Vooraf

Inleiding

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Met de aanbieding van deze programmabegroting bevinden we ons halverwege de bestuursperiode. 
We werken aan een groot aantal opgaven uit dat collegeprogramma met als speerpunten onder meer: samenwerking met onze inwoners, organisaties en bedrijven; versterken en verbeteren van de dienstverlening; een goede en betaalbare jeugdzorg en Wmo; goede voorzieningen als scholen en maatschappelijke accommodaties; realiseren van (betaalbare) woningen; een aantrekkelijke en veilige openbare ruimte rekening houdend met klimaatverandering (warmte en wateroverlast) en benodigde verkeersmaatregelen; huisvesting en opvang vluchtelingen.
De uitwerking van het collegeprogramma ligt op koers. Daarover hebben we u geïnformeerd bij de Perspectiefnota 2025-2028. 

 

Sluitende begroting met beperkt ruimte voor nieuw beleid

Terug naar navigatie - Sluitende begroting met beperkt ruimte voor nieuw beleid

U ontvangt weer een financieel sluitende begroting opgesteld overeenkomstig onze financiële uitgangspunten. Ook dit jaar blijven de woonlasten onder het landelijk gemiddelde.


In de vorige begroting hebben we onze zorgen met u gedeeld over het financiële beeld voor de komende jaren. Ook nu zien we ons geconfronteerd met sterke kostenstijgingen in brede zin. We willen verantwoord besturen door te anticiperen en te handelen op de huidige financiële situatie en de nabije toekomst.

Met deze begroting kunnen we het ingezette beleid vanuit de vorige begroting voortzetten, hebben we maatregelen getroffen voor het oplossen van het financiële tekort en hebben we daarnaast nog beperkt financiële ruimte voor nieuw beleid. 


Veel van de opgaven waar we aan werken zijn gericht op (nabije) toekomst en de benodigde maatregelen daarvoor spreiden zich veelal uit over meerdere jaren. En lopen door in de volgende bestuursperiode die start in 2026. Opgaven die forse investeringen vragen en waar we in deze begroting middelen voor reserveren hebben we in de inleiding al aangestipt.

Voor het oplossen van het financieel tekort handhaven we de doorlichting van de begroting met een structurele opbrengst/bezuiniging van € 2 mln. vanaf 2026. Deze doorlichting is als actie opgenomen in het coalitieakkoord om financiële mogelijkheden te creëren voor nieuwe uitgaven en ambities.

 

Bestuurlijke keuzes: Waar zetten we in 2025 op in

Terug naar navigatie - Bestuurlijke keuzes: Waar zetten we in 2025 op in

Bij de keuzes voor deze begroting hebben we de volgende uitgangspunten aangehouden:

  • Opstellen van een structureel sluitende begroting;
  • Handhaven uitgezet nieuw beleid uit de vorige begroting;
  • Nieuw beleid moet passen binnen (bijdragen aan) de uitvoering van het raads-/coalitieakkoord 2022-2026, zoals dat is uitgewerkt in het collegeprogramma, of het geeft uitvoering aan een richtinggevende uitspraak van de raad bij de perspectiefnota, of het betreft uitvoering geven aan wettelijke verplichtingen, of het gaat om bedrijfskritische zaken (noodzakelijk gelet op continuïteit van de bedrijfsvoering);
  • Woonlasten blijven onder het landelijk gemiddelde.


Op basis daarvan hebben we de programmabegroting opgesteld en beleidskeuzes gemaakt voor 2025. We benoemen er een aantal. 

Binnen het sociaal domein werken we in samenhang aan de uitwerking van de visie op toekomstbestendige maatschappelijke accommodaties en het Integraal Huisvestingsplan Onderwijsvoorzieningen. Het betreft o.a. de RSG Noordoost-Veluwe Epe, de Sprenge Emst, het Mosterdzaadje Gortel, St. Bernardusschool in Epe. En plannen rondom Sportpark Wachtelenberg in Epe, Bibliotheek Epe, de Wieken in Vaassen, buitensport Vaassen en wijkcentrum Balai Pusat in Vaassen.

De raad leggen we een aantal beleidsplannen ter besluitvorming voor zoals het speelruimtebeleidsplan, de inclusie- en diversiteitsagenda en de woonzorgagenda. We gaan starten met het uitvoeringsplan inwonersgericht werken/inwonersparticipatie. Een belangrijk aandachtspunt blijft het realiseren van voldoende huisvesting voor vluchtelingen.

Bij het ruimtelijk domein leggen we diverse omgevingsplannen ter besluitvorming voor aan de raad om daarmee woningbouw te kunnen faciliteren. Het gaat dan onder meer om de locaties “t Slath, Zuukerenk, Kerkenland en de Kopermolen. En werken we verder aan de uitvoering van de woonagenda.

Voor de herinrichting van de Hoofdstraat in Epe-centrum bereiden we besluitvorming voor over het voorlopige ontwerp van de herinrichting. We willen starten met het opstellen van omgevingsprogramma’s als uitwerking van de omgevingsvisie.

Besluitvorming is voorzien voor het definitieve plan voor de fietsroute Apeldoorn-Epe. Vanuit het uitvoeringsprogramma mobiliteit werken we aan de herinrichting van de Deventerstraat in de kern van Vaassen en het verkeersplan Oene. Verder investeren we in het beheer en onderhoud van de openbare ruimte.

We willen een geactualiseerd beleidsplan begraafplaatsen voorleggen aan de raad evenals een integraal beleidsplan voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte en een klimaatplan. Over de volgende voorstellen is besluitvorming voorzien: het uitvoeringsprogramma energie en warmte, het beleidskader zon en wind en het cultuurhistorisch beleidskader. 

Op het economisch terrein stellen we een beleidsplan op voor evenementen met een uitwerking in locatieprofielen, een beleidsplan voor recreatie en toerisme en een nieuwe economische visie. We willen een ontmoetingslocatie realiseren in Vaassen bij kasteel de Cannenburch.

Bij het domein organisatie en bestuur presenteren we de resultaten van de inhoudelijke en financiele doorlichting van de begroting en vindt er besluitvorming plaats. De visie “Samen Verder”, gericht op participatie, communicatie en dienstverlening, krijgt een verdere uitwerking danwel een actualisatie van bestaande uitvoeringsplannen.

Bestuurlijk kader

Kaderstelling door de gemeenteraad

Terug naar navigatie - Kaderstelling door de gemeenteraad

Het raads- en coalitieakkoord 2022-2026 vormen het richtinggevend kader voor deze bestuursperiode. Daarnaast hebben de hoofdkaders op de beleidsvelden sociaal, ruimte, economie en organisatieontwikkeling/bedrijfsvoering en actuele beleidsnota’s voor specifieke beleidsterreinen een richtinggevend karakter. De hoofdlijnen daarvan staan vermeld bij de inleidende teksten van de vier pijlers van de begroting. Dit geheel is bepalend voor zowel vorm en inhoud van de programmabegroting alsook voor de wijze waarop de programmabegroting wordt uitgevoerd. 

 

Kaderuitvoering door het college

Terug naar navigatie - Kaderuitvoering door het college

De taak van ons college is de voorbereiding en uitvoering van de programmabegroting binnen de kaders en de prioritaire aandachtspunten van de raad. Ons collegeprogramma vormt hierbij de basis.

 

Bestuurlijke en Financiële overwegingen

Financiƫle hoofdlijnen meerjarenperspectief

Terug naar navigatie - Financiƫle hoofdlijnen meerjarenperspectief

Perspectiefnota 2025-2028
Afgelopen voorjaar is in de Perspectiefnota 2025-2028 een verkenning opgenomen van het financieel meerjarenperspectief voor de periode 2025-2028. Inzicht is gegeven in de belangrijkste financiële ontwikkelingen die impact hebben op het financieel meerjarenperspectief (belangrijke ontwikkelingen in de uitgaven en inkomsten en relevante financiële risico's, inclusief de ontwikkeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds).

Hieruit kwam naar voren dat in de algemene uitkering de oploop van de opschalingskorting structureel wordt geschrapt en dat de nieuwe financieringssystematiek al met ingang van 2024 wordt ingevoerd. Het financiële gevolg is een flink lagere algemene uitkering in 2025. Structureel blijft nog steeds een groot (structureel) gat over (ook wel het ‘ravijn’ genoemd), wat hetzij door meer middelen, hetzij door minder taken gedicht moet worden.

Door de raad is een zevental richtinggevende uitspraken gedaan bij de vaststelling van de Perspectiefnota. De raad gaf hiermee aan dat het beschikbaar stellen van financiële middelen voor deze zeven onderwerpen betrokken diende te worden bij het opstellen van de programmabegroting 2025-2028. Het betreffen de volgende onderwerpen:

  1. De financiële impact van de ontwikkelingen binnen het sociaal domein (betaalbaarheid van het sociaal domein);
  2. De uitwerking van de visie op “Toekomstbestendige maatschappelijke accommodaties”, waaronder sportvelden, en het Integraal Huisvestingsplan voor onderwijsvoorzieningen;
  3. De opvang van de statushouders, van ontheemden uit Oekraïne en van asielzoekers (uitvoering van het aanvullend beleid);
  4. Het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering (gemeentelijk klimaatadaptatiebeleid);
  5. Verbetering van het verblijfsklimaat van een deel van het centrum van het dorp Epe (herontwikkeling van de Hoofdstraat).
  6. Mobiliteitsmaatregelen bij het realiseren van woningbouwlocaties Kerkenland, Zuukerenk en ’t Slath en bedrijventerrein Eekterveld IV, incl. ontwikkeling van de regionale fietsroute Apeldoorn-Epe (F50) (uitbreiding mobiliteitsfonds).
  7. Financiële ondersteuning voor lokale evenementen, specifiek gericht op het dekken van de beveiligingskosten van evenementen georganiseerd door verenigingen en stichtingen uit onze gemeente.

 

Beleidsmatige en financiële doorlichting
In het coalitieakkoord en het collegeprogramma is vastgelegd dat het de bedoeling is om het bestaande beleid te laten herijken/doorlichten. In de huidige begroting is deze actie opgenomen voor 2024. De uit te voeren doorlichting is in de huidige begroting vertaald naar een financieel resultaat (‘taakstelling’) van € 2 mln. structureel vanaf 2026. Uitwerking vindt plaats aan de hand van een plan van aanpak.

Sluitende begroting
Conform de uitgangspunten van het financiële beleid biedt het college de raad een beleidsmatig en financieel sluitende begroting 2025 en meerjarenbegroting 2026-2028 aan. Structureel is de begroting sluitend, dat wil zeggen: De structurele lasten worden gedekt door structurele baten. Onderdeel van de sluitende begroting is de opgenomen ‘taakstelling’ van € 2 mln. vanaf 2026. Deze moet gerealiseerd worden door structurele uitgavenverlagingen en/of inkomstenverhogingen; alleen dan kunnen we de meerjarenbegroting sluitend houden.
In de begroting 2026 zal de te realiseren taakstelling (structureel) ‘vertaald’ moeten worden in concrete maatregelen en beleidskeuzes, waarover de raad de komende tijd geconsulteerd zal worden en besluiten zal moeten nemen.

Samengevat financieel perspectief 2025-2028
Het financiële perspectief voor de nieuwe begroting is sinds de vorige begroting negatiever geworden. De algemene uitkering van het rijk pakt voor 2025 negatief uit. Structureel ontstaat er wel ruimte in de algemene uitkering. Echter autonome ontwikkelingen laten zien dat er per saldo - o.b.v. voortzetting van het bestaande beleid – sprake is van sterke kostenstijgingen. Dit resulteert in een financieel tekort voor de eerste 3 jaar. Vanaf 2028 ontstaat er financiële ruimte.
De belangrijkste oorzaken van de negatieve ontwikkeling zijn sterke (structurele) kostenstijgingen bij de uitvoering van de jeugdzorg en de Wmo, minimabeleid en schuldhulpverlening, loonkosten (CAO), uitbestede taken en rente over aan te trekken geldleningen.
De algemene uitkering biedt in de eerstkomende jaren niet voldoende compensatie voor de nadelige effecten.

Belastingen en woonlasten
De indexering van de gemeentelijke belastingen gebeurt op basis van het prijsstijgingspercentage, voor 2025, inclusief een ‘correctie’ voor 2024. Voor de belastingen in de begroting 2025 betekent deze indexering een stijging van 1,2%. Ondanks een noodzakelijke extra tariefstijging bij de reinigingsheffingen, blijven de woonlasten, zoals afgesproken, naar verwachting onder het landelijk gemiddelde. Verwezen wordt naar de paragraaf lokale heffingen.

Eenmalige middelen
Bij het opstellen van de begroting zijn evenals in voorgaande jaren weer de reserves doorgelicht. Hierbij is op de gebruikelijke wijze beoordeeld in hoeverre een surplus of tekort ontstaat in reserves, gelet op het doel van de reserve, het beleid en de risico’s.
Resultaat hiervan is dat bij een aantal reserves een surplus aanwezig is, dat bij deze begroting vrijvalt en kan worden ingezet ter dekking van eenmalige uitgaven/tekorten. Het gaat om in totaal € 4,4 mln. Een specificatie hiervan met toelichting hierop is opgenomen in deze begroting.

Uitkomst begroting bij ongewijzigd beleid
De uitkomst van de begroting en meerjarenbegroting geeft bij ongewijzigd beleid (zonder invulling nieuw beleid maar inclusief de te realiseren taakstelling van € 2 mln.) financiële tekorten in de eerste drie jaren. Vanaf 2028 ontstaat er financiële ruimte voor nieuw beleid.

Financiële dekking tekort en ruimte voor nieuw beleid
De tekorten in de eerste jaren kunnen worden opgevangen door de inzet van de beschikbare eenmalige middelen (vrijval van het surplus in reserves) van € 4,4 mln. Daarnaast kan een deel van deze middelen worden ingezet om in de eerste jaren ruimte te creëren voor nieuw beleid. Structureel creëert het college aanvullend financiële ruimte door het inzetten van de structurele stelpost voor nieuw beleid die in de huidige begroting was opgenomen vanaf 2026/2027 (€ 410.000).

In onderstaand overzicht zijn de opeenvolgende stappen in cijfers weergegeven.

Omschrijving (bedragen in euro) 2025 2026 2027 2028
1. Huidige meerjarenbegroting 2024-2027        
Bestaand beleid (budgetprognose) 3.247 - 355 36 36
Nieuw beleid 2024-2027 (incl. opbr. taakstelling € 2 mln. vanaf 2026) - 3.238 365 - 25 - 25
Saldo meerjarenbegroting 2024-2027 9 10 11 11
         
2. Effecten van autonome ontwikkelingen - 2.390 - 163 125 723
         
3. Bedragen voor het op te nemen nieuw beleid        
Nieuw beleid deze meerjarenbegroting - 611 - 664 - 605 - 560
Nieuwe investeringen (structurele kapitaallasten) - 42 - 150 - 332 - 504
Saldo nieuw beleid - 653 - 814 - 937 - 1.064
         
Saldo meerjarenbegroting (incl. nieuw beleid) - 3.034 - 967 - 801 - 330
         
4. Financiële dekking        
Inzet in de begroting 2024 opgenomen stelpost nieuw beleid - 70 410 410
Inzet eenmalige middelen (vrijval reserves) 3.063 930 425 -
Saldo financiële dekking 3.063 1.000 835 410
         
Saldo meerjarenbegroting 2025-2028 29 33 34 80

 

Invulling nieuw beleid

Terug naar navigatie - Invulling nieuw beleid

In deze begroting is per programma een specificatie opgenomen van het opgenomen nieuwe beleid. Een toelichting hierop is opgenomen in de bijlagen 2 tot en met 4. Enkele grote onderwerpen worden hieronder specifiek toegelicht.

Onderwijshuisvesting en maatschappelijke accommodaties
Om planmatig invulling te kunnen geven aan de wettelijke plicht om te voorzien in huisvesting voor onderwijsvoorzieningen is een integraal huisvestingsplan (IHP) voor de onderwijsvoorzieningen opgesteld. Hieruit blijkt dat zeer hoge investeringen nodig zijn in de komende jaren. Om deze investeringen te kunnen bekostigen is in de begrotingen van de afgelopen jaren gestart met de opbouw van forse reserveringen. Deels worden deze gefinancierd vanuit eenmalige middelen, deels door hiervoor structurele kapitaallasten op te nemen. In de voorliggende begroting heeft het college hierop opnieuw een aanvulling gedaan, door vanaf 2026 jaarlijks € 3 mln. toe te voegen aan het meerjareninvesteringsplan. Met de bedragen die nu opgenomen zijn, kan een aanzienlijk deel van de noodzakelijke investeringen (renovatie/nieuwbouw tot en met 2028/2029) worden gerealiseerd. In de komende jaren zal het opnieuw nodig zijn om extra investeringsruimte in de begroting op te nemen.
Vanaf de vorige begroting kiest het college hierbij voor een meer integrale aanpak, door een koppeling te maken met het realiseren van maatschappelijke accommodaties. Daarom worden de beschikbare bedragen voor huisvesting van onderwijsvoorzieningen mede ingezet voor de realisatie van maatschappelijke accommodaties, vanuit een (integrale) gebiedsgerichte benadering. Het college rekent vooralsnog met indicatieve bedragen van jaarlijks € 1 mln. voor accommodaties.
Voor de uitwerking en realisatie van deze investeringen zal het college concrete voorstellen dan wel een uitgewerkt plan voorleggen aan de raad.

Extra middelen en besparingen jeugdzorg
Het Rijk en de VNG hebben afspraken gemaakt over een hervormingsagenda jeugd. Deze agenda heeft als doel om betere en tijdige zorg en ondersteuning te bieden en een beheersbaar en duurzaam financieel stelsel te creëren. In de algemene uitkering worden tijdelijk extra middelen hiervoor ontvangen.
De verwachting is dat de inzet op de maatregelen vanuit de hervormingsagenda (meer preventieve voorzieningen), waarvoor de raad een beleidskader heeft vastgesteld, op den duur resulteert in lagere uitgaven voor de duurdere zorg. Aan de andere kant zal een deel van de uitgaven vanuit het beleidskader, structureel moeten worden voortgezet. In de periode vanaf 2028 is de financiering niet meer financieel dekkend en zal het uitgavenniveau moeten zijn gedaald met € 1 tot € 1,5 mln. per jaar (structureel).
Omdat in jaren vanaf 2022 de extra middelen voor jeugdzorg die van het rijk worden ontvangen, de uitgaven overtreffen, worden deze in eerste instantie gereserveerd, voor zover deze niet worden uitgegeven. Hiervoor is ingaande 2022 een nieuwe reserve ingesteld. Vanaf 2025 zijn de middelen van het rijk niet meer toereikend en zal de reserve worden ingezet om het tekort te dekken. Monitoring van de uitgaven en evaluatie van het effect van de maatregelen zal inzicht moeten geven in de noodzaak tot bijsturing en in de (structurele) financiële effecten.
In aanvulling hierop zouden op basis van gemaakte afspraken tussen de VNG en het Rijk extra besparingen op de kosten van de jeugdzorg moeten worden gerealiseerd, door maatregelen waarover het Rijk nog moest beslissen. Hiervoor is een stelpost opgenomen van structureel € 886.000 vanaf 2026. Inmiddels is (in de septembercirculaire van de algemene uitkering) duidelijk geworden dat deze voorgenomen kostenbesparing niet hoeft te worden gerealiseerd en dat de hieraan gekoppelde korting op de algemene uitkering niet doorgaat.

Huisvesting van vluchtelingen, statushouders, asielzoekers en overige doelgroepen
Door de oorlog in Oekraïne worden er Oekraïense vluchtelingen opgevangen. Het verloop van de aantallen is onbekend. Voor de huisvesting worden kosten gemaakt. Tegenover deze kosten wordt van het Rijk een vergoeding ontvangen. De hoogte van de totale lasten en baten is voor 2025 nog onbekend. Van de middelen die in 2022 en 2023 beschikbaar waren voor huisvesting van Oekraïense vluchtelingen is het deel dat niet is besteed toegevoegd aan de reserve huisvesting vluchtelingen, statushouders en overige doelgroepen. Naast de opvang van ontheemden moeten kosten worden gemaakt voor de huisvesting van statushouders, asielzoekers en andere doelgroepen. Het college wil alle beschikbare middelen voor huisvesting van deze doelgroepen gericht daarvoor inzetten.

Vorig jaar heeft de raad bij de begroting het college gemachtigd om de hiervoor opgebouwde reserve, samen met de middelen die van het Rijk worden ontvangen, in te zetten voor huisvesting van deze doelgroepen.


Mobiliteitsfonds

In maart 2022 heeft de raad het mobiliteitsplan 2022-2032 vastgesteld. Dat plan heeft een vertaling gekregen naar een uitwerkingsprogramma. Voor de realisatie is in de begroting vanaf 2023 gestart met het inrichten van een mobiliteitsfonds. Het college heeft in deze begroting aanvullende investeringsbedragen opgenomen. Voor 2027 en 2028 wordt jaarlijks € 1.250.000 toegevoegd aan het fonds. Daarnaast is voor de aanleg van de regionale fietsverbinding Apeldoorn-Epe’ een aanvullend bedrag van € 900.000 opgenomen. Voor het onderhoud en aanpassing van landbouwverkeerroutes is € 800.000 opgenomen. Door prioritering zal de komende jaren uitvoering kunnen worden gegeven aan diverse projecten uit het mobiliteitsplan.

Herontwikkeling Hoofdstraat Epe
Als gevolg van het te volgen participatietraject is de planning voor de voorbereiding en uitvoering van dit project aangepast. In de begroting zijn nu wel investeringsbedragen opgenomen om de komende jaren aan dit project uitvoering te kunnen geven. In 2025 en 2026 zal de voorbereiding plaatsvinden. Vanaf 2027 zijn investeringsbedragen voor de realisatie opgenomen. Indicatief wordt nu rekening gehouden met een totale investering van ruim € 5 mln. Het deel dat in 2029 is gepland, is nog geen onderdeel de voorliggende meerjarenbegroting. Dit deel zal, afhankelijk van de planvorming, volgend jaar opnieuw worden afgewogen. Er is dan mogelijk ook meer duidelijk over evtueel te ontvangen subsidie.

Rentelasten en ‘waardecorrectie’ reserves en voorzieningen
De regelgeving (BBV) staat niet langer toe dat we een rentevergoeding toekennen aan de reserves (en voorzieningen). Omdat dit tot nu toe het beleid was, werd in de begroting tot en met 2024 hiervoor een structurele last opgenomen. Dit leidde tot een verhoging van de reserves (indexatie) en in sommige jaren ook tot een ‘surplus’ in de reserve bespaarde rente. Dit surplus kon bij volgende begrotingen worden ingezet als eenmalige middelen. Met de wijziging in de regelgeving vervalt de mogelijkheid om aan dit beleid uitvoering te blijven geven.
Dit leidt er toe dat de reserve bespaarde rente zijn functie verliest en kan worden opgeheven. De structurele toevoegingen aan de reserves zijn vanaf nu beperkt tot het percentage van de waardecorrectie/indexatie (om de reserves waardevast te houden).

Risico’s en risicobeheersing
Een belangrijk afwegingskader bij de begroting is de mate waarin de risico’s financieel en bestuurlijk worden afgedekt. Ook in de voorliggende nieuwe begroting is weer sprake van onzekerheden en (financiële) risico’s.
Het opstellen van een nieuwe begroting gaat gepaard met het maken van inschattingen die beïnvloed worden door onzekerheden en risico’s. Een meer uitgebreide beschrijving van de risico’s en de invloed hiervan op het weerstandsvermogen is opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing van deze begroting. Voor een deel van de risico’s zijn financiële of andere maatregelen getroffen.

Resultaat
Zoals hierboven aangegeven, kan door een aantal maatregelen een sluitende begroting worden aangeboden, waarin mogelijkheden zijn opgenomen voor nieuwe uitgaven en investeringen. Hierbij zijn de kaders gehanteerd voor het gemeentelijke financiële beleid en is waar mogelijk rekening gehouden met de adviezen die de provincie en de VNG hebben gegeven.

Randvoorwaarde hierbij is dat door middel van scherpe keuzes in het huidige beleid, bij de beleidsmatige en financiële doorlichting van de begroting een bedrag van € 2 mln. structureel wordt aangewezen aan uitgaven verlagingen en/of inkomstenverhogingen. Alleen bij realisatie hiervan kan een structureel tekort in de begroting vanaf 2026 worden voorkomen.
Uitgangspunt blijft dat de uitgaven kunnen worden gedaan die minimaal noodzakelijk zijn met het oog op de wettelijke taken en die gericht zijn op verbetering van de dienstverlening en inspelend op de veranderende wensen/behoeften van de samenleving. Het komende jaar zal, meer dan in de afgelopen tijd, in het teken staan van het maken van lastige en wellicht pijnlijke keuzes. Hierbij zal moeten blijken in hoeverre het haalbaar is om in te blijven spelen op nieuwe ontwikkelingen en invulling te (blijven) geven aan de uitdagingen en ambities in het raads- en coalitieakkoord. Het college gaat echter met vertrouwen deze uitdaging aan en ziet uit naar een constructieve discussie hierover met de raad en met de inwoners en organisaties in onze samenleving.

Toelichting en leeswijzer programmabegroting

Opzet programmabegroting

Terug naar navigatie - Opzet programmabegroting

De programmabegroting is een belangrijk sturingsinstrument voor de raad en is het richtinggevend kader voor het college voor de ontwikkeling en uitvoering van beleid in het komende begrotingsjaar. De raad stuurt en autoriseert het college op het niveau van de programma’s.

De keuze van het aantal programma’s en de verdeling van de beleidsterreinen over de programma’s is vrij. De informatie die per programma minimaal geleverd moet worden is echter wel nauwkeurig voorgeschreven, evenals informatie die in andere delen van de programmabegroting opgenomen moet worden.

De voorliggende programmabegroting kent een opbouw bestaande uit vier delen te weten:

  • Deel 1 met een beschrijving van de vier pijlers, de 11 onderscheiden programma’s en een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Centraal staan de onderdelen: Wat wil de gemeente bereiken (strategische doelen), Wat gaat de gemeente daarvoor doen (uit te voeren activiteiten) en Wat dat mag kosten.
  • Deel 2 met een beschrijving van de paragrafen die als doel hebben om de raad in de gelegenheid te stellen beleidslijnen en randvoorwaarden vast te stellen en te controleren op enkele onderwerpen die een dwarsdoorsnede zijn van de onderscheiden programma’s.
  • Deel 3 met een uiteenzetting van de financiële positie van de gemeente, een financiële specificatie van de kosten en baten per programma en enkele samenvattende financiële overzichten.
  • Deel 4 met een aantal bijlagen die dienen als toelichting op of uitwerking van diverse aspecten uit de eerste drie delen.

Inrichting deel 1: Programmaplan

Terug naar navigatie - Inrichting deel 1: Programmaplan

De inrichting van het programmaplan is als volgt.

  • De hoofdindeling bestaat uit vier pijlers: sociaal, ruimte, economie en bestuur. Per pijler zijn de kenmerken van het beleid opgenomen en de speerpunten en prestatieafspraken uit het collegeakkoord voor die pijler. Dit geheel vormt de kern van het kader voor de betreffende beleidsvelden in de bij de pijler behorende programma’s.
  • Het programmaplan bestaat uit elf programma’s verdeeld over vier pijlers.
  • Per programma zijn de beleidsnota’s vermeld die de kerndocumenten vormen voor het programma. Er zijn per programma beleidsonderwerpen aangegeven met daarbij aangegeven de activiteiten en wat daarvan te realiseren of concreet uit te voeren in het begrotingsjaar. Elk programma bevat wettelijk voorgeschreven indicatoren.

In het schema is de hoofdindeling van het programmaplan weergegeven met de daarbij behorende programma’s en de hoofdonderwerpen daarin.

Pijler

Programma

Hoofdonderwerpen

Sociaal

1. Opgroeien in Epe

Onderwijs en jeugd.

2. Actief in Epe

Welzijn, sport, cultuur en accommodaties.

3. Zorg en Opvang

WMO, gezondheid, maatschappelijke opvang, basismobiliteit, algemeen maatschappelijk werk en integratie/inburgering.

4. Leefbaar en veilig

Openbare orde en veiligheid, leefbare en veilige leefomgeving.

Ruimte

5. Ruimte en Wonen

Ruimtelijke ordening, grond- en woningexploitatie, bouw- en woningtoezicht en volkshuisvesting.

6. Epe op orde

Beheer en onderhoud van de openbare ruimte.

7. Duurzaamheid

Milieu, transitie energie en warmte, riolering, waterbeheer en afvalverwijdering.

8. Toezicht en handhaving

Controle op uitvoering en de handhaving van wet- en regelgeving en de algemeen plaatselijke verordening.

Economie

9. Bedrijvigheid

Lokale economie (waaronder werkgelegenheid en bedrijfsterreinen), agrarische aangelegenheden, recreatie en toerisme.

10. Weer aan het werk

Uitvoering van de Participatiewet, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, armoede- en minimabeleid.

Bestuur

11. Bestuur en organisatie

Bestuur, informatievoorziening, organisatie, bedrijfsvoering, financiën.

 

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Algemene uitkering uit het gemeentefonds en lokale heffingen.

 

Overhead

Sturing en ondersteuning van de primaire processen.