Toelichting risico’s.
Onderstaand wordt een korte toelichting gegeven op de in de risicokaart opgenomen risico's en enkele kenmerken benoemd.
Sociaal Domein |
Risico kenmerken |
De middelen voor de uitvoering van de taken in het sociaal domein verstrekt het Rijk via de algemene uitkeringen en integratie-uitkeringen. De gemeente kan dat geld naar eigen inzicht besteden, verantwoording aan het Rijk is niet nodig. De gemeente loopt met de uitvoering van deze taken aanzienlijke financiële risico’s. Dit wordt mede veroorzaakt door het 'open einde' karakter van deze taken. De jaarcijfers 2020 laten een positief resultaat zien van rond de € 600.000 (2019 gaf een positief resultaat van € 2,1 mln.). Doordat het Rijk voor de komende jaren (tijdelijk) extra middelen aan de gemeenten heeft toegekend kan het tekort in het sociaal domein vooralsnog op begrotingsbasis worden opgevangen. Om de risico’s te beheersen is een monitoring systematiek opgezet waardoor tijdig signalen worden ontvangen zodat bijgestuurd kan worden zowel beleidsmatig als in de uitvoering en financieel. Via het project Grip op zorg moet in de komende jaren een structurele besparing worden gerealiseerd worden. Er wordt een eenmalige investering van 1,7 miljoen ingezet om deze ombuiging in gang te zetten. Met de reserve Risico’s Sociaal Domein worden de financiële risico’s opgevangen die de gemeente loopt als gevolg van de uitvoering van de taken in het sociaal domein. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de Paragraaf 9 Sociaal Domein. |
Kansklasse: Groot Effectklasse na maatregel: Zeer klein Restrisico: Geen Ontwikkeling risico: Afgenomen Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: Geen |
Grondexploitatie |
Risico kenmerken |
De gemeente Epe voert een facilitair grondbeleid. Daarbij is de gemeente bij ontwikkelingen eerder volgend dan initiërend. Hiermee worden de risico's voor de gemeente sterk beperkt. Voor een verdere uitwerking wordt verwezen naar Paragraaf 7 Grondbeleid. Uit deze paragraaf blijkt dat de risico’s binnen het grondbedrijf en regionale woningbouwprogrammering voldoende afgedekt worden met een bestemmingsreserve. |
Kansklasse: Klein Effectklasse na maatregel: Zeer klein Restrisico: Geen Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Incidenteel Beslag op weerstandscapaciteit: Geen |
Verbonden partijen (excl. Lucrato) |
Risico kenmerken |
De gemeente heeft (zeer uiteenlopende) relaties en verbindingen met instellingen en vennootschappen. In paragraaf 6 wordt uitgebreid ingegaan op relaties en verbindingen van de gemeente met deze verbonden partijen. Kenmerkend voor verbonden partijen is dat zij op afstand van het college en de gemeenteraad functioneren. Elk van de verbonden partijen hebben hun eigen risicoprofiel met een daarbij behorend pakket aan maatregelen om de bestuurlijke en financiële risico's te beheersen. Bij verbonden partijen wordt ernaar gestreefd dat de eigen vermogenspositie van de verbonden partij een solide omvang heeft zodat in eerste instantie financiële tegenvallers door de verbonden partij zelf opgevangen kunnen worden. Voor het afdekken van de risico’s in de privaat-publieke samenwerking zijn middelen opgenomen in de reserve bouwgrondexploitatie, het risico ten aanzien van het werkbedrijf Lucrato zijn apart opgenomen. |
Kansklasse: Klein Effectklasse na maatregel: Groot Restrisico: € 262.300 Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Incidenteel Beslag op weerstandscapaciteit: € 52.000 |
Lucrato | Risico kenmerken |
Lucrato voert de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) uit voor de in Lucrato participerende gemeenten: Epe, Apeldoorn en Heerde. Daarnaast biedt Lucrato in opdracht van gemeenten dienstverlening aan mensen die onder de Participatiewet vallen en een relatief korte afstand tot de arbeidsmarkt (tot 1 jaar) hebben. De deelnemende gemeenten kunnen ook aanvullende dienstverlening bij Lucrato inkopen voor de doelgroep die vanuit de gemeenten wordt bediend: mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt langer dan een jaar of mensen uit de doelgroep participatie. Uit de vastgestelde Meerjarenbegroting 2021-2024 van Werkbedrijf Lucrato blijkt dat het financiële eindresultaat voor de komende jaren negatief is begroot. De bezuinigingen van het Rijk en de stijgende gemiddelde loonkosten per SW-medewerker hebben een negatief subsidieresultaat tot gevolg. Het macrobudget voor de Rijksbijdrage Wsw staat voor de komende jaren vast en wordt alleen nog aangepast aan de loon- en prijsontwikkeling. In 2019 kon het ontstane tekort nog gedekt worden binnen de reserves van Lucrato. In 2020 is de reserve binnen Lucrato niet meer toereiken. Het aandeel van de gemeente Epe voor het tekort van Lucrato is als taakstelling opgenomen in de begroting 2020 voor een bedrag van € 272.000 en voor 2021 een bedrag van € 240.000. Het uiteindelijke aandeel van gemeente Epe in het gerealiseerde tekort over 2020 komt uit op € 45.000. Conform het gemaakte beleid in 2019 is deze bijdrage gecompenseerd binnen de gebundelde uitkering en daarmee financieel afgedekt via de reserve BUIG. |
Kansklasse: Zeer groot Effectklasse na maatregel: Zeer klein Restrisico: Geen Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: Geen |
Juridische risico's en aansprakelijkheid |
Risico kenmerken |
De gemeente loopt juridische risico’s, omdat veel primaire processen binnen de gemeente van juridische aard zijn en bij het onrechtmatig handelen van de gemeente kan een schadeclaim worden ingediend. Juridische procedures kunnen zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk van aard zijn.
Het financiële risico is vaak moeilijk van tevoren in te schatten. De kosten voor (verplichte) externe juridische bijstand, alsmede proceskosten, zijn de laatste jaren opgelopen, maar lijken zich te stabiliseren. Het claimen van proceskosten en het toewijzen daarvan door de rechter is standaard geworden. Tegen civielrechtelijke claims, voortvloeiend uit onrechtmatige daad en onrechtmatige besluiten (bijv. vernietigde besluiten) heeft de gemeente zich verzekerd. Voor juridische bijstand, veroordelingen in proceskosten/griffiekosten, eigen risico’s en eigen bijdragen heeft de gemeente regulier budgetten opgenomen. Financiële claims: |
Kansklasse: Midden Effectklasse na maatregel: Groot Restrisico: €475.000 Ontwikkeling risico: Toegenomen Risico sturing: Reduceren Risicokarakter: Incidenteel Beslag op weerstandscapaciteit: € 117.000 |
Borg en garantstellingen |
Risico kenmerken |
De gemeente heeft diverse waarborgen verstrekt voor geldleningen. Dit betekent dat de gemeente als achtervang borg staat op het moment dat de instantie of persoon waaraan de lening verstrekt is, niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. De grootste waarborgen die de gemeente heeft verstrekt zijn (1) Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor woningstichtingen en (2) Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW). Het risico bij de WSW en de WEW is klein door de structuur. Voordat de waarborgfondsen een beroep doen op de achtervang wordt eerst het vermogen van het Waarborgfonds zelf aangesproken. Is het daarna noodzakelijk om de achtervang aan te spreken dan bestaat er een garantieverdeling van 50% Rijk / 50% gemeenten, in de vorm van een lening. Daarbij vervult het Rijk voor het WEW een volledige achtervang positie voor garantstellingen afgegeven vanaf 1 januari 2011. Door de totale omvang van de achtervang posities (bijna € 112 mln.) kunnen de financiële gevolgen voor de gemeente groot zijn. |
Kansklasse: Klein Effectklasse na maatregel: Zeer groot Restrisico: € 1.120.000 Ontwikkeling risico: Toegenomen Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Incidenteel Beslag op weerstandscapaciteit: € 215.000 |
Algemene uitkering |
Risico kenmerken |
Er lopen momenteel 2 trajecten in het kader van de herziening van de algemene uitkering. Het betreft de herverdeling van het klassieke en sociaal domein. Het rijk heeft eind januari 2021 inzage gegeven in de nieuwe verdeelvoorstellen. Deze voorstellen vallen minder nadelig uit voor Epe dan verwacht werd bij het opstellen van de begroting 2021-2024. Echter het betreft een voorlopige verdeling, waarbij de minister nu al kanttekeningen plaatst. De verwachting is dat na het advies van het ROB (eind april 2021) het voorstel nog enige aanpassingen zal ondergaan. |
Kansklasse: Zeer groot Effectklasse na maatregel: Zeer klein Restrisico: geen Ontwikkeling risico: Afgenomen Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: geen |
Uitkering inkomensvoorziening |
Risico kenmerken |
Vanuit de via het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor de uitvoering van de Wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorzieningen aan Gemeente (BUIG) bekostigd de gemeente de inkomensvoorzieningen WWB, IOAZ, IOAW en een deel van de Bbz. In hoeverre de gemeente uit komt met deze middelen is afhankelijk van o.a. de economische ontwikkelingen binnen de regio als de ontwikkelingen van de verdeelmaatstaven waarop het Rijk de beschikbare middelen verdeelt. Hier zitten de grootste onzekerheden. |
Kansklasse: Midden Effectklasse na maatregel: Zeer klein Restrisico: geen Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: geen |
Organisatie - Personeel |
Risico kenmerken |
Een risico dat zich altijd kan voordien is het onverwacht wegvallen van personeel op kritische functies door langdurige ziekte, (gedwongen) vertrek van medewerkers en boven formatief personeel. Het is niet vooraf te voorzien wanneer en in welke mate dit zich zal voordoen in het personeelsbestand van de gemeente. De financiële consequenties van dit risico kunnen groot zijn. Voor het opvangen van bekende bestaande situaties van langdurige ziekte, bovenformatief personeel en vertrek van medewerkers is een reserve gevormd die incidenteel deze uitgaven opvangt. Binnen de begroting is niet voorzien in structurele middelen die toekomstige situaties afdekken. In 2020 (zie voortgangsrapportage) is gebleken dat voor langdurig zieken aanmerkelijk moest worden bij geraamd. Uit de afdelingsplannen 2021 blijkt dat bij de eerste voortgangsrapportage 2021 wederom aanvullend bedrag gevraagd zal worden voor langdurig zieken. Het lijkt hiermee een structureel groter probleem te zijn dan de huidige mogelijkheid tot incidentele dekking uit de reserve organisatieontwikkeling. Bij de begroting 2022-2025 zal dit risico en de structurele dekking daarvan integraal afgewogen moeten worden. |
Kansklasse: Groot Effectklasse na maatregel: Groot Restrisico: € 295.000 Ontwikkeling risico: Toegenomen Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Incidenteel Beslag op weerstandscapaciteit: € 177.000 |
Omgevingswet |
Risico kenmerken |
De Omgevingswet treedt 1 januari 2022 in werking en heeft gevolgen voor de hele gemeentelijke organisatie en de daarmee samenhangende financiële middelen. Naar aanleiding daarvan is het 'Programma Omgevingswet' ingericht voor de implementatie van de wet. Het gaat dan zowel om de inhoud van de (fors gewijzigde) regelgeving, als ook de ondersteuning daarvoor; Digitale ondersteuning, werkwijzen en processen die moeten worden aangepast en dienstverlening en participatie gericht op houding, gedrag en communicatie. De invoeringskosten van de Omgevingswet zijn geraamd in de begroting. Bij de huidige ontwikkeling voor het onderdeel bouwleges kan de lagere opbrengst nog worden gedekt door een onttrekking aan de risico/egalisatie reserve voor de invoering van de Omgevingswet tot en met 2023. In 2024 ontstaat een tekort van € 121.000, doordat de reserve niet meer toereikend is. De verwachting is dat vanaf 2025 de legesopbrengst rond € 400.000 lager ligt dan nu. Onderzocht zal moeten worden in hoeverre de lagere opbrengst wordt gecompenseerd door lagere uitgaven (personele capaciteit). |
Kansklasse: Midden Effectklasse na maatregel: Midden Restrisico: € 130.000 Ontwikkeling risico: Toegenomen Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: € 52.000 |
Groot onderhoud accommodaties en sportvelden en btw sport |
Risico kenmerken |
Uit eerder onderzoek bleek dat de kosten van het groot onderhoud van accommodaties fors stijgen. Het beleidsvoornemen is dat accommodatiebesturen zelf de toegenomen kosten van groot onderhoud in de eigen begroting opnemen. Het risico is echter aanwezig dat de accommodaties niet in staat blijken deze stijgende kosten op te kunnen vangen. In de gemeentelijke begroting is ervan uitgegaan dat de betreffende stichtingen (Koekoek/Wieken, Hezebrink en PWA) in staat zijn om de helft van de stijgende groot onderhoudskosten voor eigen rekening te nemen. De komende jaren zullen renovatiewerkzaamheden aan natuur- en kunstgrasvelden bij diverse verenigingen aan de orde komen. Uit een onderzoeksrapport blijkt dat grootschalige renovatie nodig is. Tegelijk blijkt dat op dit moment meer natuurgrasvelden gesubsidieerd worden voor onderhoud dan op basis van normering van de KNVB nodig is. Door een wetswijziging is het recht op aftrek van btw voor de stichtingen en verenigingen vervallen waardoor er een fors financieel nadeel ontstaat bij de stichtingen en verenigingen. Samenvattend is er nog steeds het risico dat de in gemeentebegroting opgebouwde buffer ontoereikend is. |
Kansklasse: Midden Effectklasse na maatregel: Groot Restrisico: € 440.000 Ontwikkeling risico: gelijk gebleven Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: € 264.000 |
Onderhoud Openbare Ruimte | Risicokenmerken |
Het beheer van de Openbare Ruimte is in de gemeente uitbesteedt aan Axent via een dienstverleningsovereenkomst. Axent voert het onderhoud uit op basis van door de gemeente opgestelde specificaties. Echter de leefomgeving verandert door klimaatverandering, burgers hebben veranderde wensen/eisen ten aanzien van het onderhoudsniveau en bijvoorbeeld de biodiversiteit en verschillende onderdelen van het gemeentelijk "areaal" verouderen (denk bijvoorbeeld aan het ouder worden van bomen waardoor meer onderhoud nodig is). Daarnaast blijkt het contractueel afgesproken indexpercentage structureel lager te liggen dan de stijging van de werkelijke kosten die aannemers maken. Dit leidt tot het risico dat bij een nieuwe opdracht de kosten van dezelfde werkzaamheden structureel veel hoger liggen. Al met al zien we dat ook bij een gelijkblijvend niveau van onderhoud van de openbare ruimte de kosten zullen gaan stijgen de komende jaren. In de komende jaren zal in de reguliere periodieke actualisatie van beheerplannen, financiële voorzieningen en reserves rekening gehouden worden met deze ontwikkelingen. |
Kansklasse: Groot Effectklasse na maatregel: Midden Restrisico: € 220.000 Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven Risico sturing: Reduceren Risico karakter: Structureel Beslag op weerstandscapaciteit: € 135.000 |
Vervallen risico’s en andere risicomutatie
Ten opzichte van de vorige publicatie van risico's (bij de begroting 2021) is het risico ten aanzien van de heffing op de inzameling van grondstoffen niet meer opgenomen omdat de uiteenlopende scenario's van risico/kans, het risico per saldo naar nul gaat. Dat komt overeen met de aanname dat mensen zich gemiddeld zullen houden aan het gedrag van de inzameling van grondstoffen dat bij het nieuwe beleidsplan is ingeschat. Dit op basis van ruime ervaringen met (de invoering van) diftar bij andere gemeenten.