Toelichting risico’s.
Onderstaand wordt een korte toelichting gegeven op de in de risicokaart opgenomen risico's en enkele kenmerken benoemd.
Corona en Economische crisis |
Risico kenmerken |
Zoals in de inleiding bij deze paragraaf geschreven heeft de Corona crisis gevolgen op het maatschappelijk vlak in de gemeente maar ook op de gemeentefinanciën. De gemeente voert een continue monitor uit op de ontwikkeling van deze inkomsten en uitgaven (incidenteel en structureel). Met de in de begrotingen opgebouwde en ingezette financiële buffers wil de gemeente zo veel mogelijk de effecten van de Coronacrisis opvangen en mogelijkheden creëren voor herstel en stimulering. Hiermee wordt ook ingespeeld op de verwachte druk op de gemeentefinanciën. Deze aanpak is conform het gemeentelijk risicomanagement waarbij voor risico's die zich met grote zekerheid zullen voordoen risicoreserves worden gevormd om het effect op de reguliere bedrijfsvoering van de gemeente zo veel mogelijk te reduceren. Een nadere toelichting is te vinden Paragraaf 10 Covid-19 |
Kansklasse: Zeer Groot Effectklasse na maatregel: onbekend Restrisico: onbekend Ontwikkeling risico: Afgenomen Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Incidenteel / Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: onbekend |
Sociaal Domein |
Risico kenmerken |
De middelen voor de uitvoering van de taken in het sociaal domein verstrekt het Rijk via de algemene uitkeringen en integratie-uitkeringen. De gemeente kan dat geld naar eigen inzicht besteden, verantwoording aan het Rijk is niet nodig. De gemeente loopt met de uitvoering van deze taken aanzienlijke financiële risico’s. Dit wordt mede veroorzaakt door het 'open einde' karakter van deze taken. |
Kansklasse: Midden Effectklasse na maatregel: Zeer klein Restrisico: Geen Ontwikkeling risico: Afgenomen Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: Geen |
Grondexploitatie |
Risico kenmerken |
De gemeente Epe voert een facilitair grondbeleid. Daarbij is de gemeente bij ontwikkelingen eerder volgend dan initiërend. Hiermee worden de risico's voor de gemeente sterk beperkt. Voor een verdere uitwerking wordt verwezen naar Paragraaf 7 Grondbeleid. Uit deze paragraaf blijkt dat de risico’s binnen het grondbedrijf en regionale woningbouwprogrammering voldoende afgedekt worden met een bestemmingsreserve. |
Kansklasse: Klein Effectklasse na maatregel: Zeer klein Restrisico: Geen Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Incidenteel Beslag op weerstandscapaciteit: Geen |
Verbonden partijen (excl. Lucrato) |
Risico kenmerken |
De gemeente heeft (zeer uiteenlopende) relaties en verbindingen met instellingen en vennootschappen. In paragraaf 6: Verbonden Partijen wordt uitgebreid ingegaan op relaties en verbindingen van de gemeente met deze verbonden partijen. Kenmerkend voor verbonden partijen is dat zij op afstand van het college en de gemeenteraad functioneren. Elk van de verbonden partijen hebben hun eigen risicoprofiel met een daarbij behorend pakket aan maatregelen om de bestuurlijke en financiële risico's te beheersen. Bij verbonden partijen wordt ernaar gestreefd dat de eigen vermogenspositie van de verbonden partij een solide omvang heeft zodat in eerste instantie financiële tegenvallers door de verbonden partij zelf opgevangen kunnen worden. Voor het afdekken van de risico’s in de privaat-publieke samenwerking zijn middelen opgenomen in de reserve bouwgrondexploitatie. |
Kansklasse: Klein Effectklasse na maatregel: Groot Restrisico: € 262.300 Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Incidenteel Beslag op weerstandscapaciteit: € 52.000 |
Lucrato | Risico kenmerken |
Lucrato voert de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) uit voor de in Lucrato participerende gemeenten: Epe, Apeldoorn en Heerde. Daarnaast biedt Lucrato in opdracht van gemeenten dienstverlening aan mensen die onder de Participatiewet vallen en een relatief korte afstand tot de arbeidsmarkt (tot 1 jaar) hebben. De deelnemende gemeenten kunnen ook aanvullende dienstverlening bij Lucrato inkopen voor de doelgroep die vanuit de gemeenten wordt bediend: mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt langer dan een jaar of mensen uit de doelgroep participatie. Uit de vastgestelde Meerjarenbegroting 2022-2025 van Werkbedrijf Lucrato blijkt dat het financiële eindresultaat voor de komende jaren negatief is begroot. De bezuinigingen van het Rijk en de stijgende gemiddelde loonkosten per SW-medewerker hebben een negatief subsidieresultaat tot gevolg. Het macrobudget voor de Rijksbijdrage Wsw staat voor de komende jaren vast en wordt alleen nog aangepast aan de loon- en prijsontwikkeling. Daarnaast is door de Coronapandemie het genereren van omzet lastiger geworden. In 2020 is was de reserve binnen Lucrato niet meer toereikend. Het aandeel van de gemeente Epe voor het tekort van Lucrato is als taakstelling opgenomen in de begroting 2021 voor een bedrag van € 240.000. Het uiteindelijke aandeel van gemeente Epe in het gerealiseerde tekort over 2021 komt uit op € 12.000. In overeenstemming met het gemaakte beleid in 2019 is deze bijdrage gecompenseerd binnen de gebundelde uitkering en daarmee financieel afgedekt via de reserve BUIG. |
Kansklasse: Midden Effectklasse na maatregel: Zeer klein Restrisico: geen Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: geen |
Juridische risico's en aansprakelijkheid |
Risico kenmerken |
De gemeente loopt juridische risico’s, omdat veel primaire processen binnen de gemeente van juridische aard zijn en bij het onrechtmatig handelen van de gemeente kan een schadeclaim worden ingediend. Juridische procedures kunnen zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk van aard zijn.
Het financiële risico is vaak moeilijk van te voren in te schatten. De kosten voor (verplichte) externe juridische bijstand, alsmede proceskosten, zijn de laatste jaren opgelopen, maar lijken zich te stabiliseren. Het claimen van proceskosten en het toewijzen daarvan door de rechter is standaard geworden. Tegen civielrechtelijke claims, voortvloeiend uit onrechtmatige daad en onrechtmatige besluiten (bijv. vernietigde besluiten) heeft de gemeente zich verzekerd. Voor juridische bijstand, veroordelingen in proceskosten/griffiekosten, eigen risico’s en eigen bijdragen heeft de gemeente regulier budgetten opgenomen. Financiële claims: |
Kansklasse: Midden Effectklasse na maatregel: Zeer groot Restrisico: € 637.000 Ontwikkeling risico: Toegenomen Risico sturing: Reduceren Risicokarakter: Incidenteel Beslag op weerstandscapaciteit: € 208.000 |
Borg en garantstellingen |
Risico kenmerken |
De gemeente heeft diverse waarborgen verstrekt voor geldleningen. Dit betekent dat de gemeente als achtervang borg staat op het moment dat de instantie of persoon waaraan de lening verstrekt is, niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. De grootste waarborgen die de gemeente heeft verstrekt zijn (1) Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor woningstichtingen en (2) Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW). Het risico bij de WSW en de WEW is klein door de structuur. Voordat de waarborgfondsen een beroep doen op de achtervang wordt eerst het vermogen van het Waarborgfonds zelf aangesproken. Is het daarna noodzakelijk om de achtervang aan te spreken dan bestaat er een garantieverdeling van 50% Rijk / 50% gemeenten, in de vorm van een lening. Daarbij vervult het Rijk voor het WEW een volledige achtervang positie voor garantstellingen afgegeven vanaf 1 januari 2011. Door de totale omvang van de achtervang posities (bijna € 98 mln.) kunnen de financiële gevolgen voor de gemeente groot zijn. |
Kansklasse: Klein Effectklasse na maatregel: Zeer groot Restrisico: € 980.000 Ontwikkeling risico: Afgenomen Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Incidenteel Beslag op weerstandscapaciteit: € 196.000 |
Algemene uitkering |
Risico kenmerken |
Er lopen momenteel 2 trajecten in het kader van de herziening van de algemene uitkering. Het betreft de herverdeling van het klassieke en sociaal domein. Het rijk heeft eind januari 2021 inzage gegeven in de nieuwe verdeelvoorstellen. Deze voorstellen vallen minder nadelig uit voor Epe dan verwacht werd bij het opstellen van de begroting 2021-2024. Echter het betreft een voorlopige verdeling, waarbij de minister vorig jaar al kanttekeningen plaatste. In juni en in december 2021 zijn de voorlopige voorstellen verder verfijnd. Hierdoor is het nadeel van Epe gestegen naar € 14 per inwoner. |
Kansklasse: Zeer groot Effectklasse na maatregel: Zeer klein Restrisico: geen Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: geen |
Uitkering inkomensvoorziening |
Risico kenmerken |
Vanuit de via het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor de uitvoering van de Wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorzieningen aan Gemeente (BUIG) bekostigd de gemeente de inkomensvoorzieningen WWB, IOAZ, IOAW en een deel van de Bbz. In hoeverre de gemeente uit komt met deze middelen is afhankelijk van o.a. de economische ontwikkelingen binnen de regio als de ontwikkelingen van de verdeelmaatstaven waarop het Rijk de beschikbare middelen verdeelt. Hier zitten de grootste onzekerheden. In 2019 en 2020 (met uitloop in 2021) is extra ingezet op het voorkomen van instroom en het stimuleren van uitstroom van uitkeringsgerechtigden. Het voordeel dat is ontstaan, vangt voor nu de tekorten van de Sociale Werkvoorziening op. In de begroting 2022 zijn deze middelen voor een groot deel structureel voortgezet. De verwachtte Corona- en de daaropvolgende verwachte economische crisis heeft op dit werkveld waarschijnlijk grote gevolgen. Deze gevolgen zijn in 2021 nog niet zichtbaar. Met de reserve BUIG worden financiële risico’s (van voornamelijk fluctuerende Rijksinkomsten) opgevangen. |
Kansklasse: Midden Effectklasse na maatregel: Zeer klein Restrisico: geen Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: geen |
Organisatie - Personeel |
Risico kenmerken |
Een risico dat zich altijd kan voordoen is het onverwacht wegvallen van personeel op kritische functies door langdurige ziekte, (gedwongen) vertrek van medewerkers en boven formatief personeel. Het is niet vooraf te voorzien wanneer en in welke mate dit zich zal voordoen in het personeelsbestand van de gemeente. De financiële consequenties van dit risico kunnen groot zijn. Voor het opvangen deze situaties van langdurige ziekte, boven formatief personeel en vertrek van medewerkers is een reserve gevormd waaruit deze lasten gedekt kunnen worden. Jaarlijks wordt bij de begroting het risico ingeschat van de te verwachten uitgaven en op basis hiervan wordt de reserve aangevuld. Tot nu toe was binnen de begroting niet voorzien in structurele middelen om toekomstige situaties af te dekken. |
Kansklasse: Groot Effectklasse na maatregel: Groot Restrisico in 2022: € 325.000 Ontwikkeling risico: Neemt af per 2023 Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Incidenteel Beslag op weerstandscapaciteit: € 195.000 |
Groot onderhoud accommodaties en sportvelden en btw-sport |
Risico kenmerken |
Uit eerder onderzoek bleek dat de kosten van het groot onderhoud van accommodaties (Koekoek/Wieken, Hezebrink en PWA) fors stijgen. Het beleidsvoornemen is dat accommodatie besturen zelf de toegenomen kosten van groot onderhoud in de eigen begroting opnemen. Het risico is echter aanwezig dat de accommodaties niet in staat blijken deze stijgende kosten op te kunnen vangen. In de gemeentelijke begroting 2022 is een aanvullende bijdrage voor groot onderhoud van de PWA en Hezebrink opgenomen. Wat betreft Koekoek/Wieken zal de vraag beantwoord moeten worden hoe structureel invulling wordt gegeven aan de locatie de Wieken. |
Kansklasse: Midden Effectklasse na maatregel: Klein Restrisico: € 70.000 Ontwikkeling risico: Afgenomen Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: € 28.000 |
Onderhoud Openbare Ruimte | Risicokenmerken |
Het beheer van de Openbare Ruimte is in de gemeente uitbesteedt aan Axent via een dienstverleningsovereenkomst. Axent voert het onderhoud uit op basis van door de gemeente opgestelde specificaties. Echter de leefomgeving verandert door klimaatverandering, burgers hebben veranderde wensen/eisen ten aanzien van het onderhoudsniveau en bijvoorbeeld de biodiversiteit en verschillende onderdelen van het gemeentelijk "areaal" verouderen (denk bijvoorbeeld aan het ouder worden van bomen waardoor meer onderhoud nodig is). Daarnaast blijkt het contractueel afgesproken indexpercentage structureel lager te liggen dan de stijging van de werkelijke kosten die aannemers maken. Dit leidt tot het risico dat bij een nieuwe opdracht de kosten van dezelfde werkzaamheden structureel veel hoger liggen. Al met al zien we dat ook bij een gelijkblijvend niveau van onderhoud van de openbare ruimte de kosten zullen gaan stijgen de komende jaren. In de komende jaren zal in de reguliere periodieke actualisatie van beheerplannen, financiële voorzieningen en reserves rekening gehouden worden met deze ontwikkelingen. |
Kansklasse: Groot Effectklasse na maatregel: Midden Restrisico: € 215.000 Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: € 129.000 |
Vervallen risico’s.
Ten opzichte van de vorige publicatie van risico's (bij de begroting 2022) is het risico ten aanzien van de omgevingswet vervallen. De Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) treden 1 januari 2023 in werking en hebben gevolgen voor de hele gemeentelijke organisatie en de daarmee samenhangende financiële middelen. Naar aanleiding daarvan is het 'Programma Omgevingswet' ingericht voor de implementatie van de wetten. Het gaat dan zowel om de inhoud van de (fors gewijzigde) regelgeving, als ook de ondersteuning daarvoor; digitale ondersteuning, werkwijzen en processen die moeten worden aangepast en dienstverlening en participatie gericht op houding, gedrag en communicatie. De invoeringskosten van de Omgevingswet en de Wkb zijn geraamd in de begroting 2022. De structureel nadelige financiële effecten zijn op dit moment becijferd op € 150.000. Deze kunnen naar verwachting tot en met 2028 worden gedekt door een onttrekking aan de risico/egalisatie reserve voor de invoering van de Omgevingswet. In 2029 ontstaat een tekort van € 11.000 dat in 2030 oploopt tot € 150.000, doordat de reserve niet meer toereikend is. De komende jaren zal bezien moeten worden hoe de structurele effecten zich ontwikkelen en welke mogelijkheden er zijn om deze te dempen dan wel structureel te verwerken in de komende begrotingen.