege boekhoudvoorschriften verwerken we dat voor lasten en baten gescheiden in reserves en voorzieningen. Het nadeel van € 59.000 bij de baten onttrekken we aan de reserve riolering . Het voordeel op de lasten van € 315.000 is aan de voorziening riolering toegevoegd. De kostendekkendheid was 102%.

bedragen x € 1.000

Kostendekkingsoverzicht rioolheffingen verhaalbare lasten baten
begroot werkelijk begroot werkelijk
Taakveld verkeer en vervoer incl. (omslag)rente 84 83 - -
Taakveld inkomensregelingen incl. (omslag)rente 15 14 -22 -19
Taakveld riolering incl. (omslag)rente 2.530 2.261 2.961 2.898
Overhead incl. (omslag)rente 99 83 - -
BCF-BTW 397 368 - -
totaal 3.125 2.810 2.938 2.880

Forensenbelasting
Mensen met een gemeubileerde woning die niet in de gemeente wonen betalen deze belasting. De WOZ-waarde is daarvoor de grondslag. Het tarief is een percentage van de waarde. De opbrengst is een inschatting, omdat Tribuut de aanslagen na afloop van het jaar verstuurt. We verwachten ongeveer het bedrag binnen te halen dat in de begroting staat, namelijk € 350.000.

Precariobelasting
Bedrijven met bijvoorbeeld terrassen of winkeluitstallingen op gemeentegrond betalen deze belasting. Dat geldt ook voor marktkooplieden en mensen met een standplaats op gemeentegrond.  Vanwege de coronamaatregelen hoefde er voor de periode tot 1 juli 2022 niet betaald te worden voor terrassen en winkeluitstallingen. Vanwege corona en personele wisselingen is er achterstand ontstaan bij het in beeld brengen van de standplaatsen en terrasvergunningen. De aanslagen daarvoor zijn nog niet verzonden. De opbrengst is  daarom een inschatting.

Toeristenbelasting
Toerisme is belangrijk voor de gemeente Epe. Mensen die hier niet wonen, maar wel overnachten betalen deze belasting. Dat gaat via de campings, hotels, B&B's en andere aanbieders. Als je in een eigen kampeermiddel overnacht, hoef je minder toeristenbelasting te betalen dan als je overnacht in een hotel of in een huurtent bijvoorbeeld. In 2022 gold deze manier heffen voor het eerst. We hebben daarover extra uitleg laten geven aan recreatieondernemers. Tribuut verstuurt de aanslagen na afloop van het jaar. Daardoor is de opbrengst een inschatting. 

Begraafrechten
Nabestaanden willen hun overleden dierbaren op een waardige manier kunnen begraven. De begraafplaats moet er verzorgd uitzien. De gemeente zorgt voor begraafplaatsen en het onderhoud daarvan. Om de kosten daarvan te dekken is er deze heffing. Nabestaanden betalen voor het begraven, voor het graf, het onderhoud enzovoort. Van tevoren betalen zij voor de hele periode waarvoor het graf blijft bestaan. Daarom is er is een egalisatievoorziening. Daaruit betalen we de onderhoudskosten die in het verleden zijn afgekocht. De gemeente moet nog onderzoeken hoe groot die voorziening moet zijn om ook in de toekomst alle kosten te kunnen blijven betalen.

Hieronder staan de kosten en baten. De lasten zijn inclusief BTW. In 2022 was de opbrengst lager dan begroot . De kosten waren hoger dan begroot. Daardoor ontstaat een tekort van € 135.000. Dat tekort dekken we uit de voorziening begraven.

bedragen x € 1.000

Kostendekkinsoverzicht begraafrechten  
Lasten taakveld begraafplaatsen incl. (omslag)rente
812
Baten taakveld begraafplaatsen  67
Netto lasten taakveld begraafplaatsen 745
Overhead
122
Totale lasten (A)  868
Opbrengst heffingen (B) 732
Kostendekkendheid (B:A) 84% 

Leges
Vraag je een vergunning aan, wil je een paspoort of ga je trouwen? Dan betaal je daarvoor leges. Je betaalt voor de dienst die je van de gemeente vraagt.

De opbrengst omgevingsvergunningen valt € 600.000 hoger uit dan geraamd. Dat komt omdat er meer (grote) bouwprojecten zijn aangevraagd.  In de begroting was de verwachting dat de Omgevingswet op 1 juli 2022 in werking zou treden. Voor bepaalde bouwwerken is onder de Omgevingswet geen vergunning meer nodig. De opbrengst was daarom voorzichtig ingeschat. Bij de omgevingsvergunningen is het tarief afhankelijk van de bouwkosten. Daar is gemiddeld genomen sprake van 'subsidiëring' van dure bouwwerken aan goedkope bouwwerken. Bij de andere legesproducten is geen sprake van beleid om te subsidiëren tussen producten. Hieronder is de begrote en gerealiseerde kostendekking per product weergegeven. De kostendekkendheid van de totale legesverordening was 112%. 

Product

Kostendekking
raming werkelijk
Huwelijken
99% 51%
BRP-verstrekkingen 69% 68%
Rijbewijzen 87% 101%
Reisdocumenten 94% 99%
Toezicht en handhaving 79% 34%
Kapvergunningen 32% 47%
Omgevingsvergunningen 85% 132%

 

1.4 Kostendekking

Terug naar navigatie - 1.4 Kostendekking

Naast de lasten die op de taakvelden staan, rekenen we ook overheadkosten mee. Hoe we dat doen staat in de Financiële verordening. Over de kosten die we aan derden betalen (dus niet het eigen personeel) rekenen we BTW. Op investeringen schrijven af. Over het deel van de afschrijving dat gaat over de kosten aan derden rekenen we ook de BTW mee. 

1.5 Kwijtschelding

Terug naar navigatie - 1.5 Kwijtschelding

Mensen met een inkomen op ongeveer bijstandsniveau en zonder vermogen kunnen de gemeentelijke belasting eigenlijk niet betalen. Zij komen voor kwijtschelding in aanmerking. Dat geldt alleen voor de rioolheffing van gebruikers en voor het vastrecht afvalstoffenheffing. Voor het variabele tarief afvalstoffenheffing is kwijtschelding mogelijk tot maximaal € 68. Het geld de gemeente daardoor misloopt wordt via de belastingtarieven betaald door de mensen die geen kwijtschelding krijgen. Gemeenten mogen beperkt eigen beleid voeren. De raad van Epe heeft een zo ruim mogelijk beleid vastgesteld.

Er is € 119.000 aan belastingschuld kwijtgescholden. Dit is € 33.000 minder dan geraamd. 

1.6 Woonlasten

Terug naar navigatie - 1.6 Woonlasten

De gemiddelde woonlasten voor een meerpersoonshuishouden met een eigen woning bedroegen in 2022 € 746 (bron: COELO). De gemeente Epe behoorde hiermee tot de 20 goedkoopste gemeenten van Nederland.

2 | Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

2.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 2.1 Inleiding

Effecten van de Covid-19 uitbraak:

De coronacrisis in Nederland lijken we in 2022 achter ons te hebben gelaten maar heeft een grote impact op de samenleving gehad en het zal nog wel enige tijd merkbare gevolgen hebben. De gemeente Epe wil de maatschappelijke effecten van de coronacrisis zoveel mogelijk bestrijden. In 2022 zijn financiële middelen ingezet voor de kosten van maatregelen in de acute en overbruggingsfase als gevolg van de coronacrisis. De gemeente heeft ook financiële ondersteuning van de rijksoverheid en de provincie ontvangen. Daar de coronacrisis nu achter ons lijkt te liggen, is besloten om het door de raad vastgestelde Beleidskader Herstel- en Stimuleringsagenda Coronacrisis niet te verlengen voor 2023 en verder. 

Een verdere toelichting is te vinden in Paragraaf 9: Covid-19.

Economische ontwikkelingen en vooruitzichten

Energiekosten
In 2022 liepen de energieprijzen exponentieel op tot record hoogtes direct na de zomer. Inmiddels is het prijsniveau op de wereldmarkt weer terug op een niveau eind 2021 - begin 2022 met als belangrijkste oorzaak de zachte winter en de besparing op energieverbruik. Doordat de doorvertaling van de verlaging van energieprijzen pas in 2023 naar verwachting merkbaar zullen worden, zijn de energiekosten in deze jaarrekening op die plaatsen waar veel elektriciteit wordt verbruikt (openbare verlichting en riolering (pompen) naar verwachting hoger dan begroot. De ontwikkelingen in 2022 laat de grote onzekerheid zien die er in de gemeentebegroting is ten aanzien van de kosten van energie. 

Rente, lonen en prijzen
Lange tijd kon rekening worden gehouden met stabilisatie of verlaging van het renteniveau. De ontwikkelingen van de afgelopen tijd laten een omslag zien waarbij de rente een stijgende trend laat zien. In 2022 had dit nog geen groot effect op de jaarrekening van de gemeente maar in het komende jaar zal zeker door het omvangrijke investeringsniveau in de begroting 2023 het risico van rentestijging toenemen.
Verder zagen we in 2022 loon- en prijsstijgingen die negatieve effecten hebben gehad op de jaarrekening. Deze stijgingen vormen ook een risico voor het begrotingsjaar 2023, zeker ook omdat het niet vanzelfsprekend is dat het rijk de extra stijging zal compenseren. 

 

Algemeen

Risicobeheersing wordt in de gemeente Epe procesmatig uitgevoerd in een risicomanagement proces. Het risicomanagement proces is een systematisch en cyclisch proces om risico’s te identificeren, te analyseren en te beoordelen, op basis hiervan maatregelen te nemen (beheersing) en die te evalueren.

Door de gekozen manier van beheersen van een bepaald risico kan er een restrisico voor de organisatie overblijven. Op het moment dat een risico als een daadwerkelijke gebeurtenis voordoet is het uitgangspunt van de gemeente Epe dat er middelen beschikbaar zijn binnen de organisatie zodat de (financiële) gevolgen van het risico geen invloed hebben op de normale bedrijfsvoering. Ofwel restrisico’s dienen opgevangen te worden binnen de normale bedrijfsvoering en hebben daarop geen invloed. Het uitgangspunt is dat het overgrote deel van de financiële gevolgen (eenmalig) opgevangen kunnen worden in de algemene reserve waarvan de hoogte is vastgesteld op minimaal € 2,5 mln. 

De relatie tussen de beschikbare middelen (ook wel weerstandscapaciteit genoemd) en de restrisico’s wordt het weerstandsvermogen genoemd. Nader uitgewerkt is het weerstandsvermogen de relatie tussen:

  • Weerstandscapaciteit: Dit zijn de middelen en mogelijkheden die de gemeente in staat stelt om financiële tegenvallers op te vangen.
  • Risico’s: Dit zijn de restrisico’s die van materiële betekenis zijn in relatie tot de financiële positie van de gemeente.

Schematisch ziet dat er als volgt uit:

Schema hoe de restrisico's van materiele betekenis en de middelen en mogelijkheden het weerstandsvermogen vormen

2.2 Beleidskaders

Terug naar navigatie - 2.2 Beleidskaders

In februari 2018 heeft de gemeenteraad van Epe de nota risicomanagement en weerstandsvermogen vastgesteld. In deze nota is het risicomanagementproces vastgelegd en de kaders aangegeven voor de uitvoering van het risicomanagement en het weerstandsvermogen.

De volgende randvoorwaarden zijn vastgelegd:

  1. Het risicomanagement wordt procesmatig en conform de standaarden in de nota risicomanagement en weerstandsvermogen uitgevoerd.
  2. De risico’s waarbij het financiële effect op de bedrijfsvoering Groot tot Zeer groot is en de kans daarop ook Groot tot Zeer groot is, worden (in de regel) maatregelen getroffen voor het restrisico in de vorm van een voorziening, bestemmingsreserves of (structurele) stelpost(en) in de begroting.
  3. De weerstandscapaciteit wordt gevormd uit het saldo van de algemene reserve, de begrotingsruimte of het rekeningresultaat en het bedrag voor onvoorzien.
  4. De ratio voor het weerstandsvermogen is minimaal voldoende (groter dan 1).
  5. De verhouding algemene reserve in relatie tot de benodigde weerstandscapaciteit is minimaal voldoende (groter dan 1).

2.3 Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 2.3 Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die de gemeente in staat stelt om financiële tegenvallers op te vangen. Onder deze middelen worden opgenomen de algemene reserve, de begrotingsruimte (of het rekeningresultaat) en het bedrag voor onvoorzien.

De onderdelen van de weerstandscapaciteit kunnen een structureel of een incidenteel karakter hebben. Incidentele weerstandscapaciteit is opgebouwd uit eenmalig beschikbare middelen, structurele weerstandscapaciteit is opgebouwd uit structureel beschikbare middelen. In de onderstaande tabel wordt de weerstandscapaciteit aangegeven.


Bedragen * € 1.000

Weerstandscapaciteit

2022

karakter

Algemene reserve

2.500

incidenteel

Jaarrekeningresultaat 2022

4.058

incidenteel

Totaal

6.558

 


De stand van de algemene reserve op 31 december 2022 bedraagt € 5,1 miljoen. Het in 2022 ingeschatte surplus boven de minimale benodigde stand van € 2,5 mln. is ingezet als dekking voor kosten in de begroting 2023.

2.4 Risico's

Terug naar navigatie - 2.4 Risico's

Een risico voor een organisatie is een onzekere gebeurtenis die, als die zou plaatsvinden, vertragend of belemmerend werkt om de doelstellingen te bereiken. De gevolgen van het zich werkelijk voordoen van deze gebeurtenissen vertalen zich vaak in financiële schade maar ook in niet-financiële schade. De inventarisatie van risico’s heeft als doel om de, op het moment van het opstellen van deze jaarrekening, bekende risico’s te benoemen en toe te lichten. Voor zover risico’s als concrete toekomstige financiële verplichtingen te kwantificeren zijn, zijn daarvoor (financiële) voorzieningen gevormd.

Het kwantificeren van risico’s is lastig en in veel gevallen zullen de gemaakte keuzes arbitrair zijn. Bij de kwantificering van risico's wordt gebruik gemaakt van het onderscheid tussen het inherente risico en het restrisico. Het inherente risico is het risico zonder dat er rekening gehouden is met het effect van een beheersmaatregel die getroffen is om het risico in te perken. Door het nemen van beheersmaatregelen wordt de omvang van het risico minder. Het risico dat overblijft na het nemen van beheersmaatregelen wordt het restrisico genoemd.

De risico’s zijn in een risicokaart weergegeven waarbij het effect (het restrisico) van de gebeurtenis op de financiële positie van de gemeente, is afgezet tegen de kans dat de gebeurtenis zich voordoet. Onder de tabel wordt een omschrijving van het risico gegeven en de risicokenmerken benoemd.

Risicokaart:

 
                    Risicokaart 2022               

Toelichting risico’s.

Onderstaand wordt een korte toelichting gegeven op de in de risicokaart opgenomen risico's en enkele kenmerken benoemd. 

 

Sociaal Domein
Risico kenmerken

De middelen voor de uitvoering van de taken in het sociaal domein (Wmo en jeugdzorg) verstrekt het Rijk via de algemene uitkering en integratie-uitkeringen. De gemeente kan deze middelen naar eigen inzicht besteden, verantwoording aan het Rijk is niet nodig. De gemeente loopt met de uitvoering van deze taken aanzienlijke financiële risico’s. Dit wordt mede veroorzaakt door het 'open einde' karakter van deze taken.
De jaarcijfers 2022 laten een positief resultaat zien van rond de € 800.000. (2021 gaf een positief resultaat van € 1,4 mln.). Vooralsnog kunnen de uitgaven van het sociaal domein worden opgevangen binnen de beschikbare middelen van het Rijk. Zorgtrajecten worden over het algemeen zwaarder en zorg blijkt langer nodig. Dit zorgt voor een toename van de uitgaven bij jeugdzorg.
Om de risico’s te beheersen is een monitoring systematiek opgezet waardoor tijdig signalen worden ontvangen zodat bijgestuurd kan worden, zowel beleidsmatig als in de uitvoering en financieel. Via het project Grip op zorg is het doel een structurele besparing te realiseren. 
Vanaf 2022 worden van het Rijk extra middelen ontvangen voor jeugdzorg (hervormingsagenda). Omdat in de eerste jaren de extra middelen de uitgaven overtreffen, worden deze in eerste instantie gereserveerd (nieuwe reserve: Hervorming jeugdzorg-Wmo), voor zover deze niet worden uitgegeven. Vanaf 2025 is de verwachting dat de middelen van het rijk niet meer toereikend zullen zijn. Op termijn zal een evaluatie inzicht moeten geven in de ontwikkeling van de noodzakelijke uitgaven en de beschikbare financiële dekkingsmogelijkheden.
Met de reserve risico’s sociaal domein worden de financiële risico’s opgevangen die de gemeente loopt als gevolg van de uitvoering van de taken in het sociaal domein. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de Paragraaf 8 Sociaal Domein.

Kansklasse: Midden

Effectklasse na maatregel: Zeer klein

Restrisico: Geen

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: Geen

 

Grondexploitatie
Risico kenmerken

De gemeente Epe voert een facilitair grondbeleid. Daarbij is de gemeente bij ontwikkelingen eerder volgend dan initiërend. Hiermee worden de risico's voor de gemeente sterk beperkt. Voor een verdere uitwerking wordt verwezen naar Paragraaf 7 Grondbeleid. Uit deze paragraaf blijkt dat de risico’s binnen het grondbedrijf en regionale woningbouwprogrammering voldoende afgedekt worden met een bestemmingsreserve.

Kansklasse: Klein

Effectklasse na maatregel: Zeer klein

Restrisico: Geen

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Incidenteel

Beslag op weerstandscapaciteit: Geen

 

Verbonden partijen
Risico kenmerken

De gemeente heeft (zeer uiteenlopende) relaties en verbindingen met instellingen en vennootschappen. In paragraaf 6: Verbonden Partijen wordt uitgebreid ingegaan op relaties en verbindingen van de gemeente met deze verbonden partijen.  Kenmerkend voor verbonden partijen is dat zij op afstand van het college en de gemeenteraad functioneren. Elk van de verbonden partijen hebben hun eigen risicoprofiel met een daarbij behorend pakket aan maatregelen om de bestuurlijke en financiële risico's te beheersen.

Bij verbonden partijen wordt ernaar gestreefd dat de eigen vermogenspositie van de verbonden partij een solide omvang heeft zodat in eerste instantie financiële tegenvallers door de verbonden partij zelf opgevangen kunnen worden.
Het risico van de gemeente in vennootschappen bedraagt formeel niet meer dan de waarde van de aandelen die de gemeente bezit. In de praktijk zal het echter zo zijn dat in financieel slechte tijden (insolvabiliteit) de gemeente (bestuurlijk) zal worden aangesproken om bij te dragen in mogelijke oplossingen. 

Voor het afdekken van de risico’s in de privaat-publieke samenwerking zijn middelen opgenomen in de reserve bouwgrondexploitatie.

Kansklasse: Klein

Effectklasse na maatregel: Groot

Restrisico: € 388.300

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Incidenteel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 76.600

 

Juridische risico's en aansprakelijkheid
Risico kenmerken

De gemeente loopt juridische risico’s, omdat veel primaire processen binnen de gemeente van juridische aard zijn en bij het onrechtmatig handelen van de gemeente kan een schadeclaim worden ingediend. Juridische procedures kunnen zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk van aard zijn.

  1. Bestuursrechtelijke risico’s worden -voor zover het om beschikkingen gaat- beperkt doordat in bezwarenprocedures een toetsing plaatsvindt door een onafhankelijke commissie.
  2. Civielrechtelijke procedures betreffen zowel gevallen waarin de gemeente door derden in een juridische procedure wordt betrokken (dagvaarding, aansprakelijkheidstelling, derdenbeslag etc.) als gevallen waarbij de gemeente zelf tegenover derden een juridische procedure start (aansprakelijkheidstelling, dagvaarding etc.).

Het financiële risico is vaak moeilijk van te voren in te schatten. De kosten voor (verplichte) externe juridische bijstand, alsmede proceskosten, zijn de laatste jaren opgelopen, maar lijken zich te stabiliseren. Het claimen van proceskosten en het toewijzen daarvan door de rechter is standaard geworden. Tegen civielrechtelijke claims, voortvloeiend uit onrechtmatige daad en onrechtmatige besluiten (bijv. vernietigde besluiten) heeft de gemeente zich verzekerd. Voor juridische bijstand, veroordelingen in proceskosten/griffiekosten, eigen risico’s en eigen bijdragen heeft de gemeente regulier budgetten opgenomen.
Naarmate de gemeente meer optreedt als regievoerder en opdrachtgever, wordt de kans dat in de uitvoering verschillen van inzicht optreden over gemaakte afspraken groter. Dit kan ook leiden tot procedures wanneer partijen er niet in slagen hun verschillen van inzicht in onderling overleg op te lossen.

Kansklasse: Klein

Effectklasse na maatregel: Groot

Restrisico: € 450.000

Ontwikkeling risico: Afgenomen

Risico sturing: Reduceren

Risicokarakter: Incidenteel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 90.000

 

Borg en garantstellingen

Risico kenmerken

De gemeente heeft diverse waarborgen verstrekt voor geldleningen. Dit betekent dat de gemeente als achtervang borg staat op het moment dat de instantie of persoon waaraan de lening verstrekt is, niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. De grootste waarborgen die de gemeente heeft verstrekt zijn (1) Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor woningstichtingen en (2) Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW).

Het risico bij de WSW en de WEW is klein door de structuur. Voordat de waarborgfondsen een beroep doen op de achtervang wordt eerst het vermogen van het Waarborgfonds zelf aangesproken. Is het daarna noodzakelijk om de achtervang aan te spreken dan bestaat er een garantieverdeling van 50% Rijk / 50% gemeenten, in de vorm van een lening. Daarbij vervult het Rijk voor het WEW een volledige achtervang positie voor garantstellingen afgegeven vanaf 1 januari 2011. Door de totale omvang van de achtervang posities (bijna € 90 mln.) kunnen de financiële gevolgen voor de gemeente groot zijn.

Kansklasse: Klein

Effectklasse na maatregel: Zeer groot

Restrisico: € 898.000

Ontwikkeling risico: Afgenomen

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Incidenteel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 180.000

 

Algemene uitkering

Risico kenmerken

In de afgelopen jaren liep het traject van de ‘herijking’ van de algemene uitkering (herverdeling van het klassieke en sociaal domein). Nu dit traject nagenoeg is afgerond, blijkt dat het effect van de ‘herijking’ vooralsnog positief uitpakt voor Epe (een voordeel van € 6,00 per inwoner) en dat voor de jaren 2022 t/m 2025 incidenteel een voordeel ontstaat door het schrappen van de zgn. ‘opschalingskorting’. Kanttekening hierbij is dat er nog enkele onderzoeken lopen, waarvan het resultaat nog van invloed kan zijn op de uiteindelijke uitkomst van de herijking. Voor het resterende risico hiervan is in de begroting een stelpost opgenomen van € 100.000 vanaf 2024.
Daarnaast blijkt dat de komende jaren zowel incidenteel als structureel extra middelen beschikbaar komen binnen de algemene uitkering. De meicirculaire 2022 van de algemene uitkering liet een verdere positieve ontwikkeling zien in het ‘accres’ (met name een bijstelling in verband met hogere loon-en prijsontwikkeling dan tot nu toe aangenomen en een reële stijging door de toename van de rijksuitgaven (methodiek ‘samen trap-op-trap-af’). Het Rijk heeft deze ontwikkeling voor de komende jaren (t/m 2025) ‘vastgeklikt’, waardoor voor de gemeenten meer zekerheid ontstaat over het verloop. 
Ook zijn door het Rijk extra middelen voor jeugdzorg aan de algemene uitkering toegevoegd, als gevolg van de uitspraak van de arbitragecommissie. De definitieve toekenning van deze middelen voor de komende jaren is afhankelijk van het vaststellen van de ‘hervormingsagenda’.
Vooralsnog vallen de genoemde voordelen t/m 2025 voor een belangrijk deel weg vanaf 2026. Ook moeten de ‘voordelen’ voor een belangrijk deel worden ingezet ter compensatie van stijgende prijzen en lonen. En de extra middelen voor jeugdzorg zullen worden ingezet om invulling te geven aan de afspraken die worden gemaakt met het rijk in het kader van de ‘hervormingsagenda’ en de beoogde transformatie in de jeugdzorg.

Kansklasse: Midden

Effectklasse na maatregel: Zeer klein

Restrisico: geen

Ontwikkeling risico: Afgenomen

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: geen

 

Uitkering inkomensvoorziening

Risico kenmerken

Vanuit de via het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor de uitvoering van de Wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorzieningen aan Gemeente (BUIG) bekostigd de gemeente de inkomensvoorzieningen WWB, IOAZ, IOAW en een deel van de Bbz. In hoeverre de gemeente uit komt met deze middelen is afhankelijk van o.a. de economische ontwikkelingen binnen de regio als de ontwikkelingen van de verdeelmaatstaven waarop het Rijk de beschikbare middelen verdeelt. Hier zitten de grootste onzekerheden.

Vanaf 2019 is extra ingezet op het voorkomen van instroom en het stimuleren van uitstroom van uitkeringsgerechtigden. We zien dat deze extra inzet heeft geleid tot een daling van ons uitkeringsbestand. Het voordeel dat is ontstaan, vangt voor nu de tekorten van de Sociale Werkvoorziening op. De verwachtte stijging van ons uitkeringsbestand als gevolg van Corona- en de daaropvolgende verwachte economische crisis is vooralsnog niet uitgekomen. Vanaf de start van de Coronapandemie is ons uitkeringsbestand verder gedaald, namelijk van 441 uitkeringsdossiers in maart 2020 naar 362 uitkeringsdossiers in december 2022.  Nu de coronamaatregelen voorbij zijn en de arbeidsmarkt krap is, neemt het aantal mensen dat aan de slag gaat toe. Ook bijstandsgerechtigden, die de hoop op een baan wellicht al hadden opgegeven, komen eerder aan het werk. Vanaf halverwege 2022 zien we wel weer een lichte stijging van ons uitkeringsbestand. Het is nog onduidelijk of deze stijging in 2023 aanhoudt. Met de reserve BUIG worden financiële risico’s (van voornamelijk fluctuerende Rijksinkomsten) opgevangen.

Kansklasse: Midden

Effectklasse na maatregel: Zeer klein

Restrisico: geen

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: geen

 

Organisatie - Personeel

Risico kenmerken

Een risico dat zich altijd kan voordoen is het onverwacht wegvallen van personeel op kritische functies door langdurige ziekte, (gedwongen) vertrek van medewerkers en boven formatief personeel. Het is niet vooraf te voorzien wanneer en in welke mate dit zich zal voordoen in het personeelsbestand van de gemeente. De financiële consequenties van dit risico kunnen groot zijn. Voor het opvangen van langdurige ziekte, boven formatief personeel en vertrek van medewerkers is een reserve gevormd waaruit deze lasten gedekt kunnen worden. Jaarlijks wordt bij de begroting (op basis van op dat moment bekende situaties) het risico ingeschat van de te verwachten uitgaven en op basis hiervan werd tot en met 2022 de reserve aangevuld.
In 2022 is opnieuw gebleken dat voor langdurig zieken aanmerkelijk moest worden bijgeraamd (zie de eerste voortgangsrapportage). Omdat is gebleken dat deze problematiek een structureel karakter heeft, is vanaf de begroting 2023-2026 voor dit risico een structurele jaarlijkse toevoeging aan de reserve in de meerjarenbegroting opgenomen. Aangezien de uitgaven een sterke fluctuatie vertonen zal moeten blijken in hoeverre deze stelpost het risico structureel voldoende afdekt.

Kansklasse: Groot

Effectklasse na maatregel: Midden

Restrisico in 2022: € 149.000

Ontwikkeling risico: Neemt af per 2023

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Incidenteel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 89.000

 

Onderhoud Openbare Ruimte Risicokenmerken

Het beheer van de Openbare Ruimte is in de gemeente uitbesteed aan een derde (markt)partij via een dienstverleningsovereenkomst. Het onderhoud wordt op basis van door de gemeente opgestelde specificaties uitgevoerd. Echter de leefomgeving verandert door klimaatverandering, burgers hebben veranderde wensen/eisen ten aanzien van het onderhoudsniveau en bijvoorbeeld de biodiversiteit en verschillende onderdelen van het gemeentelijk "areaal" verouderen (denk bijvoorbeeld aan het ouder worden van bomen waardoor meer onderhoud nodig is). Daarnaast blijkt het contractueel afgesproken indexpercentage structureel lager te liggen dan de stijging van de werkelijke kosten die aannemers maken. Dit leidt tot het risico dat bij een nieuwe opdracht de kosten van dezelfde werkzaamheden structureel aanzienlijk hoger liggen. Al met al zien we dat ook bij een gelijkblijvend niveau van onderhoud van de openbare ruimte de kosten zullen gaan stijgen de komende jaren. In de komende jaren zal in de reguliere periodieke actualisatie van beheerplannen, financiële voorzieningen en reserves rekening gehouden worden met deze ontwikkelingen.

Kansklasse: Groot

Effectklasse na maatregel: Midden

Restrisico: € 215.000

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 129.000

 

 

2.5 Conclusie weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - 2.5 Conclusie weerstandsvermogen

De gekwantificeerde risico’s afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit laat het volgende beeld zien:

 

Weerstandsvermogen

2022

Weerstandscapaciteit

6.558.000

Risico's

564.600

Weerstandsvermogen

5.993.400

 

Gerekend in ratio’s wordt de weerstandscapaciteit ultimo 2022 als volgt weergegeven:

  1. Algemene reserve in relatie tot de risico’s:       4,4
  2. Weerstandscapaciteit in relatie tot risico’s:     11,6

De stand van de algemene reserve bedraagt (na inzet surplus bij begroting 2023) €  2,5 miljoen.  De ratio weerstandscapaciteit in relatie tot de risico’s (11,6) is uitstekend.

2.6 Kengetallen

Terug naar navigatie - 2.6 Kengetallen

De gemeente is op basis van de regelgeving (BBV) verplicht een vijftal kengetallen in de begroting op te nemen. Deze geven een inzicht in de financiële positie van de gemeente. In de onderstaande tabel worden deze kengetallen weergegeven.

 

Kengetal

Verslag
2021

Begroting
2022

Verslag
2022

1a. Netto schuldquote

-9,6%

9,1%

-12,9%

1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

-15,7%

3,2%

-19,2%

2.  Solvabiliteitsratio

79%

61%

76%

3.  Grondexploitatie

-0,2%

-0,4%

-0,7%

4.  Structurele exploitatieruimte

6,9%

1,3%

7,5%

5.  Belastingcapaciteit

84%

94%

83%

 

 

2.6.1    Netto schuldquote

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Omdat er bij de door de gemeente verstrekte leningen onzekerheid kan bestaan over of ze allemaal worden terugbetaald wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te berekenen zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden.

Duiding
Sinds 2019 zijn de langlopende (vaste) schulden van de gemeente nul. De totale kortlopende schulden en de overlopende passiva samen bedragen in de jaarrekening 2022 € 12,5 mln. Dit ligt boven het gemiddelde van de afgelopen 5 jaar en ligt ruim een kwart boven het niveau van eind 2021. De financiële bezittingen (in de vorm van uitgegeven lang- en kortlopende leningen, liquide middelen en overlopende activa) van de gemeente nemen de afgelopen jaren toe. Dit leidt er eind 2022 toe dat de financiële bezittingen van de gemeente groter zijn dan de totale schulden. Dit komt tot uitdrukking in het percentage van -12,9% (resp. -19,2%) bij de jaarrekening 2022. 

 

2.6.2    Solvabiliteit
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Onder de ratio wordt verstaan het eigen vermogen (algemene en bestemmingsreserves en het gerealiseerde resultaat) als percentage van het balanstotaal.

Duiding
Het solvabiliteitspercentage van de gemeente is de afgelopen vier jaar redelijk stabiel met een percentage van 76% in de jaarrekening 2022. Sinds 2011 is de solvabiliteit gestegen (van 58% naar 76%) met name als gevolg van een toename van het eigen vermogen van de gemeente.

 

2.6.3    Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond voor grondexploitatie zich verhoudt tot de totale baten. De boekwaarde van de gronden is van belang omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Voor de risico’s in de grondexploitatie heeft de gemeente op haar balans een risicoreserve gevormd. De accountant beoordeelt ieder jaar in de controle de waardering van de gronden op de balans en de hoogte van de gevormde reserve.

 

2.6.4    Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal is van belang om te beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is.

Duiding
De structurele baten in 2022 zijn hoger dan de structurele lasten per programma ook als daar de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves in worden meegenomen. Dit houdt in dat de gemeente een structureel sluitende exploitatie heeft omdat als alle incidentele baten en lasten buiten beschouwing worden gelaten in deze jaarrekening, de dan overgebleven structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten.

 

2.6.5    Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde.

Duiding
Dit kengetal laat zien dat de woonlasten in de gemeente onder het landelijk gemiddelde liggen.

3 | Onderhoud kapitaalgoederen

3.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 3.1 Inleiding

In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen wordt het beleidskader over het onderhoud van kapitaalgoederen weergegeven. De belangrijkste criteria in het beleidskader zijn “schoon, heel en veilig”, waarbij het gekozen uitgangspunt de gewenste kwaliteit in verhouding tot de beschikbare middelen is. De kwaliteit en het onderhoud van de kapitaalgoederen is bepalend voor het voorzieningenniveau en de daarmee samenhangende jaarlijkse lasten. Omdat met het onderhoud van de kapitaalgoederen een aanzienlijk deel van de rekening is gemoeid, is een goed overzicht van belang voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente. De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft, net als de andere paragrafen, een dwarsdoorsnede van de rekening omdat de kosten van het onderhoud van de kapitaalgoederen over verschillende programma’s is verspreid.

3.2 Beleidskaders

Terug naar navigatie - 3.2 Beleidskaders

Het beleid van de gemeente Epe voor het onderhoud van de kapitaalgoederen is vastgelegd in de onderstaande beleidsplannen.

  • Wegenbeleidsplan
  • Gemeentelijk Watertakenplan
  • Groenstructuurplan / Bomenbeleidsplan             
  • Beleidsplan Openbare Verlichting 
  • Beleidsplan Civiele Kunstwerken
  • Beleidsplan gemeentelijke begraafplaatsen /Beheervisie begraafplaatsen
  • MJOP gebouwen

3.3 Stand van zaken

Terug naar navigatie - 3.3 Stand van zaken

Hieronder wordt – per gemeentelijk kapitaalgoed – aangegeven wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitvoering van het beleid, welke relevante ontwikkelingen er spelen, of er noodzaak is voor bijstelling van het beleid, de financiële consequenties van het beleid en de vertaling ervan in de rekening.

Financiële vertaling van het onderhoud in de jaarrekening (bedragen in € 1.000):

Beleids-en beheerplan

Jaar vaststelling raad

Looptijd t/m

Achterstand onderhoud

Kosten 2022

Begroting 2022

Structureel m.i.v. 2023

Wijze

Wegen

2014

2018

Nee

1.790

1.997

2.130

structureel budget met egalisatiereserve

Riool

2021

2025

Nee 787

808

848

structureel budget

Civiele kunstwerken

2017

2022

Nee

21

17

17

storting voorziening

12

15

18

structureel budget

Bomen en groen

2010

-

 Nee

1.120

944

1.084

structureel budget

Openbare verlichting

2018

2026

 Nee

-

1

-

storting voorziening

73

68

61

structureel budget

Gebouwen

-

-

Nee

368

279

349

storting voorziening

226

254

286

structureel budget

 
 

3.3.1 Wegen
In gemeente Epe ligt ongeveer 785 kilometer in lengte aan wegen. In oppervlakte is dat ongeveer 2.763.000 m2. De helft van deze oppervlakte bestaat uit asfalt, 27% uit elementen en 23% uit onverhard en beton. Jaarlijks wordt het wegareaal geïnspecteerd. Naar aanleiding van de inspectieresultaten wordt een onderhoudsprogramma opgesteld voor het jaar volgend op het jaar waarin de inspectie plaats had. Ten behoeve van het groot onderhoud van wegen beschikt de gemeente over een reserve voor de egalisatie van de onderhoudskosten. Ieder jaar worden in de hele gemeente werkzaamheden uitgevoerd om het kwaliteitsniveau constant te houden. Het actualiseren van het wegenbeleidsplan zou in 2022 worden uitgevoerd. Door gewijzigde inzichten is dit niet uitgevoerd. Vanwege de behoefte aan een integrale visie op het onderhoud van de openbare ruimte is er voor gekozen het wegenbeleid los te laten en na de visie een uitvoeringsplan wegen op te stellen.  Het mobiliteitsplan is in 2022 vastgesteld. Het gladheidbestrijdingsplan gaat los van het wegenbeleid in 2023 worden geactualiseerd. Het reguliere onderhoudswerk is overeenkomstig de planning nagenoeg in zijn geheel uitgevoerd

3.3.2 Gemeentelijke Watertaken 
In 2021 zijn het BRP en GWP (gemeentelijk watertakenplan) 2021t/m2025 opgesteld en door gemeenteraad vastgesteld.
Eén van de kernfactoren voor het behouden van een goede leefomgeving is het in stand houden en optimaliseren van de voorzieningen omtrent de riolering en het watersysteem. Deze hebben een aantal belangrijke doelen voor het dagelijks leven:
• Het beschermen van de volksgezondheid tegen infectieziekten;
• Het schoon houden van de bodem en het oppervlaktewater;
• Het voorkomen van schade door hevige regenval én bij extreme droogte;
• Het voorkomen en beperken van structureel nadelige gevolgen van grondwater
 
Het rioolnetwerk in de gemeente is ca 460 kilometer lang. Daarvan is ca 229 kilometer drukriolering en ca 231 kilometer vrij verval riolering. Het drukrioolstelsel is voorzien van 1.023 minigemalen en 28 rioolgemalen.
Jaarlijks wordt met gedetailleerde camera-inspecties circa 7% (15 km) van het areaal geïnspecteerd. Deze wijze van inspecteren wordt de komende jaren doorgezet, hoe wordt omgegaan met de bevindingen wordt nader uitgewerkt in het Rioolbeheerplan. De kwalitatieve toestand van nagenoeg het gehele stelsel is in beeld. 

Hieronder volgt een opsomming van de uitgevoerde werken en werkzaamheden in 2022:
- Uitvoering centrumplan fase 2, aanleg vuilwater en infiltratieriool
- Vervangen persleiding in Vaassen en Emst
- Voorbereiding reconstructie Krugerstraat/van Riebeeckstraat en Tuindorpweg
- Vervangen defecte riolering
-Vervangen riolering Hoge Weerd fase 3
-Voorbereiding centrumplan Vaassen fase 3
-Voorbereiding en aanleg retentie Vegtelarij Epe

3.3.3 Civiele kunstwerken 
Een brug is een overspanning over water om twee weggedeelten te verbinden. De gemeente Epe heeft in totaal 64 bruggen en 2 tunnels in eigendom: 41 met een draagconstructie van beton en 23 met een draagconstructie van staal met een kunststof, houten of metselwerk opbouw. De kosten voor de vervanging van bruggen worden betaald uit een daartoe ingestelde reserve. Voor het opvangen van kosten voor het onderhoud van de bruggen is een onderhoudsvoorziening ingesteld. De hoogte van deze voorziening is in lijn met het beleidsplan bruggen. De geraamde financiële middelen in de begroting zijn voldoende om het huidige niveau in stand te houden.

In 2022 zijn geen bruggen vervangen. Wel is er onderhoud uitgevoerd.

 

3.3.4 Bomen en groen

Het Bomenbeleidsplan en het Groenstructuurplan geven de toekomstvisie weer van de gemeente Epe op groen in de openbare ruimte van de bebouwde kommen van Epe, Vaassen, Emst en Oene. In de kernen en het buitengebied (exclusief het bosgebied) staan ruim 32.500 onderhoudsplichtige bomen op gemeentelijke gronden. Om de boomveiligheid te waarborgen worden de bomen regelmatig gecontroleerd. De frequentie is op basis van kwaliteit en gebruiksdruk geprioriteerd.
Het onderhoud van de openbare ruimte - waaronder bomen en gazons (ongeveer 50 ha), zandwegen en begraafplaatsen - is vastgelegd in kwaliteitsniveaus gebaseerd op het CROW.  De beeldkwaliteit wordt geborgd door maandelijks een schouw uit te voeren. Voor de centra en wijken van Epe en Vaassen vindt het onderhoud op tenminste het niveau ‘basis’ plaats. Daarnaast wordt extra aandacht geschonken aan de bestrijding van boomziekten zoals de kastanjeziekte, iepziekte en essentaksterfte en de bestrijding van invasieve exoten zoals de Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw e.d.

Het nieuwe Bomenbeleidsplan zou in 2022 worden vastgesteld maar is door gewijzigde inzichten uitgesteld tot 2023. 

Het onderhoud van de openbare ruimte is uitbesteed aan Axent Groen en vastgelegd in een overeenkomst met een looptijd tot 2025. Daarin is vastgelegd dat Axent Groen de openbare ruimte op basisniveau onderhoudt. Gemeente Epe heeft hierin de rol van opdrachtgever en toezichthouder op de geleverde kwaliteit in de openbare ruimte. De geraamde financiële middelen in de begroting waren voldoende om het huidige niveau in stand te houden.

 

3.3.5 Openbare verlichting
Het beleids- en beheerplan openbare verlichting is geactualiseerd in een nieuw plan met een looptijd van 2017 tot 2026. Het heeft als belangrijkste doel het leggen van een bestuurlijke, beheersmatige en financiële basis voor de zorg voor de openbare verlichting in de planperiode met een doorkijk naar de daaropvolgende jaren.
 
Eind 2022 zijn er ca 6.257 (uitbreiding/verbetering Hoge Weerd en Vaassen West vervanging 2022) masten in beheer bij de gemeente Epe. Binnen de gemeentegrenzen zijn bij de provincie Gelderland 8 masten in beheer, bij Dorpsbelang Oene 6 stuks en bij Triada 354 stuks. Er zijn ca 6.342 armaturen, dat zijn er meer dan er lichtmasten zijn en dat komt omdat op sommige lichtmasten meer armaturen met meer lampen zijn gemonteerd. Het doel is om de komende jaren de gemeente Epe geheel uit te rusten met ledverlichting. Eind 2022 was deze vervangingsslag voor meer dan de helft uitgevoerd, zo’n 78%, en liggen de werkzaamheden op schema. Voor het onderhoud is er een voorziening waarin jaarlijks een bedrag wordt gestort.

 

3.3.6 Gebouwen

Er zijn 46 gebouwen en woningen in beheer en onderhoud bij gemeente Epe, waarvan 6 gymlokalen. Het beheer en onderhoud bestaat hoofdzakelijk uit het reguliere (dagelijks) en groot onderhoud. Het groot onderhoud wordt onder andere uitgevoerd op basis van MJOP’s.

Het MJOP is gericht op het in stand houden van de bestaande gebouwen. Per jaar wordt minimaal 50% van de MJOP’s van de gebouwen geactualiseerd, zodat een cyclus van max. 2 jaar ontstaat. Een actuele MJOP levert een begroting voor de onderhoudsvoorziening en levert tevens de gegevens voor een jaarplanning voor de uitvoering. Het onderhoudsniveau wordt bepaald op basis diverse uitgangspunten, zoals toekomst, bouwjaar, huidige status e.d. Op basis van de MJOP’s zijn voorzieningen gevormd, waaruit het groot onderhoud wordt bekostigd voor het Streekarchief, gemeentehuis, de buiten- en binnenzijde van de gymzalen, de brandweerkazernes, kinderopvang St. Crusiusweg, de wijkgebouwen, de bibliotheken, de Ossenstal, gemeentewerf Kweekweg, de Milieustraat Vaassen en de onderkomens op de begraafplaatsen.

4 | Financiering

4.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 4.1 Inleiding

De paragraaf Financiering heeft tot doel inzicht te verschaffen in de activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s, ofwel: treasury.

4.3 Beleidsverantwoording

Terug naar navigatie - 4.3 Beleidsverantwoording

 

 

4.3.1 Treasurybeheer
De Wet Fido geeft twee concrete richtlijnen voor de gemeenten voor het beheersen van renterisico’s. Het gaat daarbij om de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

4.3.2 Kasgeldlimiet
Een belangrijk uitgangspunt van de Wet Fido is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten. Juist voor kortere financiering geldt dat het renterisico aanzienlijk kan zijn, aangezien fluctuaties in de rente bij korte financiering direct invloed hebben op de rentelasten. Om een grens te stellen aan de korte financiering is in de Wet Fido de kasgeldlimiet opgenomen. De kasgeldlimiet wordt berekend als een percentage (8,5%) van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het begrotingsjaar. Voor Epe bedraagt de kasgeldlimiet voor 2022 €8.000.000 (zie bijlage 3). Uitgangspunt is dat het financieringstekort zoveel mogelijk met kort geld wordt gefinancierd omdat het rentepercentage voor kort geld lager is dan het percentage voor leningen met een lange looptijd. In 2022 zijn geen nieuwe langlopende geldleningen afgesloten.

4.3.3 Renterisiconorm
Het doel van de renterisiconorm is het beperken van de gevolgen van een stijgende kapitaalmarktrente op de rentelasten van de organisatie. Dit wordt bereikt door een limiet te stellen aan dat deel van de vaste schuld waarover het rentepercentage in een bepaald jaar moet worden aangepast aan de op dat moment geldende markttarieven. De bedoelde aanpassingen van rentepercentages doen zich voor bij herfinanciering en renteherziening. Herfinanciering houdt in dat een vervangende lening wordt aangetrokken om aan de aflossingsverplichtingen van bestaande leningen te voldoen. Renteherziening doet zich voor wanneer de geldgever het rentepercentage van een lening gedurende de looptijd herziet.

De renterisiconorm stelt dat per jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal in aanmerking mag komen voor herfinanciering en/of renteherziening. Voor Epe bedraagt de renterisiconorm ca. € 18 miljoen. Het werkelijke renterisico bedroeg in 2022 €0 en blijft ruim onder de renterisiconorm (zie ook bijlage 3).

4.4 Financiering

Terug naar navigatie - 4.4 Financiering

 

 

4.4.1 Financieringspositie
Voor 2022 was een financieringstekort begroot op € 7,7 miljoen (op begrotingsbasis). Dit tekort zou gefinancierd worden met kortlopende geldleningen. Bij het opstellen van de begroting is uitgegaan van de volgende percentages:

Rente kort:      1,0 %
Rente lang:     1,6 %

Begin 2022 is  een kortlopende BNG kasgeldlening  van € 3,0 miljoen aangetrokken met een rentepercentage van  -0.25%.  Deze kasgeldlening is per 1 juli 2022 afgelost.  

In het jaar 2019 is de laatste langlopende geldlening afgelost.

4.4.2 Leningenportefeuille
 Sinds medio 2019 heeft Epe geen langlopende geldleningen schulden. 
In het kader van het financieel toezicht publiceert de provincie jaarlijks een overzicht van de schuldenpositie van de gemeenten in Gelderland. Uit dat overzicht blijkt dat de netto schuld per inwoner van Epe in vergelijking met de andere 51 gemeenten laag is. In de publicatie over 2021 staat Epe op de 3e plaats (en op de 4e plaats in de jaren 2018-2020) van de Gelderse gemeenten.

4.4.3 Uitzettingen
Alle decentrale overheden, waaronder gemeenten, moeten hun overtollige middelen in de schatkist aanhouden. Voor Epe betekent dat, dat in 2022 de tijdelijke overtollige middelen gestort zijn in de schatkist van het Rijk.
Daarnaast heeft de gemeente diverse uitzettingen/beleggingen bij o.a. BNG en Vitens vanwege haar publieke taak.

4.5 EMU-saldo

Terug naar navigatie - 4.5 EMU-saldo

In het volgende overzicht berekenen we het EMU-saldo. Het EMU-saldo drukt uit welk financieringstekort of -overschot we hebben.  De Europese Unie heeft bepaald dat het EMU-tekort van een land niet hoger mag zijn dan 3% van het bruto binnenlands product. Binnen Nederland is dit tekort 'verdeeld' tussen de verschillende overheden, de zogenaamde EMU-referentiewaarde. Voor de gemeente Epe is de EMU-saldo referentiewaarde in  2022 € 3,4 mln.

Berekening EMU-saldo:

(bedragen x € 1.000,-) 

 

Realisatie 2021

Begroting 2022

Realisatie 2022

1. (+)

Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit de reserves (zie BBV, artikel 17c)

7.436

-203

4.879

2. (-/-)

Mutatie (im)materiële vaste activa

3.332

652

2.446

3. (+)

Mutatie voorzieningen

-284

-212

1.888

4. (-/-)

Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie)

394

0

-512

5. (-/-)

Verwachte boekwinst/verlies bij verkoop van financiële vaste activa en (im)materiële vaste activa, alsmede de afwaardering van financiële vaste activa

0

0

0

Berekend EMU-saldo

 

3.426

-1.067

4.833

Het berekende EMU-saldo van de gemeente Epe over 2022 is € 4,8 mln. positief. Dit betekent dat de gemeente in 2022 via reële transacties meer geld binnen heeft gekregen dan dat ze heeft uitgegeven.  Het is echter wel van belang om het EMU-saldo in de juiste context te zien. De begroting van een gemeente wordt opgesteld volgens het stelsel van baten en lasten. Bij de berekening van het EMU-saldo wordt uitgegaan van ontvangsten en uitgaven (het kasstelsel). Dit betekent bijvoorbeeld dat investeringen  in het jaar van aanschaf volledig ten laste komen van het EMU-saldo, terwijl bij een stelsel van baten en lasten de investering wordt afgeschreven over de gebruiksduur.  Of dat toevoegingen aan voorzieningen ten laste van het resultaat gaan, maar pas bij besteding van de voorziening leiden tot een uitgave. Een positief begrotingssaldo hoeft dus niet te betekenen dat het EMU-saldo ook positief is.

4.6 Conclusie

Terug naar navigatie - 4.6 Conclusie

Het financieren met kortlopende leningen en de tijdelijke uitzettingen heeft binnen de kaders van het Treasurystatuut plaatsgevonden. De richtlijnen van de Wet Fido (kasgeldlimiet en renterisiconorm) zijn niet overschreden.

5 | Bedrijfsvoering

5.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 5.1 Inleiding

De paragraaf bedrijfsvoering heeft tot doel inzicht te geven in de beleidsvoornemens op het gebied van de bedrijfsvoering en de ontwikkeling van de organisatie. Een goede bedrijfsvoering is een randvoorwaarde voor een succesvolle uitvoering van de primaire processen en ontwikkelingen zoals gebiedsgericht werken en de omgevingswet. Onder bedrijfsvoering wordt verstaan: personeel en organisatie, informatievoorziening en automatisering, financiën, huisvesting (incl. facilitaire zaken), interne communicatie en juridische zaken (PIOFHA-JC).

5.2 Beleidskaders

Terug naar navigatie - 5.2 Beleidskaders

Het beleidskader voor de inrichting van de organisatie en de bedrijfsvoering is door het college vastgesteld in de volgende documenten:

  • Organisatiebesluit
  • Mandaatregister
  • Financiële verordening 2017

De kaders en de ambitie voor de ontwikkeling van de organisatie zijn vastgelegd in de visiedocumenten:

  • Epe regisserende gemeente
  • Toekomstvisie Epe 2030
  • Dienstverleningsvisie
  • Programmaplan Sterk Werk

5.3 Beleidsverantwoording

Terug naar navigatie - 5.3 Beleidsverantwoording

Net als veel andere gemeenten staat Epe voor een grote opgave: de samenleving verandert snel en er wordt van overheidsorganisaties een andere rol invulling gevraagd. Waar we voorheen vaak de bepaler waren, hebben we steeds vaker de rol van medespeler. Dat vraagt nogal wat. Van de raad, het college en het ambtelijk apparaat. Voor iedereen heeft dit gevolgen. Om invulling te geven aan de visie op de organisatie is er in 2022 ingezet op de volgende onderdelen.

5.3.1 Organisatie

Terug naar navigatie - 5.3.1 Organisatie

De activiteiten en projecten die nodig zijn om de gemeentelijke organisatie sterk en toekomstbestendig te maken waren samengebundeld in het programma Sterk Werk. Het programma eindigde in 2021 en is in 2022 overgegaan in het organisatieontwikkelingstraject: Epe doet het (buiten)gewoon! 

Corona heeft een enorme impact gehad op de manier waarop we met elkaar en met onze inwoners, instellingen en bedrijven samen werken en in verbinding staan. In 2020 en 2021 hebben we het grootste gedeelte van onze tijd op afstand, digitaal met elkaar samengewerkt. Ook in 2022 zijn we gestart vanuit een lockdown situatie. Dit heeft zijn sporen nagelaten. Fysiek overleg, ontmoeten en samenwerken leidt in veel gevallen tot hogere productiviteit, hogere kwaliteit en tot betere relaties. Essentiële ingrediënten om een hoge kwaliteit dienstverlening te realiseren. Tegelijkertijd zien we ook dat de nieuwe digitale instrumenten voordelen hebben. De optimale mix van inzet van digitale instrumenten gecombineerd met ons organisatieontwikkelingstraject biedt kansen om onze dienstverlening op een hoger niveau te krijgen. 

De afgelopen jaren hebben we gezien dat de klantvraag is geïntensiveerd. Deze intensivering is zowel kwantitatief als kwalitatief. Er zijn significant meer (aan)vragen en de vragen zijn complexer van aard. Om deze ontwikkelingen effectief en efficiënt in onze bedrijfsvoering op te nemen, heeft de raad hier grotendeels incidentele middelen voor gegeven bij de begrotingsbehandeling 2022-2025. Bij de begrotingsbehandeling 2023-2026 is een groot deel van deze middelen structureel gemaakt. Dit biedt de mogelijkheid om de balans in 2023 tussen inhuur en vaste medewerkers te herstellen. Een aantal factoren heeft geleid tot een relatief hoge inhuur in 2022: 
•    Krapte op de arbeidsmarkt wat maakt dat vacatures moeilijk in te vullen zijn. De doorlooptijd van vacatures is lang, waardoor er ingehuurd moet worden om het werk door te laten gaan. 
•    Stijging in de klantvraag, wat opgevangen moet worden door tijdelijke medewerkers (inhuur). 
•    Incidentele middelen voor tijdelijke taken zorgen vaak voor tijdelijke invulling door middel van inhuur. 
•    Er was bij meerdere teams sprake van langdurige ziekte van medewerkers. Daarvoor moest personeel worden ingehuurd. Dit brengt aanzienlijk hogere kosten met zich mee. 

Epe doet het (buiten)gewoon! 
In 2022 is het programma Sterk Werk overgegaan in het organisatieontwikkelingstraject “Epe doet het (buiten)gewoon!” 

De afgelopen jaren hebben we diverse ontwikkelingen gezien die noopten tot een herijking van onze organisatieontwikkeling. De maatschappij en daarmee de behoefte/vraag van onze inwoners, bedrijven en instellingen verandert in een hoog tempo. Daarom ontwikkelt elke organisatie door en staat nooit stil. 

Sterk Werk was daarop de afgelopen jaren het antwoord van Epe. Ontwikkelingen zoals hierboven kort geschetst: corona, intensivering klantvraag en de grote uitdagingen op het gebied van klimaat, energie, jeugd etc. vereisten een herijking van dit antwoord. Diverse onderzoeken hebben voeding gegeven aan de nieuwe richting die de organisatieontwikkeling heeft genomen. Deze is gestart met het herstellen van verbindingen: intern en extern. Dit is de katalysator voor het doorontwikkelen van de organisatie. Onze visie is als volgt geformuleerd: 
We zijn een organisatie die in verbinding staat met de samenleving, denkt in mogelijkheden, transparant is en waar we fijn (samen)werken. 
Het programma wat in 2023 verder wordt uitgewerkt en uitgevoerd zorgt ervoor dat verbindingen worden hersteld: tussen collega’s, tussen diverse gremia (raad, college, ambtelijk apparaat) maar vooral met de maatschappij! Hiervoor worden diverse acties op verschillende niveaus ingezet. Denk hierbij aan: uitbreiding Eper Academie voor ontwikkeling van medewerkers en leidinggevenden, werken met heldere opdrachten en aan de slag met werken vanuit de bedoeling.

5.3.2 Communicatie

Terug naar navigatie - 5.3.2 Communicatie

Actieve communicatie en inwonerparticipatie
In 2022 is er gestart met een integrale visie op communicatie, dienstverlening en participatie. De besluitvorming door de raad vind plaats in 2023. Verder is er ingezet op het trainen van medewerkers in Omgevingsbewust Werken en Communiceren. Uitgangspunt hierbij is dat de communicatieaanpak integraal onderdeel is van beleids- of projectvoorstellen (en daarmee ook van de besluitvorming) en ook via deze route geborgd wordt. Dit draagt bij aan de kwaliteit van het beleid doordat belanghebbenden in een vroeg stadium in beeld zijn en hun ervaring en deskundigheid kunnen inbrengen. Het afgelopen jaar zijn een aantal projecten via deze nieuwe methode aangevlogen. Eén daarvan is het project statushouders, waarin alle disciplines betrokken zijn en waarvan het participatietraject nog steeds loopt. De gemeente blijft inwoners actief betrekken bij de ontwikkeling van beleid. Zo zijn er diverse bijeenkomsten georganiseerd rondom het Uitwerkingskader Zon en Windenergie en zijn inwoners betroken bij de voorbereidingen van nieuwbouwplan ’t Slath en zijn er bijeenkomsten georganiseerd over de visie Toekomstige maatschappelijke accommodaties. 

5.3.3 Informatievoorziening en Automatisering

Terug naar navigatie - 5.3.3 Informatievoorziening en Automatisering

In paragraaf 5.3.1 noemden we al dat digitalisering kansen biedt. 
Ons kantoor en (digitale) werkplekken zijn ingericht om digitaal te kunnen (samen)werken . In 2022 hebben we de outsourcing van onze ICT-infrastructuur kunnen voltooien. Ten aan zien van gegevensmanagement zijn de meest urgente acties opgepakt waaronder een nulmeting. De actualisatie van ons informatiebeleid is opgepakt in 2022 en bijna voltooid. 

Informatiebeveiliging 
Digitale veiligheid is een essentiële randvoorwaarde voor vertrouwen in onze steeds meer digitale economie en -samenleving. De gemeente heeft ervoor gekozen een samenhangend niveau van veiligheid na te streven door de op ISO27002 gebaseerde ‘Baseline InformatiebeveiligingOverheid’ (de BIO) te hanteren. Dit is de basisnorm voor informatieveiligheid binnen de overheid. Om aan de BIO te voldoen moeten wij aan veel maatregelen en controles voldoen. Er is planmatig gewerkt aan het -blijvend – voldoen aan de BIO.

We leggen verantwoording af over onze informatieveiligheid middels diverse rapportages. Verantwoording over onze informatieveiligheid en informatiekwaliteit verloopt via de ENSIA systematiek. Dat staat voor Eenduidige Normatiek Single Information Audit. Daarnaast worden we extern geaudit voor twee DigiD aansluitingen (Zaaksysteem en iBurgerzaken). Dit gold ook voor de Suwinet-aansluiting. Hierbij is ook het gebruik van SUWInet door de gemeente Apeldoorn voor de uitbestede taken m.b.t. werk en inkomen meegenomen. Daarnaast zijn er diverse zelfevaluaties uitgevoerd.

Omgaan met veiligheidsincidenten is een belangrijk onderdeel van ons dagelijks werk.  U moet hierbij denken aan meldingen die betrekking hebben op de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van onze systemen. Een belangrijk onderdeel hiervan zijn datalekken. Datalekken zijn incidenten met persoonsgegevens. Deze worden behandeld via een aparte procedure en vastgelegd in datalekregister. 

Een ander onderdeel van informatieveiligheid is bewustwording. Dit helpt om het aantal veiligheidsincidenten te beperken. Onder de noemer “veiligheid inbegrEPEn” is aandacht besteed aan bewustwording. Naast informatieveiligheid en privacy wordt hierbij ook aandacht besteed aan het onderwerp kwaliteit van gegevens, gebruik van basisregistraties etc. Hiervoor zijn diverse acties uitgevoerd. U kunt hierbij denken aan de inzet van een mystery-guest, phishing campagne en de inzet van de “awareness game". 

De taken op het gebied van informatieveiligheid nemen toe. De informatieveiligheidsorganisatie hebben we robuuster neergezet door taakverschuivingen en uitbreiding. 

Gegevensmanagement 
In 2022 is er een 0-meting gegevensmanagement uitgevoerd, zijn we aangesloten op Digilevering en Digimelding, hebben we ons kwaliteitssysteem voor onze basisregistraties uitgebreid, hebben we het belang van gegevensmanagement in de e-learning informatieveiligheid gebracht en zijn er dashboards ten behoeve van onze werkprocessen gerealiseerd. In het nieuwe informatiebeleid wordt gegevensmanagement verder vormgegeven. Gegevensmanagement is een belangrijke pijler in ons informatiebeleid. Het gaat hierbij de komende tijd om het beter beschikbaar maken van onze gegevens ten behoeve van hergebruik, waarde creatie en het verder op orde brengen van onze basis. Kortom randvoorwaarden om datagedreven te kunnen gaan werken. 

Wet open overheid (WOO)
Per 1 mei 2022 is de Woo (wet open overheid) ingegaan als vervanging van de Wob (wet openbaarheid bestuur). Epe heeft ervoor gezorgd dat per 1 mei de Woo-verzoeken ingediend kunnen worden (ook digitaal). 

De rijksoverheid heeft de ontwikkeling van het platform open overheidsinformatie (PLOOI) bijgesteld. Daardoor kan de centrale publicatie nog niet plaatsvinden. Epe zal daarom de eerste vier (van de elf) categorieën van documenten zelf actief gaan publiceren via de eigen website. Dit betreft: bereikbaarheidsgegevens, stukken van college en raad, convenanten en Woo-verzoeken.

 

5.3.4 Juridische Zaken

Terug naar navigatie - 5.3.4 Juridische Zaken

In 2022 zijn een aantal Data Protection Impact Assessments uitgevoerd door de gehele organisatie heen, de privacy-, data- en informatiebeveiligingsaspecten worden in een vroeg stadium betrokken binnen werkprocessen, het implementeren van applicaties en aanbestedingen en relevante wet- en regelgeving (zoals de Wet politiegegevens, hierna: Wpg). Eveneens is er gewerkt aan bewustwording op dit vlak. 

In 2023 wordt gewerkt aan het up-to-date brengen van alle ethische, design- en technische toetsingen en het optimaliseren van de formatie op dit vakgebied en (de uitvoering van) het beleid met betrekking tot privacy, data en informatiebeveiliging. 

5.3.5 Financiën

Terug naar navigatie - 5.3.5 Financiën

Nieuw financieel systeem/Inkoop 
Het nieuwe financieel systeem biedt mogelijkheden om inkoop en financiën meer te integreren en hiermee als organisatie meer “in control” te komen. De integratie tussen inkoop en financiën vindt plaats in 2023. 

Onderzoek dubbele betalingen en BTW/BTW-compensatiefonds 
Op basis van no cure no pay is de administratie over de jaren 2016 tot en met 2021 onderzocht op dubbele dan wel onverschuldigde betalingen of er ten onrechte BTW bedragen in rekening zijn gebracht dan wel BTW bedragen niet zijn verrekend met de fiscus. Ook is het saldo vergeleken met onze belangrijkste leveranciers.
    
De dubbele dan wel onverschuldigde betalingen en de saldo vergelijking met onze belangrijkste leveranciers was nagenoeg nihil. 

 

5.3.6 Planning en Control

Terug naar navigatie - 5.3.6 Planning en Control

De planning en control cyclus kon in 2022 grotendeels volgens planning worden uitgevoerd. Op basis van evaluaties worden regelmatig verbeteringen in de deelprocessen doorgevoerd, vanuit de vraag naar de klantwaarde. Er wordt gewerkt vanuit een ‘procesgerichte aanpak’, waarbij gaandeweg meer gebruik wordt gemaakt van geautomatiseerde toepassingen (zoals ‘workflow’). 
Door verscherping van eisen bij de accountantscontrole, de impact van de taken in het sociale domein voor de financiële verantwoording en het toenemend aantal specifieke regelingen/uitkeringen, waarover verantwoording moet worden afgelegd, kan behandeling en vaststelling van de jaarstukken door de raad doorgaans niet eerder dan in juni/juli plaats vinden. 

In 2022 is de raad eenmaal (in het voorjaar) in de voortgangsrapportage geïnformeerd over de afwijkingen in de uitvoering van de geplande activiteiten en de verwachte financiële mee- en tegenvallers. 

In 2022 is geen Perspectiefnota opgesteld, omdat relevante (inhoudelijke) ontwikkelingen en verwachtingen ten aanzien van het financiële meerjarenperspectief onderdeel waren van het proces van opstellen van het raads- en coalitieakkoord. Deze vormden, samen met het opgestelde collegeprogramma 2022-2026 het kader/uitgangspunt voor de in het najaar aan de raad aangeboden programmabegroting voor de komende 4 jaar. Meest in het oog springend hierin zijn het verbeterde financiële beeld voor de periode tot en met 2025 en de onzekerheid en hiermee samenhangende risico's voor de jaren er na. 

Door middel van een projectmatige aanpak zijn ook in 2022 de uitdagingen als gevolg van de coronasituatie aangegaan, vanuit het door de raad vastgestelde beleidskader voor de uitgaven van acute hulp, voor overbrugging en herstel en voor het opstellen van een 'stimuleringsagenda'. De raad is enkele keren geïnformeerd in een 'coronarapportage' over de actuele stand van zaken (indicaties van de verwachte kosten en opbrengsten). 

Epe viel in 2022 opnieuw onder het repressieve toezicht van de provincie, de lichtste vorm van toezicht. Dit geldt ook voor 2023. 

De 'verbijzonderde interne controle' (VIC) over 2022 is uitgevoerd, gericht op de opzet, het bestaan en de werking van processen en de daarin opgenomen beheersmaatregelen. Daarbij is de aandacht vooral gericht op de rechtmatige uitvoering van de processen. Verbeterpunten worden gerapporteerd en stap voor stap geïmplementeerd. 

In de commissie planning en control heeft in 2022 driemaal overleg plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van gemeenteraad en vakspecialisten uit de gemeentelijke organisatie. Onderwerpen die aan de orde waren betreffen de planning en control cyclus, de algemene uitkering uit het gemeentefonds, de rechtmatigheidsverantwoording (ingaande 2023), bedrijfsvoeringzaken en het overleg met de accountant. Met de huidige accountant is een contract gesloten met een looptijd van vier jaar (2020-2023).

5.3.7 Rechtmatigheidsverantwoording

Terug naar navigatie - 5.3.7 Rechtmatigheidsverantwoording

In 2021 is duidelijk geworden dat de (landelijke) invoering van de rechtmatigheidsverantwoording is vertraagd. We gaan er nu vanuit dat vanaf boekjaar 2023 het college een verantwoording over de rechtmatigheid zal gaan afgeven bij de jaarrekening. Tot en met 2022 geeft de accountant een oordeel over de rechtmatigheid in de controle verklaring bij de jaarrekening.

Om een oordeel te kunnen geven over de rechtmatigheid (zowel door de accountant als door het college) heeft het college een systeem van interne beheersing ingericht dat er op gericht is dat de jaarrekening inclusief de rechtmatigheidsverantwoording wordt opgesteld zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In de toekomstige rechtmatigheidsverantwoording zal het college aangeven of en in welke mate er afwijkingen zijn geconstateerd die in totaal uitkomen boven de door de raad vastgestelde tolerantiegrens (fouten en/of onzekerheden). Daarnaast zullen door het college eventuele tijdens de interne controle gesignaleerde afwijkingen onder die grens worden toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering.
In de rechtmatigheidsverantwoording zal het college aangeven of het van mening is dat de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor gestelde grens. Dat wil zeggen: in overeenstemming met door de raad vastgestelde kaders zoals de begroting en gemeentelijke verordeningen en met bepalingen in de relevante wet- en regelgeving. Geconstateerde afwijkingen zullen worden vermeld. Voor de jaarrekening 2021 en 2022 geeft de accountant dit nog aan in zijn ‘Verslag van bevindingen’.

De raad heeft besloten (voorjaar 2021) over het ambitieniveau van de mate van 'in control zijn' en de te hanteren tolerantie- en rapporteringsgrenzen. Bij de verdere uitwerking zal bepalend zijn in hoeverre het niveau van interne beheersing (kwaliteit en uitvoering van de processen) in relatie tot het risicomanagement voldoende op niveau zijn, zodat het college de rechtmatigheidsverantwoording kan afgeven. Via de paragraaf Bedrijfsvoering wordt de raad geïnformeerd over de voortgang en de stand van zaken ten aanzien van het 'rechtmatig handelen'.

6 | Verbonden Partijen

6.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 6.1 Inleiding

De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in de relaties en verbindingen van de gemeente met 'verbonden partijen. Van een verbonden partij' is sprake wanneer er vanuit de gemeente bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend en wanneer er financiële belangen mee gemoeid zijn. 

  • Onder bestuurlijk belang wordt verstaan het hebben van een zetel in het bestuur van de verbonden partij of het hebben van stemrecht. 
  • Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld (en die ze in geval van faillissement van de verbonden partij kwijt kan zijn) en/of in geval dat er financiële problemen ontstaan bij de verbonden partij er verhaal op de gemeente kan plaatsvinden.

6.3 Beheersing risico's

Terug naar navigatie - 6.3 Beheersing risico's

De verbonden partijen van de gemeente Epe lopen sterk uiteen in (financiële) omvang en vorm. Hierdoor variëren ook de gemeentelijke belangen en risico’s sterk. Op basis van de in de nota verbonden partijen 2023 opgenomen risico analysemodellen wordt per partij bezien hoeveel bestuurlijk (inhoudelijk) en financieel belang er is en hoeveel risico er wordt gelopen. Op basis van beide analyses wordt tweemaal per jaar het risicoprofiel bepaald. Hoe groter het bestuurlijk en/of financieel belang bij een verbonden partij, hoe intensiever de sturing. Er zijn drie risicoprofielen:

Basis pakket
Verbonden partijen waarbij de gemeente een laag bestuurlijk en financieel risico loopt worden ingedeeld in het Basis pakket. De gemeenteraad wordt over verbonden partijen in dit pakket geïnformeerd bij de gemeentelijke begroting en jaarrekening.

Pluspakket
Verbonden partijen waarbij de gemeente een gemiddeld bestuurlijk of financieel risico loopt worden ingedeeld in het Pluspakket. Aanvullend op het Basis pakket wordt de gemeenteraad ook bij de voortgangsrapportage geïnformeerd over deze verbonden partijen, zo nodig ook met een informatienota. Daarnaast zal de bestuurlijke en ambtelijke overleg frequentie met deze verbonden partijen hoger zijn dan bij de partijen in het basispakket. Tot slot worden deze verbonden partijen ook periodiek geagendeerd in het college.

Plusplus pakket
Verbonden partijen waarbij de gemeente een hoog bestuurlijk en financieel risico loopt worden ingedeeld in het Plusplus pakket. Aanvullend op het Pluspakket wordt het bestuurlijke en ambtelijke overleg nog verder geïntensiveerd met deze verbonden partijen. 

6.4 Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - 6.4 Overzicht verbonden partijen

Op basis van regelgeving volgt hierna het overzicht van bestaande verbonden partijen. Daarin wordt per partij de voorgeschreven informatie verschaft. Bij de gemeenschappelijke regelingen die geen eigen vermogen hebben is het financieel belang van de gemeente gelegen in de verplichting om bij te springen als er financiële problemen ontstaan bij de verbonden partij. 

 

Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Volledige naam N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
Vestigingsplaats Den Haag
Vorm Vennootschap
Wijze van belang Algemene vergadering
Openbaar belang Bank voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang
1 jan. 2022 31 dec. 2022
Financieel belang van de gemeente € 152.000 € 152.000
Eigen vermogen van de verbonden partij € 5.062.000.000 € 4.615.000.000
Vreemd vermogen van de verbonden partij € 143.995.000.000 € 107.459.000.000
Financieel resultaat van de verbonden partij € 300.000.000
Gerealiseerde beleidsvoornemens BNG Bank streeft niet naar winstmaximalisatie, maar naar maatschappelijke impact en een redelijk rendement voor de aandeelhoudende overheden.
Risicoprofiel laag (basispakket)

 

Circulus
Volledige naam Circulus B.V.
Vestigingsplaats Apeldoorn
Vorm Vennootschap
Wijze van belang Algemene vergadering
Openbaar belang Afvalverwijdering en straatreiniging
1 jan. 2022 31 dec. 2022
Financieel belang van de gemeente € 796.446 € 860.818
Eigen vermogen van de verbonden partij € 16.142.000 € 16.180.000
Vreemd vermogen van de verbonden partij € 37.555.000 € 40.138.821
Financieel resultaat van de verbonden partij € 80.000
Gerealiseerde beleidsvoornemens De beleidsvoornemens van Circulus staan beschreven in de Strategienota 2021-2024. Circulus richt zich hierin op de volgende strategische speerpunten: - We ontwikkelen ons verder als solide partner voor gemeenten, inwoners en samenwerkingspartners. - We ondernemen initiatieven om nog meer milieuwinst te boeken. - Met gemeenten en inwoners geven we verder vorm aan een buitengewone leefomgeving. - We versterken onze rol in het sociaal domein. In 2022 is de gemeente samen met Circulus gestart met een onderzoek naar het opzetten van een Circulair Ambachtscentrum in de gemeente.
Risicoprofiel laag (basispakket)

 

GGD NOG
Volledige naam GGD Noord- en Oost Gelderland
Vestigingsplaats Warnsveld
Vorm Gemeenschappelijke regeling: openbaar lichaam
Wijze van belang Voorzitter dagelijks en algemeen bestuur
Openbaar belang GGD NOG beschermt, bewaakt en bevordert degezondheid van de inwoners van 22 gemeenten die bij de GGD NOG zijn aangesloten.
1 jan. 2022 31 dec. 2022
Financieel belang van de gemeente € 128.160 € 117.130
Eigen vermogen van de verbonden partij € 2.900.000 € 2.656.000
Vreemd vermogen van de verbonden partij € 10.200.000 € 8.787.000
Financieel resultaat van de verbonden partij -€ 487.000
Gerealiseerde beleidsvoornemens -Uitvoering gegeven aan de Wet Publieke Gezondheid (WPG); -Uitvoering gegeven aan de Samenwerkingsregeling GGD NOG en de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr).
Risicoprofiel laag (basispakket)

 

Leisurelands
Volledige naam Leisurelands B.V.
Vestigingsplaats Arnhem
Vorm Vennootschap
Wijze van belang Algemene vergadering
Openbaar belang Openbare toegankelijkheid dagrecreatieterrein Kievitsveld
1 jan. 2022 31 dec. 2022
Financieel belang van de gemeente € 6.705 € 6.705
Eigen vermogen van de verbonden partij € 79.651.000 € 77.432.000
Vreemd vermogen van de verbonden partij € 15.651.000 € 15.023.000
Financieel resultaat van de verbonden partij -€ 2.219.000
Gerealiseerde beleidsvoornemens Sterke uitgangspositie behouden, intensieve samenwerking met partners, ontwikkeling duurzame exploitatie.
Risicoprofiel laag (basispakket)

 

Lucrato
Volledige naam Werkbedrijf Lucrato
Vestigingsplaats Apeldoorn
Vorm Gemeenschappelijke regeling: openbaar lichaam
Wijze van belang Lid dagelijks bestuur
Openbaar belang Het bieden van werkplekken voor inwoners met een arbeidshandicap, die niet zelfstandig kunnen werken (WSW) of alleen in een beschutte werkomgeving en begeleiding naar werk (re-integratie) van mensen die onder de Participatiewet vallen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
1 jan. 2022 31 dec. 2022
Financieel belang van de gemeente € 466.350 € 498.080
Eigen vermogen van de verbonden partij € 3.109.000 € 3.113.000
Vreemd vermogen van de verbonden partij € 4.384.000 € 3.960.000
Financieel resultaat van de verbonden partij € 0 -€ 62.000
Gerealiseerde beleidsvoornemens Voor het realiseren en vergoten uitstroomdoelstelling Participatiewet: - Efficiënte inzet op begeleiden inwoners naar passende arbeidsplek; - Maatwerkdienstverlening verankeren is de basis dienstverlening aangesloten op de doelen van de prestatieafspraken. Instroom (nieuwe uitkeringsgerechtigde), doorstroom (groei op de particpatieladder) en uitstroom (betaalde baan of opleiding). - Aandacht voor de diverse doelgroepen: WSW, Beschut, doelgroepregister (DGR), GGZ en statushouders.
Risicoprofiel gemiddeld (pluspakket)

 

Omgevingsdienst OVIJ
Volledige naam Omgevingsdienst Veluwe Ijssel (OVIJ)
Vestigingsplaats Apeldoorn
Vorm Gemeenschappelijke regeling: openbaar lichaam
Wijze van belang Voorzitter dagelijks bestuur
Openbaar belang Uitvoering wettelijke milieutaken
1 jan. 2022 31 dec. 2022
Financieel belang van de gemeente € 36.886 -€ 25.798
Eigen vermogen van de verbonden partij € 271.608 -€ 184.665
Vreemd vermogen van de verbonden partij € 2.220.597 € 1.506.417
Financieel resultaat van de verbonden partij -€ 442.490
Gerealiseerde beleidsvoornemens Uitvoering (wettelijke) milieutaken
Risicoprofiel laag (basispakket)

 

OMVV
Volledige naam Ontwikkelingsmaatschappij Vitale Vakantieparken B.V.
Vestigingsplaats Arnhem
Vorm Vennootschap
Wijze van belang Algemene vergadering
Openbaar belang Revitalisering vakantieparken
1 jan. 2022 31 dec. 2022
Financieel belang van de gemeente € 1.565 € 1.565
Eigen vermogen van de verbonden partij € 7.272.634 € 6.962.886
Vreemd vermogen van de verbonden partij € 58.808 € 35.975
Financieel resultaat van de verbonden partij € -309.748
Gerealiseerde beleidsvoornemens Het verbeteren van de kwaliteit van de vakantieparken en hiermee bij te dragen aan een sterkere positie van de Veluwe als toeristisch-recreatieve bestemming.
Risicoprofiel laag (basispakket)

 

Plus OV
Volledige naam Basismobiliteit
Vestigingsplaats Lochem
Vorm Gemeenschappelijke regeling: openbaar lichaam
Wijze van belang Lid van dagelijks bestuur
Openbaar belang De vervoerscentrale van PlusOVz zorgt voor de uitvoering van het vervoer.
1 jan. 2022 31 dec. 2022
Financieel belang van de gemeente € 49.014 € 68.878
Eigen vermogen van de verbonden partij € 409.559 € 575.538
Vreemd vermogen van de verbonden partij € 6.878.591 € 4.631.140
Financieel resultaat van de verbonden partij € 55.194
Gerealiseerde beleidsvoornemens Het doel was om de betrouwbaarheid van de klant naar een hoger niveau te tillen. Er zijn verschillende speerpunten geformuleerd zoals aanschaf van software, medewerkers betrekken bij ontwikkeling en sturen op KPI's. De eerste activiteiten rondom deze speerpunten zijn uitgevoerd en de effecten worden zichtbaar.
Risicoprofiel gemiddeld (pluspakket)

 

Regio Stedendriehoek
Volledige naam Gemeenschappelijke regeling regio Stedendriehoek
Vestigingsplaats Apeldoorn
Vorm Gemeenschappelijke regeling: openbaar lichaam
Wijze van belang Lid bestuur en lid regiorraad
Openbaar belang Belangenbehartiging op gebied van ruimtelijke ordening en landschapsontwikkeling, volkshuisvesting, sociaaleconomische ontwikkeling en arbeidsvoorziening, verkeer en vervoer, onderwijs en welzijn en recreatie
1 jan. 2022 31 dec. 2022
Financieel belang van de gemeente € 11.333 € 11.333
Eigen vermogen van de verbonden partij € 152.515 € 146.672
Vreemd vermogen van de verbonden partij € 1.189.774 € 608.883
Financieel resultaat van de verbonden partij € 146.672
Gerealiseerde beleidsvoornemens Een slagvaardige regionale netwerkorganisatie die vanuit gezamenlijk eigenaarschap op zowel bestuurlijk als ambtelijk niveau en samen met de Board en bovenregionale partners werkt aan het lange termijnperspectief van de regio.
Risicoprofiel laag (basispakket)

 

Streekarchief
Volledige naam Streekarchief Epe, Hattem en Heerde
Vestigingsplaats Epe
Vorm Gemeenschappelijke regeling: centrumgemeente
Wijze van belang Voorzitter commissie en plaatsvervangend lid
Openbaar belang Het beheer van de oude openbare archieven en het toezicht op het beheer van de nieuwe archieven.
1 jan. 2022 31 dec. 2022
Financieel belang van de gemeente € 0 € 0
Eigen vermogen van de verbonden partij € 0 € 0
Vreemd vermogen van de verbonden partij € 0 € 0
Financieel resultaat van de verbonden partij € 0
Gerealiseerde beleidsvoornemens Het beheer van de oude openbare archieven en het toezicht op het beheer van de nieuwe archieven.
Risicoprofiel laag (basispakket)

 

Tribuut
Volledige naam Tribuut belastingsamenwerking
Vestigingsplaats Epe
Vorm Gemeenschappelijke regeling: bedrijfsvoeringsorganisatie
Wijze van belang bestuurslid
Openbaar belang Het uitoveren van de gemeentelijke belastingen en Wet waardering onroerende zaken
1 jan. 2022 31 dec. 2022
Financieel belang van de gemeente € 98.000 € 84.850
Eigen vermogen van de verbonden partij € 902.095 € 819.095
Vreemd vermogen van de verbonden partij € 1.241.880 € 1.115.088
Financieel resultaat van de verbonden partij € 509.429
Gerealiseerde beleidsvoornemens 4e ster Waarderingskamer voor uitvoering WOZ-proces. Medewerkerstevredenheid 8,0. Gemeente Brummen als deelnemer toegetreden tot Tribuut. Gestart met herinrichting ICT-infrastructuur.
Risicoprofiel laag (basispakket)

 

VNOG
Volledige naam Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland
Vestigingsplaats Apeldoorn
Vorm Gemeenschappelijke regeling: openbaar lichaam
Wijze van belang Lid algemeen bestuur
Openbaar belang "De missie van de VNOG is “Samen werken aan veiligheid”. Dit bereikt de VNOG door zich sterk te maken voor de kwaliteit en efficiency van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, bevolkingszorg en crisisbeheersing en rampenbestrijding." ,
1 jan. 2022 31 dec. 2022
Financieel belang van de gemeente € 630.725 € 703.351
Eigen vermogen van de verbonden partij € 15.534.707 € 17.323.913
Vreemd vermogen van de verbonden partij € 38.203.358 € 35.566.035
Financieel resultaat van de verbonden partij € 2.509.728
Gerealiseerde beleidsvoornemens Het voorkomen, beperen en bestrijden van haar incidenten, rampen en crises. Zelfredzaam en risicobewust. Vakbekwama en deskundig, een sterke informatiepositie en een gezonde financiele basis. VNOG heeft nog niet alle voornemens kunnen uitvoeren zoals die in de begroting waren opgenomen. Ook in 2022 drukte COVID-19 een stempel op de activiteiten.
Risicoprofiel laag (basispakket)

 

Vitens
Volledige naam Vitens N.V.
Vestigingsplaats Zwolle
Vorm Vennootschap
Wijze van belang Algemene vergadering
Openbaar belang Zorgen voor betrouwbaar, betaalbaar en beschikbaar drinkwater, voor nu en later.
1 jan. 2022 31 dec. 2022
Financieel belang van de gemeente € 35.000 € 35.000
Eigen vermogen van de verbonden partij € 600.300.000 € 649.500.000
Vreemd vermogen van de verbonden partij 1.387,8 mln. 1446,6 mln
Financieel resultaat van de verbonden partij € 8.200.000
Gerealiseerde beleidsvoornemens In 2022 zijn de volgende doelen gehaald: - Geen grote incidenten of verstoringen in de leveringszekerheid van drinkwater - De gewenste waterkwaliteitsindex is behaald, de kwaliteit kan haast niet beter - De solvabiliteit is niet op de gewenste streefwaarde voor financieel beleid, maar voldoet wel aan de minimale eisen. In 2022 is er minder omzet (door minder waterverbruik door klanten) gerealiseerd en zijn er meer kosten gemaakt door stijgende prijzen voor energie en grondstoffen. Hierdoor stijgen de schulden ten opzichte van de het eigen vermogen. - Er zijn een aantal innovaties geïmplementeerd. - Er is gewerkt aan samenwerking in de waterketen met stakeholders.
Risicoprofiel laag (basispakket)

7 | Grondbeleid

7.2 Grondbeleid in Epe

Terug naar navigatie - 7.2 Grondbeleid in Epe

Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van het collegeakkoord en de volgende programma’s in de programmabegroting:

  • Ruimte en wonen (programma 5)
  • Bedrijvigheid (programma 9).

De gemeente Epe voert een facilitair grondbeleid. Daarbij volgt de gemeente de ontwikkelingen eerder dan dat ze die initieert. De gemeente speelt in op particuliere initiatieven, zonder zelf de beschikking te verkrijgen over de grond. Hierbij heeft de gemeente een voorwaardenscheppende rol door middel van de structuurvisie en het bestemmingsplan. Marktpartijen verwerven en exploiteren de grond. De risico's voor de gemeente bij facilitair grondbeleid zijn minimaal; de gemeente koopt geen grond en het ontwikkelrisico ligt bij een private partij.
De gemeente Epe beschikt over een voorraad aan (eigen) grond die kan worden ontwikkeld. Voorbeelden hiervan zijn: Eekterveld IV Vaassen, Oosterhof-Zuid Vaassen, ’t Slath in Epe en Hoge Weerd in Epe. Dit is ontstaan door (actief) verwerven of doordat de grond (historisch) al in eigendom bij de gemeente was. Een deel van deze gronden worden opgenomen in grondexploitaties en zullen nadat ze bouwrijp zijn gemaakt, als bouwterrein worden uitgegeven door verkoop. Daarnaast geldt voor een deel van de gronden dat de ontwikkelingen nog in voorbereiding zijn.

In 2023 wordt een geactualiseerde nota Grondbeleid aan de raad aangeboden.

7.3 Grondexploitaties

Terug naar navigatie - 7.3 Grondexploitaties

7.3.1     Voortgang van de exploitaties

Kweekweg VI Epe
In 2022 is het laatste perceel bedrijfsterrein verkocht.
    
De Pirk-Noord Vaassen
Van de 74 geplande woningen in dit plan zijn er 66 opgeleverd.

Hoge Weerd Epe
De realisatie van de sociale huurwoningen en de seniorenwoningen is gestart.

Klaarbeek Epe
Voor dit plan worden geen inkomsten meer verwacht en zijn de nog te verwachten uitgaven relatief laag.

Aankomende exploitaties
•    Het plan Oosterhof-Zuid (woningbouw) bevindt zich in de fase van de ruimtelijke procedure. De grondexploitatie is vastgesteld januari 2023.
•    Het plan ’t Slath (woningbouw) is in voorbereiding.
•    Het plan Eekterveld IV (bedrijventerrein) is in voorbereiding.

7.3.2 Parameters grondexploitatiebegrotingen
Bij de actualisatie van de grondexploitatiebegrotingen per 31 december 2022 van de plannen van het grondbedrijf zijn de volgende parameters gehanteerd:
•    Kostenstijging        = 5% per jaar
•    Opbrengstenstijging    = bedrijfsterrein: 0% per jaar, bouwterrein voor woningen: 0%
•    Rekenrente            = 0,57% per jaar

7.3.3 Voortgang van de plannen

  • Kweekweg VI Epe
    In dit plan zijn in 2022 geen percelen bedrijfsterrein verkocht. Het laatste bedrijfsterrein van 591 m² wordt in 2022 uitgegeven.

  • De Pirk-Noord Vaassen
    Voor dit plan is in 2007 een anterieure overeenkomst gesloten met De Pirk BV. Van de 74 woningen zijn er 66 opgeleverd. In 2021 is overeenstemming bereikt voor de verwerving van de laatste percelen ter afronding van het plan.

  • Hoge Weerd Epe
    In december 2021 is hiervoor een grondexploitatie vastgesteld. De ontwikkeling van 24 sociale huurwoningen en 4 seniorenwoningen start in 2022.

  • Klaarbeek Epe
    De verwachting is dat dit plan in 2022 kan worden afgesloten.

 

 

7.3.3 Tussentijdse winst- en verliesnemingen

Met zekerheid in de plannen gerealiseerde winsten moeten (op grond van voorschriften) tussentijds worden overgeboekt naar de reserve bouwgrondexploitatie. Op 31 december 2022 zijn de volgende tussentijdse winsten overgeboekt naar de reserve bouwgrondexploitatie:

 

Plan Winstneming
per 30-06-2022
Winstneming
per 31-12-2022
Totaal tussentijdse
winstneming 2022
Hoge Weerd Epe € 0 € 147.559 € 147.559
Kweekweg VI Epe € 17.237 € 1.321 € 18.558 
De Pirk-Noord Vaassen  € 0 0 € 0
Klaarbeek, Epe  € 1.870  € 0  € 1.870 

 

Als uit een grondexploitatiebegroting blijkt, dat er een verlies op een plan ontstaat, wordt dit verlies direct ten laste van de reserve bouwgrondexploitatie gebracht. In dit kader is op basis van de geactualiseerde grondexploitatiebegrotingen per 30 juni 2022 en 31 december 2022 voor het plan De Pirk-Noord een bedrag van resp. € 27.214 en € 48.834 als tussentijds verlies genomen en voor het plan Klaarbeek een verlies van € 273. Dit verlies wordt gedekt uit de reserve bouwgrondexploitatie.

 

7.3.4 Cijfers geactualiseerde grondexploitatiebegrotingen

In onderstaande tabel zijn de belangrijkste cijfers weergegeven van de grondexploitatiebegrotingen per 31 december 2022.

  Plan

 boekwaarde
31-12-2020*

verwacht eind-
resultaat grexen*

jaar
afsluiting plan

Hoge Weerd

+ € 750.492 + € 348.604 2025

De Pirk-Noord

+ € 396 - € 264.830 2024

Kweekweg VI

+ € 28.139 + € 851.064 2023

Klaarbeek

+ € 2.352 - € 158.128 2023

*     min (-) = nadelig; plus (+) = voordelig

De reeds tussentijds genomen winst- en verliesnemingen zijn meegenomen bij het bepalen van de verwachte eindresultaten.

7.4 Aan- en verkopen van gronden en opstallen

Terug naar navigatie - 7.4 Aan- en verkopen van gronden en opstallen

 

 

7.4.1     Aankopen
In 2022 is geen grond aangekocht.

7.4.2     Verkopen
In 2022 is verkocht:
•    Vastgoed incl. grond        4.867 m²
•    Woningbouw            3.550 m²
•    Bedrijfsterrein            602 m²
•    snippergroen             157 m²

7.5 Reserve bouwgrondexploitatie

Terug naar navigatie - 7.5 Reserve bouwgrondexploitatie

7.5.1 Reserve bouwgrondexploitatie

Voor het afdekken van de risico’s van de bouwgrondexploitatie is een reserve bouwgrondexploitatie gevormd. Het te hanteren model voor het berekenen van de reserve bouwgrondexploitatie is opgenomen in de Nota Grondbeleid 2013. 

De benodigde reserve bouwgrondexploitatie bedraagt per 31 december 2022 € 1.939.524. De werkelijke stand van de reserve bouwgrondexploitatie bedraagt per 31 december 2022 € 2.687.050  en is dus voldoende voor het afdekken van de risico’s van de bouwgrondexploitatie. 

8 | Decentralisaties sociaal domein

8.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 8.1 Inleiding

De gemeente is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet en de Participatiewet. In 2015 kwamen door de decentralisaties in het sociale domein meer taken terecht bij de gemeenten en werden de daarmee gemoeide budgetten voor de overheveling gekort. Gemeenten moeten met minder geld de zorg- en ondersteuningstaken uitvoeren. 

Een zorgvuldige implementatie van de nieuwe taken kostte tijd en is succesvol verlopen. Dat maakt het mogelijk om nu duurzaam te werken aan de transformatie. De gemeente Epe wil, samen met organisaties voor welzijn, zorg en ondersteuning, het sociale domein anders inrichten binnen de beschikbare budgetten. Daarbij ligt de nadruk op meer algemene voorzieningen voor alle inwoners van Epe, op preventie en op zorg dicht bij huis die aansluit op wat inwoners nodig hebben. Om de transformatie door te ontwikkelen en om te anticiperen op de ontwikkelingen binnen het sociaal domein heeft de gemeenteraad extra financiële middelen beschikbaar gesteld. Daarmee is onder andere de doorontwikkeling van de algemene voorziening Buurtpunten gefinancierd en wordt uitvoering gegeven aan het in 2020 opgestarte project ‘grip op zorg’. 

8.2 Beleidskaders

Terug naar navigatie - 8.2 Beleidskaders

Het beleid ten aanzien van de decentralisatie en transformatie in het sociaal domein is vastgelegd in:

  • Beleidsplan Sociaal Domein 2019-2022  (2018)
  • Visie Gebiedsgericht werken  (2016)
  • Sociale Agenda  (2021)
  • Inkoopkader 2019
  • Regiovisie Samen tegen huiselijk geweld 2020 t/m 2023
  • Sluitende aanpak personen met verward gedrag
  • Kadernota beschermd thuis 2022-2030

 

8.3.1 Wmo

Terug naar navigatie - 8.3.1 Wmo

Wat willen we bereiken?
De gemeente biedt ondersteuning voor inwoners voor wie meedoen niet vanzelfsprekend is (Wmo, Jeugdwet, Participatiewet). Dit doen wij op de volgende manier: 
•    het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van inwoners met een beperking of chronische, psychische of psychosociale problemen; 
•    het bevorderen van de sociale samenhang, mantelzorg, vrijwilligerswerk en het voorkomen van huiselijk geweld; 
•    het bieden van opvang (maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, beschermd wonen en verslavingszorg). 
Onze belangrijkste opgave is de transformatie: samen met onze uitvoeringspartners mensen centraal zetten en integraal werken. Dit doen wij met het doel om de zelfredzaamheid te vergroten en zodat alle inwoners kunnen meedoen.  

Wat hebben we gedaan in 2022? 
De activiteiten in het kader van Wmo zijn in programma 3 benoemd. De activiteiten richten zich op het bieden van maatwerk in de vorm van individuele en groepsbegeleiding, kortdurend verblijf/logeeropvang en beschermd wonen en het bieden van algemene voorzieningen. Uitgangspunten hierbij zijn dat: zorg en ondersteuning dichtbij inwoners is georganiseerd, er keuzevrijheid is in het ondersteuningsaanbod, de eigen regie en zelfredzaamheid van inwoners wordt versterkt en de financiën beheersbaar blijven. In 2022 hebben we onder andere het volgende hieraan gedaan:  
•    Uitvoeren van het Actieprogramma Sociaal Domein 2019-2022 (jaar 2022), die voortvloeit uit het beleidsplan Sociaal Domein ‘Samen meedoen mogelijk maken’ 2019-2022. 
•    Het opstellen van een nieuw integraal beleidsplan sociaal domein ‘Samen voor Elkaar’ 2023-2027 
•    De (door)ontwikkeling van laagdrempelige algemene voorzieningen (zoals de Buurtpunten en Steuntje in de Rug
•    De doorontwikkeling van het cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet
•    Voortzetten, evalueren en waar nodig bijsturen van de raamovereenkomst voor de individuele maatwerkvoorzieningen voor Jeugd, Wmo en Beschermd Wonen en de raamovereenkomst voor de hulpmiddelen; 
•    Uitvoeren van de Kadernota Beschermd Thuis 2022-2030 en het Ontwerp Beschermd Thuis en het regionale en lokale Jaarwerkplan. Waaronder de voorbereiding voor nieuwe inkoop.
•    Uitvoeren van de uitvoeringsagenda ‘Samen tegen huiselijk geweld 2020 t/m 2023’ samen met het beleidsterrein Jeugd; 
•    Doorontwikkelen van de monitoring gericht op de financiële en inhoudelijke uitvoering en de uitkomsten en bevindingen vertalen naar beleidskeuzes binnen het project ‘Grip op zorg’; 
•    Nieuw contract gesloten voor de medische advisering voor de Wmo, Jeugdwet, Leerlingenvervoer, Gehandicaptenparkeerkaarten en plaatsen

8.3.2 Jeugdzorg

Terug naar navigatie - 8.3.2 Jeugdzorg

Wat willen we bereiken?

Op basis van de Jeugdwet heeft het Rijk de gemeente de opdracht gegeven om gebruik maken van de eigen kracht van jongeren, ouders en hun sociale netwerk te stimuleren. Het is belangrijk dat zij de regie blijven houden over hun leven en dat ze samen met hun eigen omgeving en professionele hulpverleners naar oplossingen zoeken. Een deel van de jeugdhulp wordt lokaal georganiseerd, een deel regionaal met de zorgregio Midden-IJssel/Oost-Veluwe (gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe, Hattem, Heerde, Lochem, Voorst en Zutphen) en een deel bovenregionaal in G7 verband (regio’s Achterhoek, Centraal Gelderland, Food Valley, Midden-IJssel/Oost-Veluwe, Noord-Veluwe, Rijk van Nijmegen, Rivierenland).

Wat hebben we bereikt in 2022? 

De activiteiten in het kader van jeugdzorg zijn in programma 1 benoemd. Kader is het beleidsplan sociaal domein 2019 - 2022. Hieraan zit een lokaal uitvoeringsprogramma gekoppeld. Daarnaast werken we binnen de jeugdzorg regio nauw samen in de transformatie van de jeugdzorg en de inkoop van maatwerkvoorzieningen. In het programmaplan Wmo en Jeugdhulp 2020-2022 staan de doelen en inspanningen uitgewerkt. Thema’s als jeugdbeschermingszorg (met de Gelderse Verbeteragenda Jeugdbescherming) en de afbouw van residentiële jeugdzorg worden op G7 niveau opgepakt. In 2022 hebben we onder andere het volgende gedaan:
•    Evaluatie middels de Effectencalculator en start verdere implementatie van het gedachtengoed van de Nieuwe Route bij het CJG. Door personeelswisselingen binnen het CJG en de hoge werkdruk in de Jeugdzorg is het niet gelukt het gedachtengoed volledig te implementeren en te borgen in 2022.
•    We hebben een kader ‘Inzet extra rijksmiddelen jeugd’ opgesteld, om de extra Jeugdzorgmiddelen van het Rijk vanaf 2022 in te zetten om onder andere preventieve activiteiten te financieren en het toegangsteam CJG te versterken. 
•    Onderzoek gedaan naar de overgang van jongeren naar volwassenheid (18-/18+) en de bevindingen zijn meegenomen in het uitvoeringsprogramma, horend bij het nieuwe integrale Beleidsplan Sociaal Domein.
•    Er is meer geïnvesteerd in preventie, signalering en ambulante hulp om uithuisplaatsingen te voorkomen. Een aantal zorgaanbieders biedt een geïntegreerde zorgaanpak (GIZ), zodat kinderen in complexe situaties toch zoveel mogelijk thuis kunnen blijven wonen met inzet van extra ambulante begeleiding. Er is ook gewerkt aan de afbouw en ombouw van residentiële jeugdzorg.
•    De inkoop voor alle maatwerkvoorzieningen Wmo, Jeugdhulp en Beschermd Wonen is verlengd tot en met 2025. Er is een aantal optimalisatiemogelijkheden uitgewerkt en doorgevoerd. In afwachting van de Hervormingsagenda jeugd wordt besloten in hoeverre de nog niet doorgevoerde optimalisatiemogelijkheden binnen de raamovereenkomst worden uitgevoerd.
•    De samenwerking met huisartsen is gecontinueerd. In plaats van een GZ-psycholoog staan nu de jeugdconsulenten rechtstreeks in verbinding met de huisartsen. Dankzij deze ontwikkeling en de mogelijkheid om zorgmail in te zetten, weten de huisartsen het CJG beter te vinden.

8.3.3  De arbeidsmarkt (Participatiewet)

Terug naar navigatie - 8.3.3  De arbeidsmarkt (Participatiewet)

Wat willen we bereiken?
De Participatiewet is één regeling voor mensen voor wie het niet vanzelfsprekend is dat zij een plekje krijgen op de reguliere arbeidsmarkt. De gehele doelgroep, ook mensen met een arbeidsbeperking, participeert naar vermogen. Het streven is een inclusieve arbeidsmarkt. De inwoners met een korte afstand tot de arbeidsmarkt bewegen naar werk en een lange afstand tot de arbeidsmarkt krijgen kansen en mogelijkheden om zich te ontwikkelen. Deze ontwikkelingen volgen we via de participatieladder. Waarbij stap 1 geïsoleerd is en stap 6 een betaalde baan. 

Wat hebben we gedaan in 2022?
De activiteiten in het kader van Participatiewet zijn in programma 10 benoemd. De uitgangspunten uit de Kadernota Participatiewet zijn verder uitgewerkt in de Verordening Participatiewet. In 2022 hebben we onder andere het volgende gedaan:

  • Verhogen van het uitstroompercentage participatiewet;
    o    Dit in doelstellingen (prestatieafspraken) vastgelegd met Werkleerbedrijf Lucrato. 
    o    Lucrato en gemeente Apeldoorn hebben gezamenlijk een daling van het bestand gerealiseerd ondanks de verwachting van een stijgend bestand. 
    o    Een daling van 16 uitkeringsdossiers (inclusief Bijstand voor zelfstandigen). 
    o    De werkervaringsplekken zijn verder uitbereid van 30 naar 80 plekken over 13 verschillende organisaties. Zo is er extra inzet is voor het activeren van inwoners die al langere tijd een uitkering ontvangen. 
    o    Aanvullende op de reguliere dienstverlening is vanuit de arbeidsmarkt FactorWerk het Regionaal Mobiliteitsteam opgericht. Al onze inwoners kunnen hierdoor hulp krijgen bij verlies van hun baan. Van werk naar werk of van uitkering naar werk (bijvoorbeeld een UWV-uitkering). Denk aan doelgroepgerichte begeleiding, loopbaanadvies en omscholing.
  • Voortzetten van het huidige participatiebeleid en armoede- en schuldenbeleid waaronder het in stand houden, uitbreiden en versterken van de toegang van de gemeentelijk minimaregelingen en schuldhulpverlening: 
    o    Intensivering van de samenwerking met het Formulierenteam (Koppel-Swoe). Dit heeft een stijging heeft veroorzaakt in de aanvragen voor de minimaregelingen (Energietoeslag, Meedoenregeling en Schoolfonds).
    o    Collectieve (aanvullende) Zorgverzekering via Zilveren Kruis vanaf 2023.
    o    Met het verstrekken van de Energietoeslag voor onze gehele doelgroep (tot 130% van de bijstandsnorm) ondersteunen wij onze inwoners tijdens de energiecrisis.
    o    De actieve benadering van vroegsignalering zorgt voor een vroegtijdig hulpaanbod waardoor een verwachte stijging van de schuldregelingen is voorkomen (na de coronacrisis).
    o    De inzet van vroegsignalering verminderd de kans op huisuitzettingen. In 2022 is er geen huisuitzetting geweest door schuldenproblematiek.
  • Er is intensiever ingezet op de doelgroep statushouders binnen het zittende uitkeringsbestand en de nieuwkomers door de integrale aanpak.

8.4 Financiën en risico’s

Terug naar navigatie - 8.4 Financiën en risico’s

Wat zijn de financiële effecten van de drie decentralisaties?

De middelen voor de uitvoering van de taken in het Sociaal Domein zijn sinds 2019 integraal onderdeel van de algemene uitkering die de gemeente ontvangt van het Rijk.  Voor de jeugdwet geld dat alleen de middelen voor Voogdij/18+ nog wel een integratie-uitkering blijft en deze dus nog specifiek te volgen blijft. De gemeente kan het geld naar eigen inzicht besteden, verantwoording aan het Rijk is niet nodig. Vanwege landelijke tekorten in de Jeugdzorg was in juli 2021 is gecommuniceerd dat gemeente Epe in 2022 eenmalig 2,1 miljoen zou ontvangen. Het afgelopen jaar is meer duidelijkheid ontstaan over de structurele bijdrage van het Rijk aan de landelijke tekorten. De gemeente ontvangt hiervoor de komende jaren extra middelen. Over de hoogte van de middelen bestaat vanaf 2024 onzekerheid, gezien geplande besparingen van het Rijk en nog te maken afspraken over de Hervormingsagenda Jeugd. 

Naast de overheveling naar het algemene deel van de uitkering, was de planning dat in de meicirculaire 2021 een nieuwe herverdeling plaats zou vinden op basis van vernieuwde maatstaven. Door de uitbraak van Covid-19 en door onduidelijkheid over de effecten van de herverdeling bij diverse gemeenten, is de herverdeling uitgesteld en zal deze naar verwachting ingaan per 1 januari 2023.

Wat hebben we gedaan?

Er is een 'Kader uitwerking van besteding extra middelen jeugdzorg' vastgesteld met de focus op preventie binnen de jeugdzorg en Wmo. Vanuit de transformatie en de daarvoor beschikbaar gestelde middelen is gewerkt aan de verschuiving van specialistische zorg en ondersteuning naar voorliggende-, algemene voorzieningen. Het project ‘grip op zorg’ is vastgesteld met als doel uitvoering te geven aan de ambitie om structureel €1 miljoen om te buigen binnen het sociaal domein, om ook in de toekomst binnen de beschikbare middelen te blijven. ‘Grip op zorg’ omvat 14 ombuigvoorstellen op het gebied van Wmo, Jeugd en contractmanagement.  De raadsmonitor sociaal domein wordt twee keer per jaar aan de raad gepresenteerd. Daarnaast is er een integrale beleids- en financiële monitor die maandelijks geanalyseerd wordt en kan de Datamonitor Epe (DaME) worden gebruikt om analyses en prognoses op te stellen. Er is een reserve Risico’s Sociaal Domein. Daaruit worden de financiële risico’s in het sociale domein opgevangen. 

9 | Covid-19

9.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 9.1 Inleiding

De coronacrisis lijkt inmiddels achter ons te liggen, maar heeft een grote impact op de samenleving gehad. Dat zal nog wel enige tijd merkbaar blijven. De gemeente Epe wil de maatschappelijke effecten van de coronacrisis zoveel mogelijk bestrijden. In 2022 zijn financiële middelen ingezet voor de kosten van maatregelen in de acute en overbruggingsfase als gevolg van de coronacrisis. Bij de vaststelling van de begroting 2021 in november 2020 heeft de gemeenteraad een bedrag van €5,4 miljoen beschikbaar gesteld voor de benodigde maatregelen in de komende periode. De gemeente ontvangt ook financiële ondersteuning van de rijksoverheid en de provincie. Daar de coronacrisis nu achter ons lijkt te liggen, is besloten om het door de raad vastgestelde Beleidskader Herstel- en Stimuleringsagenda Coronacrisis niet te verlengen voor 2023 en verder. 


In deze paragraaf volgt een integraal beeld van de beleidsmatige en financiële inzet vanuit doelen en uitgangspunten naar een daarop afgestemde uitwerking van maatregelen.

9.2 Doel

Terug naar navigatie - 9.2 Doel

Het gemeentelijke doel is te investeren om de ongewenste maatschappelijke effecten van de coronacrisis op lokale activiteiten te beperken danwel tegen te gaan. Daartoe zijn in 2021 en 2022 maatregelen ingezet gericht op de fase van overbruggen van de periode met coronabeperkingen en de eerste stappen in de fase van herstel en stimuleren.
De gemeente zet zich met name in op het sociaal maatschappelijk en economisch terrein waar de impact het grootst is.

9.3 Uitgangspunten

Terug naar navigatie - 9.3 Uitgangspunten

Het is niet mogelijk zijn om als gemeente in te gaan op alle effecten van deze crisis. Keuzes zijn nodig waar ondersteuning te bieden, welke organisaties en doelgroepen dat zijn. Dit rekening houdend met wat voor de gemeente te dragen is. De volgende uitgangspunten gelden daarbij:

  1. De maatregelen zijn aanvullend op regelingen en maatregelen van het Rijk en andere regelingen.
  2. De compensatiebudgetten vanuit het Rijk worden ingezet conform het doel met daar waar mogelijk en wenselijk een lokale invulling.
  3. De maatregelen richten zich op de middellange termijn, zijnde de jaren 2021 en 2022. De maatregelen bieden geen zekerheid, garantie of doorkijk voor daarna.
  4. De maatregelen richten zich op specifieke doelgroepen en organisaties en niet op het totaal aan organisaties in de gemeente.
  5. Per doelgroep gelden niet alleen de regelingen van het Rijk en de provincie, maar ook wat andere partijen (kunnen) doen zoals banken, vastgoedeigenaren en de bedrijven, organisaties en instellingen zelf.
  6. De maatregelen zijn tijdelijk, direct uitvoerbaar, geven op korte termijn effect.
  7. Maatregelen en investeringen sluiten zoveel als mogelijk aan bij het collegeprogramma en actueel bestaand beleid.

9.4 Maatschappelijke effecten

Terug naar navigatie - 9.4 Maatschappelijke effecten

De gemeentelijke inzet richtte zich op het sociaal maatschappelijk en economisch domein. Per domein is een aantal beleidsterreinen geformuleerd voortkomend uit het doel, de uitgangspunten en de lokale situatie.

Sociaal maatschappelijk
De gemeentelijke inzet richtte zich op:

  • het voortbestaan en de continuïteit van een organisatie of van sociaal-maatschappelijke structuren, die onmisbaar zijn in onze gemeente.
  • toekomstbestendigheid, levensvatbaarheid en ondersteuning voor een korte periode (2021-2022).
  • het ondersteunen van mensen in een kwetsbare situatie en bij te dragen aan verbinding in de samenleving.

De maatregelen richtten zich op de volgende beleidsterreinen:

  1. Zorg en ondersteuning (Jeugdzorg, WMO): Bieden van continuïteit van zorg.
    De gemeentelijke budgetten voor zorg en ondersteuning, waar nodig de komende twee jaar verhogen (geraamd bedrag: € 791.000 (voor gehele periode; bron: jaarrekening 2021 & 6e coronarapportage))
  2. Welzijn, sport en cultuur (gesubsidieerde gemeentelijke instellingen, verenigingen en stichtingen): Financieel bijdragen in de stijgende kosten als gevolg van de coronacrisis. 
    Instellingen (dorpshuizen, sportcentra, bibliotheek etc.) met een exploitatie/instandhouding subsidie: gedeeltelijke compensatie van de stijging van het exploitatietekort (geraamd bedrag: € 203.000 (voor gehele periode; bron: jaarrekening 2021 & 6e coronarapportage)). Verenigingen en stichtingen: gedeeltelijk financiële tegemoetkoming (geraamd bedrag: € 158.000 (voor gehele periode; bron: jaarrekening 2021 & 6e coronarapportage)).
  3. Leefbaarheid (verbinding in de samenleving): Tegengaan negatieve gevolgen kwetsbare groepen en impuls geven aan sociale cohesie in de dorpen.
    Extra activiteiten voor kwetsbare groepen en extra inzet maatschappelijk werk (geraamd bedrag: € 308.000 (voor gehele periode; bron: jaarrekening 2021 & 6e coronarapportage)). Stimuleringsfonds welzijn, zorg, sport en cultuur (geraamd bedrag: € 330.000; bron: beleidskader Herstel- en stimuleringsagenda coronacrisis).
  4. Ambtelijke capaciteit: extra personele inzet onder meer ten behoeve van openbare orde en veiligheid, het uitvoeren van rijksregelingen en extra ambtelijke ondersteuning in de samenleving (geraamd bedrag: € 922.000 (voor gehele periode; bron: jaarrekening 2021 & 6e coronarapportage)). 

Economisch
De gemeentelijke inzet richtte zich op:

  • ondersteunen van ondernemers en bedrijven aanvullend op het rijksbeleid faciliteren.
  • bij te dragen aan meer economische activiteiten in de lokale samenleving door extra te gaan investeren, voor zover het bijdraagt aan het beperken dan wel tegengaan van ongewenste maatschappelijke effecten als gevolg van de coronacrisis.
  • zoveel mogelijk lokale ondernemers en bedrijven te betrekken bij diverse werken en diensten van de gemeente, maar binnen de grenzen die de regelgeving voor aanbesteden daarvoor stelt.

De maatregelen richtten zich op de volgende beleidsterreinen.

  1. Lokale economie: Faciliteren en ondersteunen van lokale ondernemers en bedrijven.
    • Incidenteel budget voor extra uitvoeringskosten accountmanagement economie (geraamd bedrag: € 80.000 (voor gehele periode; bron: jaarrekening 2021 & 6e coronarapportage))
    • Incidenteel budget voor extra uitvoeringskosten voor versnelling woningbouwprogramma (geraamd bedrag: € 240.000 (voor gehele periode; bron: jaarrekening 2021 & 6e coronarapportage))
    • Stimuleringsfonds voor versnelde uitvoering actieprogramma economische visie ( €100.000 voor gehele periode; bron: jaarrekening 2021 & 6e coronarapportage))

  2. Investeren en stimuleren: Stimuleren economische activiteiten met multiplier effect.
    • Diverse activiteiten gericht op het vitaal houden van de dorpscentra (geraamd bedrag: € 175.000 voor de gehele periode; bron: jaarrekening 2021 & 6e coronarapportage))
    • Stimuleringsfonds voor versnelling investeringen gericht op versterking lokale economie en kwaliteitsverbetering toerisme (geraamd bedrag: € 1.400.000 voor de gehele periode; bron: jaarrekening 2021 & 6e coronarapportage)).

  3. Participatie en armoedebestrijding (werkgelegenheid, armoede- en minimabeleid, schuldhulpverlening): Voldoende ondersteuning kunnen bieden in de vorm van bijstandsuitkering, bijzondere bijstand, en schuldhulpverlening.
    • Faciliteren van aanvullende maatregelen ten behoeve van het beleidsterrein werk en inkomen, en daar waar nodig de betreffende gemeentelijke budgetten de komende twee jaar te verhogen. (geraamd bedrag: € 610.000 (voor de gehele periode; bron: jaarrekening 2021 & 6e coronarapportage)).
    • Stimuleringsfonds voor ondersteuning/begeleiding van ondernemers in relatie tot schuldenproblematiek (geraamd bedrag: € 250.000)
  4. Ambtelijke capaciteit: extra personele inzet onder meer als gevolg van meer vergunningsaanvragen en diverse projecten (geraamd bedrag: € 528.000 voor de gehele periode; bron: jaarrekening 2021 & 6e coronarapportage)).

 

9.5 Financiële verantwoording over 2022

Terug naar navigatie - 9.5 Financiële verantwoording over 2022

In de zesde coronarapportage, behandeld in de raad in oktober 2022, is gerapporteerd over de verwachte uitgaven ten aanzien van corona over 2021 en 2022. De financiële gevolgen van corona over 2022 worden transparant gemaakt in deze verantwoording, waarbij de werkelijkheid is afgezet tegen de verwachting.

Omschrijving 6e coronarapportage 2022 Werkelijk 2022 Verschil + werkelijk lager dan 6e rap. - werkelijk hoger dan 6e rap
Pijler Bestuur en organisatie
Belastingen:
Precario belasting; markt en nultarief terras 15.000 15.000 -
Toeristenbelasting p.m. - -
Uitstel belastingen voor ondernemers, verenigingen e.d.; risico van oninbaarheid - - -
Personeel:
Communicatie, P&O, JZ 199.680 199.680 -
Zaakgericht werken 20.000 - 20.000
Digitaal samenwerken 50.000 39.825 10.175
Burgerzaken kosten inhaalvraag 21.600 19.459 2.141
BABS; inhaalvraag p.m. - -
Ondersteuning teamleiders 395.000 419.606 -24.606
Controle kosten administratieve verwerking corona uitgaven in de jaarrekening. 10.000 5.561 4.439
Divers:
Inwonerparticipatie; extra kosten (inclusief video conferencing) 10.000 - 10.000
Verkiezingen 48.392 48.392
Sneltests personeel 5.950 3.614 2.336
Voorlichting; informatievoorziening algemeen 2.000 970 1.030
Subtotaal 777.622 703.715 73.907
Pijler Sociaal
WMO en Jeugd:
Meerkosten jeugdhulp 232.000 -1.072 233.072
Meerkosten beschermd wonen 55.000 - 55.000
Meerkosten maatschappelijke opvang 11.000 - 11.000
Meerkosten WMO 294.000 4.729 289.271
Meerkosten toegang Jeugd 96.000 96.000 -
Meerkosten toegang WMO 100.000 83.000 17.000
Extra inzet 18-/18+ 25.000 25.000 -
Steunouder 13.000 13.000 -
Personeel:
Capaciteit team leefbaar 185.000 363.180 -178.180
OOV 124.000 151.756 -27.756
Huisbezoeken t.b.v. herindicatie 50.000 47.000 3.000
Schuldhulpverlening, Werk & Inkomen: -
hogere uitvoeringskosten o.b.v. DVO Apeldoorn 20.000 - 20.000
Minimaregelingen; stijging aantal aanvragen 100.000 - 100.000
Minimaregelingen; toename uitvoeringskosten Apeldoorn 22.000 20 21.980
Lucrato; toename dienstverlening participatiewet door stijging aantal werkzoekenden; extra consulent 108.000 108.000 -
Lucrato; extra middeling en trajecten 75.000 - 75.000
Lucrato; prgr. werkbegeleiding 3 gemeenten (cofinanciering) 38.000 37.266 734
Uitvoeringskosten Activerium DVO Apeldoorn 10.000 10.038 -38
Buig; toename aantal uitkeringen 50.000 - 50.000
Voedselbank: Toename vraag/afname 2.000 - 2.000
Formulierenteam; toename aantal aanvragen 14.000 10.933 3.067
Over Rood; meer aanvragen 7.000 1.200 5.800
TONK 70.000 8.824 61.176
Cultuur: -
Oranje verenigingen, kunsthuizen, exposities, e.d. 15.000 5.160 9.840
Muziekverenigingen, koren e.d. 20.000 - 20.000
Cultuurplein Noord Veluwe 8.000 - 8.000
Veluws museum Hagedoorns Plaatse 5.000 2.000 3.000
Bibliotheek 5.000 - 5.000
Sport:
Sportverenigingen 200.000 200.000
PWA hal 11.000 11.000
Multifunctionele accommodaties:
Koekoek/Wieken 65.500 -131.836 197.336
Kulturhus Epe/EGW 22.500 - 22.500
Hezebrink 18.000 39.905 -21.905
Welzijn en gezondheidszorg:
Verian: Hogere kosten maatschappelijk werk 32.560 32.560 -
Wijk/buurt- en speeltuinverenigingen 40.000 - 40.000
Negatieve gevolgen; jongeren, kwetsbare groepen en ouderen - 44.408 -44.408