Jaarverslag

Programmaverantwoording

1 | Opgroeien in Epe

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen onderwijs en jeugd in brede zin. Het laatste betreft jeugdzorg (jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering) en de welzijnsaspecten zoals peuterspeelzaal-werk, voor- en vroegschoolse educatie, jeugd- en jongerenwerk, jeugdgezondheidszorg.

De voorzieningen gericht op de jeugd maken ook deel uit van het basisaanbod aan voorzieningen waar in programma 2 “Actief in Epe” aandacht aan wordt gegeven. Er bestaat een relatie met de programma’s 3 “Zorg en opvang” (jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning) en 4 “Leefbaar en veilig” (integrale veiligheid: thema “Jeugd en veiligheid”).

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2017 2018 2019 2020
Verwijzingen Halt 10 13 9 14
Het aantal  verwijzingen naar Halt, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 12-17 jaar.
Kinderen in uitkering 5% 5% 4% -
Het percentage kinderen tot 18 jaar dat in een gezin leeft dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen.
Voortijdige schoolverlaters (vo+mbo) 1,7% 1,9% 2,1% -
Het percentage van het totaal aantal leerlingen (12-23 jaar) dat voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat.
Absoluut verzuim 4,4 3,3 1,9 -
Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 5-18 jaar.
Relatief verzuim 31 31 28 -
Het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is, per 1.000 leerlingen.
Jongeren met jeugdhulp 10,2% 9,5% 10,6% 10,0%
Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzicht van alle jongeren tot 18 jaar (tweede helft van het genoemde jaar).
Jongeren met jeugdbescherming 1,3% 1,1% 1,1% 1,1%
Het percentage jongeren tot 18 jaar met een jeugdbeschermingsmaatregel ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar (tweede helft van het genoemde jaar).
Jongeren met jeugdreclassering 0,4% 0,2% 0,2% -
Het percentage jongeren (12-22 jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van alle jongeren (12-22 jaar) (tweede helft van het genoemde jaar).
Jongeren met een delict voor de rechter 1% 1% 1% -
Het percentage jongeren (12-21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen.

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Onderwijs   Portefeuillehouder: E. Visser
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Uitvoeren van de Lokaal Educatieve Jeugd Agenda. Nee Dit is een doorlopend proces. In het LEJA nemen besturen deel uit het onderwijs, welzijn en zorg die zich buigen over verschillende thema’s. De bijeenkomsten van het LEJA zijn geannuleerd als gevolg van de coronacrisis.
2. Uitgevoerd Onderwijs Achterstanden Beleid (OAB) 2019-2022. Ja Er is een activiteitenprogramma 2020 opgesteld. De onderdelen uit het activiteitenprogramma zijn opgepakt en uitgevoerd.
3. Uitwerken Actiekader Onderwijs. Ja

De renovatie van de RSG NO-Veluwe is uitgesteld. Het renovatieplan voor de Krugerstee is afgerond. De renovatie start begin 2021. De renovatie van de St. Bernardusschool staat voor 2023 op het programma. Verder is de uitbreiding van de Montessorischool afgerond. Er is verder gewerkt aan de planvorming voor het project Epe Zuid West waar ook de van de Reijdenschool bij betrokken is.

Collegeprogramma 2018-2022:    
4. Een samen met schoolbesturen en besturen van voorschoolse en welzijnsinstellingen opgesteld plan voor toekomstbestendig onderwijs in de dorpen en de financiering daarvan. Ja Dit betreft het opstellen van het plan voor huisvesting scholen Epe Zuidwest. Zie activiteit 3 hiervoor.

 

Jeugdzorg   Portefeuillehouder: C.M. de Waard-Oudesluijs
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Realiseren subsidieprogramma. Ja Er zijn éénjarige subsidieafspraken gemaakt met organisaties die preventieve activiteiten voor jeugd uitvoeren. Dit betreft onder andere de subsidie voor de uitvoering van het CJG Epe. De subsidies over 2019 zijn vastgesteld.
2. Uitvoeren jeugdgezondheidszorg. Ja Er zijn subsidie-/ uitvoeringsafspraken gemaakt met Vérian (0-4 jaar) en GGD NOG (4-19 jaar).
3. Realiseren van de transformatie jeugdzorg. Ja

De meeste acties 2020 uit het Actieprogramma 2019-2022, voortkomend uit het integraal beleidsplan Sociaal Domein, zijn uitgevoerd.
Het betreft onder meer:

  1. De doorontwikkeling CJG (onderdeel van project Grip op Zorg).
  2. Verlenging met 2 jaar van regionaal contract maatwerkvoorzieningen (jeugd, wmo en bw/mo) waardoor maatregelen worden uitgewerkt om nog meer sturing aan de transformatie te kunnen geven.
  3. Het jaarlijkse cliëntervaringsonderzoek is uitgevoerd inclusief diepte-interviews.
  4. Het project Steunouder is geëvalueerd. Besloten is om deze activiteit voort te zetten.

 

Welzijnswerk jeugd en jongeren   Portefeuillehouder: E. Visser
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Realiseren subsidieprogramma. Ja Er zijn éénjarige subsidieafspraken gemaakt met organisaties die jongerenwerk uitvoeren. Daarbij gaat het om jongerenwerk door verenigingen en jongerenwerk door de welzijnsstichting. De subsidies over 2019 zijn ook vastgesteld.
2. Pilot jongeren op gezond gewicht Ja In 2020 heeft de JOGG-regisseur diverse activiteiten uitgevoerd. In mei is een procesevaluatie uitgevoerd. Besloten is JOGG nog een jaar voort te zeten in 2021.

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 13.921 13.964 11.678 2.286
Baten 620 570 454 -116
Saldo -13.301 -13.394 -11.224 2.170

2 | Actief in Epe

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen welzijn (o.a. sociaal cultureel werk incl. ouderen- en minderhedenwerk, opbouwwerk, vrijwilligerswerk), sport en cultuur (o.a. bibliotheek, kunstzinnige vorming, amateuristische kunstbeoefening). Daarnaast valt ook het onderwerp accommodaties op de voornoemde terreinen onder dit programma.

De onderwerpen welzijn, sport en cultuur vormen de kern voor het te realiseren basisaanbod aan voorzieningen zoals opgenomen in het lokaal sociaal beleid. De voorzieningen gericht op jeugd (0–18 jaar) vallen binnen programma 1 “Opgroeien in Epe”.

Dit programma draagt in belangrijke mate bij aan de leefbaarheid in de dorpen en wijken (inzet van voorzieningen, aandacht voor ontmoeting, tegengaan overlast en criminaliteit, kwaliteit van de woonomgeving). Er bestaat een relatie hierbij met de programma’s 3 “Zorg en opvang” (maatschappelijke ondersteuning), 4 “Leefbaar en veilig” (veilige leefomgeving) en 6 “Epe op orde (openbare ruimte).

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2016 2017 2018 2019
Niet-wekelijkse sporters 47,6%
Het percentage inwoners dat niet wekelijks sport ten opzichte van het totaal aantal inwoners.
Vanuit de verplichte bron van deze indicator zijn geen recentere data beschikbaar.

Wat willen we bereiken

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken

Strategische doelen:

  1. Het vergroten van maatschappelijke participatie van inwoners.
  2. Realiseren van een evenwichtig over de kernen gespreide sociale infrastructuur met activiteiten, voorzieningen en accommodaties.

 

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Welzijn   Portefeuillehouder: B.J. Aalbers
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Realiseren subsidieprogramma. Ja Er zijn éénjarige subsidieafspraken gemaakt met organisaties die activiteiten op het vlak van welzijn en gebiedsgericht werken uitvoeren. De subsidies over 2019 zijn ook vastgesteld.
2. Actualiseren van het subsidiebeleid. Nee Het project vraagt meer voorbereidingstijd en ondervindt vertraging als gevolg van de coronacrisis. Het participatieproces kon onvoldoende vorm gegeven worden. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld.
3. Afronden project Accommodaties II. Nee Het college heeft in 2020 ingestemd met de projectopdracht voor de verhuizing van de wijkvereniging Oosterhof. Als gevolg van de coronacrisis is het project tot nader order opgeschort. Het participatieproces kon onvoldoende worden vormgegeven.
4. Viering 75 jaar vrijheid Nee Als gevolg van de coronacrisis konden verreweg de meeste activiteiten geen doorgang vinden.
Collegeprogramma 2018-2022:
5. Er is een adequaat ondersteuningsaanbod gerealiseerd voor vrijwilligers en verenigingen in de uitvoering van hun activiteiten. Ja Vrijwilligerscoördinatiepunt (EpeDoet!) is opgeleverd. Door de crisis wordt het coördinatiepunt in korte tijd belangrijker. EpeDoet! is onder gebracht bij Koppel/SWOE.  
6. Een opgesteld integraal toekomstgericht plan voor accommodaties per dorp voor onder meer welzijn, cultuur en sport. Nee Het opstellen van het plan is opgeschort als gevolg van de coronacrisis. Het participatieproces kon onvoldoende worden vormgegeven. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld.
7. Er is gestart met de uitwerking van het plan. Nee Het opstellen van het plan is opgeschort, zoals bij activiteit 6 vermeld.

 

Sport en cultuur   Portefeuillehouders: R.A.J. Scholten / B.J. Aalbers
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Realiseren subsidieprogramma. Ja Er zijn éénjarige subsidieafspraken gemaakt met organisaties in de sport- en cultuursector over de doelstellingen en activiteiten. De subsidies over 2019 zijn ook vastgesteld.
2. Uitvoeren beleid kunst en cultuur. Ja Er is uitvoering gegeven aan het uitvoeringsprogramma van de nota De Kracht van Cultuur. Activiteiten waren o.a.: verder vormgeven kunst & cultuur educatie bij primair en voortgezet onderwijs, corona-proof projecten via het cultuur- en erfgoed-pact, start proces voor een convenant Cultuur-Onderwijs.
3. Bevorderen sportparticipatie. Ja Het ’Sport- en Beweegplan Epe 2020-2024: Samen voor de Sport!’ is door de gemeenteraad vastgesteld. Voor de uitvoering hiervan zijn afspraken gemaakt die zijn vastgelegd in het Lokaal Sport- en Beweeg Akkoord. Dit Akkoord is door verschillende partijen, waaronder de gemeente, ondertekend.
4. Inzet van functies buurtsportcoaches en cultuurmakelaar. Ja De buurtsportcoaches van Heel Epe Beweegt en de cultuurmakelaar van Cultuurplein Noord Veluwe hebben uitvoering gegeven aan de uitvoeringsplannen.
Collegeprogramma 2018-2022:    
5. De stimuleringsregeling jeugd is geïmplementeerd. Ja De regeling is geïmplementeerd. De geplande evaluatie is als gevolg van een noodzakelijke herziening van de regeling (uitspraak bezwaarschriftencommissie) doorgeschoven naar 2021. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 4.462 4.208 4.545 -337
Baten 506 541 662 121
Saldo -3.956 -3.667 -3.883 -216

3 | Zorg en opvang

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen gezondheids-, verslavings- en ouderenzorg. Tevens valt hieronder het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking en het bieden van maatschappelijke opvang (prestatievelden in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning), het algemeen maatschappelijk werk en integratie/inburgering van nieuwkomers/oudkomers.

Het programma richt zich met name op groepen inwoners uit de samenleving die kwetsbaar zijn als gevolg van verschillende soorten van achterstand (lokaal sociaal beleid). Kernbegrippen zijn daarbij bevorderen zelfredzaamheid en participatie. Er bestaat een relatie met de programma’s 2 “Actief in Epe” (welzijnsvoorzieningen), 4 “Leefbaar en veilig” (leefbaarheid) en 10 “Weer aan het werk” (bevordering arbeidsparticipatie).

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2017 2018 2019 2020
Wmo-cliënten met een maatwerk-arrangement per 10.000 inwoners. 370 350 480 570
Een maatwerkarrangement  is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo.

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Maatschappelijke Zorg   Portefeuillehouders: C.M. de Waard-Oudesluis / B.J. Aalbers
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
 1. Uitvoeren gemeentelijk gezondheidsbeleid. Ja Het jaarplan is uitgevoerd. Er is onder andere gestart met “Rookvrije Generatie”.
 2. Realiseren van de transformatie WMO. Ja

Er is uitvoering gegeven aan het Actieprogramma Sociaal Domein 2019-2022. Onder meer zijn onderstaande activiteiten gerealiseerd:

  1. Het uitvoeren van het regionale werkplan Wmo en de samenwerking met de zorgverzekeraar.
  2. Jaarlijks cliëntervaringsonderzoek met zowel enquêtes als diepte-interviews.
  3. Opstellen van het Ontwerp Beschermd Thuis en het concept-Kaderdocument Beschermd Thuis.
  4. Opstellen van de concept-woonzorgagenda.
  5. Uitwerken van de ombuigvoorstellen van het project Grip op zorg.
 3. Ondersteunen initiatieven sociale agenda. Ja Er is uitvoering gegeven aan de transformatieregeling. Hiermee is het pilotproject welzijn op recept in Epe en Oene ondersteund. Ook is er een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de buurtpunten en de samenwerking tussen de buurtpunten en welzijn.
 4. Instandhouden vervoersysteem basismobiliteit (PlusOV). Ja In zijn algemeenheid is de kwaliteit van het vervoer goed, is PlusOV goed bereikbaar en worden klachten binnen de termijnen afgehandeld. Als gevolg van de coronacrisis is in het vraagafhankelijk vervoer sprake van een forse daling van het vervoersvolume (ongeveer 50%). Het routegebonden vervoer is na de eerste lockdown weer volledig opgestart, waarbij voor het leerlingenvervoer geldt dat ouders zijn gecompenseerd voor de eigen bijdrage ten tijde van de eerste lockdown.
 5. Realiseren subsidieprogramma. Ja Er zijn éénjarige subsidieafspraken gemaakt met organisaties die maatschappelijke zorg uitvoeren. Het gaat dan over onder andere maatschappelijk werk. De subsidies over 2019 zijn ook vastgesteld.
 6. Invoeren van de Wet verplichte ggz (Wvggz). Ja De Wvggz is volledig geïmplementeerd. Dat betreft onder meer: een meldpunt voor inwoners om melding te doen van een persoon met ernstig verward gedrag; processen om een verkennend onderzoek uit te voeren en om een crisismaatregel op te leggen; een structureel regionaal overleg over de uitvoering van de Wvggz tussen burgemeesters, het OM en GGZ; de gemeente is aangesloten bij een landelijk systeem om veilig informatie uit te wisselen.
Collegeprogramma 2018-2022:
 7. Er zijn nieuwe algemene voorzieningen gerealiseerd in samenwerking met maatschappelijke partners. Ja Er heeft een doorontwikkeling van de Buurtpunten plaatsgevonden om de traditionele dagbesteding voorliggend in te richten. Het pilotproject “Welzijn op recept” in Epe en Oene is afgerond en geëvalueerd. De uitvoerende partijen hebben afspraken gemaakt over het voortzetten van de werkzaamheden. De Was- & Strijkservice is geëvalueerd. Besloten is om deze activiteit voort te zetten. Het is een voorliggende voorziening op de maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp wasverzorging dat vanuit de Wmo verstrekt wordt. Daarbij worden inwoners van Epe met een afstand tot de arbeidsmarkt betrokken bij de uitvoerende werkzaamheden.
 8. Instandhouden van een divers aanbod van (preventieve) activiteiten betreffende vrijwillige hulp- en dienstverlening. Ja Er zijn éénjarige subsidieafspraken gemaakt met organisaties die zorgen voor vrijwillige dienstverlening. Het betreft de vrijwillige hulpdiensten in de gemeente. De subsidies over 2019 zijn ook vastgesteld.
 9. Instandhouden van een laagdrempelig steunpunt voor mantelzorgers. Ja Het Steunpunt Mantelzorg is gesubsidieerd om gratis en onafhankelijk advies, informatie, ondersteuning en begeleiding te verstrekken aan mantelzorgers. Daarnaast zijn er activiteiten georganiseerd, ook specifiek voor jonge mantelzorgers, en aan mantelzorgers is een blijk van waardering gegeven.
10. De toegang naar zorg en ondersteuning is verbeterd door een intensievere samenwerking van betrokken partijen. Nee Het onderzoek naar de toegang is afgerond. De implementatie van de maatregelen volgt nog. Prioriteit is gegeven aan de uitwerking van de maatregelen uit het project Grip op zorg. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld.
11. Een geactualiseerde aanpak gericht op de integratie van statushouders/nieuwkomers en hun kinderen. Ja

Het bestaande geactualiseerde plan is uitgevoerd. Een verdere actualisering volgt nog omdat de invoering van de nieuwe wet inburgering is uitgesteld naar 1-1-2022.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 10.707 10.806 10.771 35
Baten 267 267 950 683
Saldo -10.440 -10.539 -9.821 718

4 | Leefbaar en veilig

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen brandweer, politie, criminaliteit en overlast, crisisbeheersing/ rampenbestrijding, leefbare en veilige leefomgeving. Het programma geeft invulling aan de brede begrippen van leefbaar en veiligheid. Het onderwerp integrale veiligheid valt ook onder dit programma. Er bestaat een relatie met de programma’s 1 “Opgroeien in Epe”, 2 “Actief in Epe”, 3 “Zorg en Opvang” en 6 “Epe op orde”. Verder is er een relatie met programma 8 “Toezicht en handhaving”. Daar vindt de uitvoering plaats van de diverse leefbaarheids- en veiligheidsaspecten.

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2017 2018 2019 2020
Winkeldiefstal 0,9 1,1 0,8 -
Het aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners.
Geweldsmisdrijven 4,5 3,2 2,6 2,7
Het aantal geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners.
Diefstal uit woningen 2,5 2,1 1,8 -
Het aantal diefstallen uit woningen per 1.000 inwoners.
Vernieling en beschadiging 5,6 4,3 3,2 5,0
Het aantal vernielingen en beschadigingen per 1.000 inwoners.

Wat willen we bereiken

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken

Strategische doelen:

  1. Bevorderen van een leefbare en veilige woon- en leefomgeving.
  2. Bevorderen van bijdragen van bewoners aan de leefbaarheid in de kernen en wijken.
  3. Bevorderen van een goede, geoefende organisatie die snel en adequaat kan optreden bij een calamiteit of ramp

 

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Veiligheid   Portefeuillehouder: T. Horn
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Bevorderen kwaliteit basisbrandweerzorg. Ja Het prestatiecontract/de afspraken met de VNOG over adequate brandweerzorg is/zijn uitgevoerd. Het regionaal risicoprofiel 2021-2024 en het regionaal beleidsplan 2021-2024 zijn vastgesteld.
2. Opstellen integraal veiligheidsbeleid 2020-2023. Ja Het integraal veiligheidsbeleid 2020-2023 is vastgesteld.
3. Uitvoeren integraal veiligheidsbeleid Ja Het jaarplan is uitgewerkt. Als gevolg van de coronacrisis op een aantal punten beperkter dan de voornemens. Met name op het gebied van high impact crimes, maar door corona was hier een afname te zien.
4. Verbeteren crisisbeheersing en rampenbestrijding. Ja Vanwege de coronacrisis konden niet alle trainingen gegeven en gevolgd worden. Aan de andere kant hebben de organisaties die betrokken zijn bij de crisisbeheersing veel praktijkervaring opgedaan dankzij de corona.
5. Uitvoeren lokaal plan van aanpak ondermijning. Ja Het plan van aanpak ondermijning 2020 is uitgevoerd.

 

Leefbaarheid   Portefeuillehouder: C.M. de Waard-Oudesluis
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Implementeren werkwijze gebiedsgericht werken. Nee Deze activiteit is niet volledig uitgevoerd door prioritering van werkzaamheden als gevolg van de coronacrisis.
Collegeprogramma 2018-2022:
2. De werkwijze van de gemeentelijke organisatie is afgestemd op het gebiedsgericht werken. Nee Deze activiteit is niet uitgevoerd door prioritering van werkzaamheden als gevolg van de coronacrisis. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 2.289 2.279 2.019 260
Baten 2 2 - -2
Saldo -2.287 -2.277 -2.019 258

5 | Ruimte en Wonen

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen ruimtelijke ordening, grond- en woningexploitatie, bouw- en woningtoezicht en volkshuisvesting. Het onderdeel bouw- en woningtoezicht heeft een uitvoerend karakter. De activiteiten voor woningexploitatie zijn erg beperkt.

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2017 2018 2019 2020
Nieuwbouwwoningen 3,9 7,1 18,4 3,7
Het aantal nieuwbouwwoningen, per 1.000 woningen.

Wat willen we bereiken

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken

Strategische doelen:

  1. Bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit om een goed woon-, werk- en leefklimaat te ondersteunen.
  2. Bevorderen van een diversiteit aan woonaanbod om de leefbaarheid in de dorpen op peil te houden voor jong en oud.
  3. Behouden van het in de gemeente aanwezige cultuur- en natuurhistorisch erfgoed. 
  4. Beheerste en duurzame ontwikkeling van het buitengebied.

 

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Ruimtelijke ontwikkeling   Portefeuillehouder: R.A.J. Scholten
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
 1. Uitwerken van het Landschapsontwikkelingsplan. Ja Het programma “Landschap Epe” is afgerond. Er is geen nieuw plan gemaakt. Dit gaat op in de Omgevingsvisie.
 2. Ontwikkeling woningbouwplannen conform woonvisie Ja Diverse plannen zijn gerealiseerd zoals Ladderspost, Brézanlocatie, Klaarbeek en de Wielinklocatie. In voorbereiding zijn op dit moment o.a.: Kerkweg 16, Oosterhof Zuid, Sprenghenparc, Dekamarktlocatie (Vaassen); TNT-locatie, ABN-locatie, Waeghuys (Epe)
 3. Opstellen bestemmingsplan bedrijventerrein VMI Epe. Ja Het bestemmingsplan is vastgesteld.
 4. Opstellen bestemmingsplan VFP in Vaassen. Nee Het initiatief voor de verdere planvorming ligt bij VFP. Deze heeft nog geen initiatief genomen.
 5. Uitvoeren Regionale Omgevingsagenda. Ja Zie punten 8 en 9.
 6. Invoeren Omgevingsagenda. Ja Het participatietraject behorende bij het opstellen van de omgevingsvisie is gestart. Dit heeft, onder andere door corona, enige vertraging opgelopen. De afronding van de besluitvorming over de omgevingsvisie is medio 2021. Daarnaast zijn de werkzaamheden gestart voor de aansluiting op het digitale stelsel leefomgeving (DSO).
Collegeprogramma 2018-2022:
 7. Er zijn op locaties innovatieve woonvormen gerealiseerd. Ja In 2020 heeft het participatietraject plaatsgevonden over het Sprenghenparc. De besluitvorming hierover is voorzien in 2021. Het traject is vertraagd door onder andere de coronacrisis.
 8. Van het centrumplan Vaassen zijn de fases 1 en 2 gerealiseerd (resp. oostelijk en westelijk deel centrum). Ja Fase 1 is afgerond. Fase 2 start nadat de Dekamarkt-locatie is opgeleverd. Dat is naar verwachting in 2022.
 9. Van het centrumplan Vaassen is het ontwerpplan voor de nieuwe inrichting van het Ireneveld (fase 3) opgesteld. Nee Gesprekken zijn gestart en vervolgens vertraagd door corona. Verdere activiteiten vinden plaats in 2021.
10. De omgevingsvisie is vastgesteld. Nee De besluitvorming over de omgevingsvisie is verschoven naar 2021. Dit door vertraging van het participatietraject als gevolg van de coronacrisis. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld.
11. De industrieterreinen in gemeente Epe zijn voldoende groot om aan de bestaande lokale behoefte te kunnen voldoen. Nee De voorbereiding van het bestemmingsplan Eekterveld IV vraagt meer tijd. Er zijn hierover diverse overleggen met de regio en de provincie. Hier speelt ook de stikstofproblematiek.

 

Wonen   Portefeuillehouder: R.A.J. Scholten
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Uitwerken woonvisie. Nee De woonzorgagenda is in concept gereed en is ter inzage gelegd. Besluitvorming door de raad is voorzien in het eerste kwartaal van 2021. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld.
Met woningbouwcoöperaties zijn prestatieafspraken gemaakt.
Collegeprogramma 2018-2022:
2. Met initiatiefnemers, corporaties en zorginstellingen zijn afspraken gemaakt om te bereiken dat de juiste woningen toegevoegd worden op de goede plek en voor de juiste doelgroep. Ja Bij ieder initiatief worden afspraken gemaakt om te komen tot een juiste verdeling van het aantal en soort woningen binnen de regionale afspraken. Toepassing daarvan komt terug in de initiatieven zoals bij de hiervoor aangegeven woningbouwontwikkelingen.

 

Ruimte overig   Portefeuillehouders: R.A.J. Scholten
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Realiseren maatregelenplan cultuurhistorisch beleidskader. Nee Het opstellen van het nieuwe cultuurhistorische beleidskader heeft vertraging opgelopen. Veel betrokkenen moesten reacties aanleveren wat o.a. door de coronacrisis is vertraagd. De activiteit is doorgeschoven naar 2021. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld.
2. Realiseren snel internet in het buitengebied. Ja Het buitengebied van gemeente Epe heeft glasvezel.
3. Aanpassen gemeentelijk pand de Ossenstal. Nee Het onderzoek naar de verkoop- en uitbreidingmogelijkheden is afgerond. Het onderzoek naar uitgifte in erfpacht loopt nog. Besluitvorming is voorzien in 2021, afhankelijk van coronacrisis.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 3.730 4.050 3.954 96
Baten 3.217 3.217 2.393 -824
Saldo -513 -833 -1.561 -728

6 | Epe op orde

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen betreffende het beheer en onderhoud van dat deel van de openbare ruimte dat kan worden beschreven als de bovengrondse infrastructuur en toebehoren.
Het gaat dan om de zorg dat de wegen en pleinen, woonstraten en -erven hun functie adequaat kunnen blijven vervullen.

Wat willen we bereiken

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken

Strategische doelen:

  1. Bevorderen van een leefomgeving (openbare ruimte) die schoon en heel is.
  2. Bevorderen van een duurzaam toegankelijk en aantrekkelijk openbaar gebied.

 

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Verkeer en vervoer   Portefeuillehouder: R.A.J. Scholten
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Uitvoeren van wegenbeleidsplan. Ja Het regulier onderhoud is uitgevoerd conform planning en afspraken over kwaliteitsniveaus. Het herstel/herinrichting van de Oude Wisselseweg is afgerond.
2. Actualiseren van wegenbeleidsplan. Nee Het opstellen van een actueel wegenbeleidsplan is vertraagd als gevolg van de coronacrisis en de afstemming met de omgevingsvisie. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld.
 3. Uitvoeren van beleidsplan civiele kunstwerken (bruggen). Ja Bruggen zijn volgens vastgesteld beleid beheerd en onderhouden. De brug op de hoek Kuiperskamsweg/Ooster Oenerweg in Oene en 4 bruggen in Epe noord (in het bos) zijn vervangen.
 4. Uitvoeren van de gemeentelijke fietsnota. Nee Planvoorbereiding fietspad Vemderbroek loopt
De planvoorbereiding voor het fietspad Vemderbroek loopt door grondverwerving en de cononacrisis vertraging op. Daarnaast gaat de provincie Gelderland in dit gebied natuur ontwikkelen, waardoor ook meer afstemming nodig is.
 5. Realisatie projecten uitvoeringsnota GVVP 2009-2016. Ja De herinrichting van de Apeldoornseweg Vaassen noord is uitgevoerd.
 6. Actualiseren gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (GVVP). Nee Het opstellen van een actueel mobiliteitsplan (GVVP) is vertraagd als gevolg van de coronacrisis en de afstemming met de omgevingsvisie. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld.
 7. Uitvoeren reclame- en bewegwijzeringsplan. Ja De sanering van de reclameborden is uitgevoerd.
 8. Verbeteren toegankelijkheid openbare ruimte. Ja Op de centrale looproutes zijn diverse toegankelijke op- en afritten aangelegd. Het betreft onder meer de Hoofdstraat in Epe en in Berkenoord in Vaassen.
 9. Er is een besluit genomen (regionaal/lokaal) over de aanleg van een veiligere en snelle fietsroute Epe-Apeldoorn. Nee De voorbereidingen voor het traject Apeldoorn - Epe zijn vertraagd als gevolg van het inspraaktraject en de verwerking van de reacties. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld. Het traject is gestart om te komen tot een voor-ontwerpplan.
Collegeprogramma 2018-2022:
10. Actualiseren van het uitvoeringsprogramma wegen getoetst op veilig, comfortabel, toegankelijk en passend voor het gebruik. Nee Deze activiteit volgt na vaststelling van de omgevingsvisie en het mobiliteitsplan (GVVP). Zie punt 6 hiervoor.
11. Continueren van het duurzaam en veilig inrichten van gebieden. Ja De reconstructie van het kruispunt Ouickbornlaan - Willem Tellstraat is gerealiseerd.
12. Knelpunten voor fietsers in dorpen en buitengebied zijn in beeld en worden fasegewijs aangepast. Nee Het onderwerp komt terug in het nog vast te stellen mobiliteitsplan (GVVP). Zie punt 6 hiervoor.
13. Een opgesteld meerjarenprogramma om (recreatieve) fietspaden kwalitatief te verbeteren. Nee Deze activiteit volgt na vaststelling van de omgevingsvisie en het mobiliteitsplan (GVVP). Zie punt 6 hiervoor.
14. OV-haltes zijn voorzien van goede voorzieningen voor fietsers zoals een stalling. Nee Het plan van aanpak voor deze voorziening volgt uit de activiteit hierna over een aanpak fietsgebruik te stimuleren.
15. Een ontwikkelde aanpak om fietsgebruik te stimuleren. Nee Het onderwerp komt terug in het nog vast te stellen mobiliteitsplan (GVVP). Zie punt 6 hiervoor.

 

Beheer openbare ruimte   Portefeuillehouder: R.A.J. Scholten
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Onderhoud Openbare Ruimte. Ja Diverse aannemers hebben in opdracht van gemeente Epe onderhoud uitgevoerd aan de openbare ruimte conform de prestatieafspraken. De resultaten zijn conform afspraken: onderhoudsniveau basis.
2. Actualiseren bomenbeleidsplan. Nee Het participatietraject is, na vertraging door de coronacrisis, nu afgerond. Het opstellen van het beleidsplan is eind 2020 gestart. Besluitvorming is voorzien in het voorjaar 2021. De vertraging is in de voortgangsrapportage gemeld.
3. Realiseren natuurbegraafplaats. Nee Het wijzigen van het bestemmingsplan is afhankelijk van het initiatief van landgoed Welna.
4. Actualiseren beleidsplan begraafplaatsen. Nee Er is vertraging opgetreden door de coronacrisis, waardoor er beperkingen waren in de contacten met belanghebbenden. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld. Daarnaast moesten er prioriteiten in de werkzaamheden gesteld worden.
5. Uitvoeren groot onderhoud begraafplaatsen. Ja Er hebben onderhoudswerkzaamheden plaatsgevonden aan het colombarium op de begraafplaats Wanenk in Vaassen. Op de begraafplaats aan de Apeldoornseweg in Vaassen is een nieuwe wachtruimte geplaatst.
6. Realiseren gebiedsdekkende routes knooppuntensysteem. Ja Er is een inventarisatie naar een MTB-route opgesteld. Afhankelijk van de ontwikkeling rond de recreatiezonering door de provincie, krijgt dit in 2021 een vervolg. Alle ruiterroutes zijn geactualiseerd en waar nodig is de bewegwijzering vervangen.
Verdere ontwikkeling van de routes wacht op het gereed komen van het routebureau Veluwe.
Collegeprogramma 2018-2022:
7. Opgesteld uitvoeringsprogramma met maatregelen in de openbare ruimte die inspelen op de gevolgen van klimaatverandering. Nee Het opstellen van het uitvoeringsprogramma volgt na vaststelling van de omgevingsvisie.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 6.956 7.078 6.898 180
Baten 1.144 1.116 1.235 119
Saldo -5.812 -5.962 -5.663 299

7 | Duurzaamheid

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de zorg voor het milieu. De belangrijkste onderwerpen uit het programma zijn milieu, afvalverwijdering en de afvoer van (overtollig) regenwater en afvalwater.

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken

 

Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2016 2017 2018 2019
Huishoudelijk restafval 188 183 177 170
De hoeveelheid restafval per inwoner per jaar (kg).
Hernieuwbare elektriciteit 1,6% 2,4% 4,0% -
Hernieuwbare elektriciteit is elektriciteit die is opgewekt uit wind, waterkracht, zon of biomassa.

Wat willen we bereiken

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken

Strategische doelen:

  1. Bevorderen van een duurzame en gezonde ontwikkeling van de leefomgeving voor nu en toekomstige generaties.
  2. Stimuleren lokale initiatieven voor duurzaamheidsontwikkeling.

 

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Milieu algemeen   Portefeuillehouder: B.J. Aalbers/ E. Visser
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Uitwerken Gemeentelijk Rioleringsplan. Ja De werkzaamheden in de wijk Hoge Weerd voor fase 2 zijn afgerond. De voorbereiding voor fase 3 is gestart. Verder zijn de voorbereidingen gestart voor de werkzaamheden in het gebied van Riebeeckstraat, Krugerstraat en Tuindorpweg.
Er is gestart met de voorbereiding van het Gemeentelijk Watertakenplan als opvolger van het bestaande Gemeentelijk Rioleringsplan.
2. Realiseren gemeentelijke afspraken in Gelders Energieakkoord. Ja Het jaarplan is uitgevoerd. De verduurzaming van het gemeentehuis is onderdeel van de lopende renovatie.
Collegeprogramma 2018-2022:
3. Uitgevoerde analyse naar kansen voor maatregelen in de openbare ruimte die inspelen op de gevolgen van klimaatverandering. Nee De analyse naar de problemen is afgerond. Nu volgt nog de analyse naar de kansen. Dit is gecombineerd met het participatietraject omgevingsvisie. Daar traject is vertraagd.
4. Er is een op de doelgroep passende mix van maatregelen beschikbaar om duurzaamheidsinitiatieven uit de samenleving te ondersteunen. Ja De duurzaamheidslening is ingezet. Verschillende initiatieven van bedrijven, bewoners en maatschappelijke instellingen faciliteren worden gefaciliteerd zoals de Energiecoöperatie Epe, aanleg kleine zonnevelden en zon op dak, warmtescans.
Vanuit het energieloket vindt voorlichting plaats.
5. Inwoners en bedrijven zijn geïnformeerd en bewust gemaakt van het treffen van energiebesparende maatregelen. Ja Het communicatieplan wordt uitgevoerd. Buurtgerichte acties zoals de warmtescan zijn succesvol. Inwoners krijgen via de gemeentepagina in het Veluws Nieuws specifieke informatie over de mogelijkheden.
6. Het (lokaal) uitvoeringsprogramma is uitgewerkt (op basis van Agenda Cleantechregio) Ja Het uitvoeringsprogramma is uitgewerkt en gedeeld met de raad.
7. Visie op energietransitie is opgesteld met bijbehorend uitvoeringsprogramma en benodigd budget. Nee Met een raadswerkgroep wordt de lokale visie vormgeven met de RES als input. Het besluit over de RES is door het rijk verschoven en dit heeft impact op de planning deze lokale visie. De besluitvorming over de visie schuift door naar 2021 onder andere ook door de impact van de coronacrisis en de besluitvorming van de omgevingsvisie in 2021. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld.
8. De bijdrage van de gemeente aan de Regionale Energietransitie Strategie (RES) (2018-2023) is opgesteld. Nee De concept RES is opgesteld in de regio. De besluitvorming van het Rijk over de RES 1.0 is vertraagd als gevolg van de coronacrisis.
9. Er is een gemeentedekkend warmteplan opgesteld voor het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving inclusief uitvoeringsprogramma Ja Er is een plan van aanpak gemaakt voor het opstellen van het warmteplan. Deze activiteiten lopen mee in het traject rondom het opstellen van de visie op energietransitie. Zie hiervoor punt 7. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld.

 

Afvalinzameling en verwerking   Portefeuillehouder: B.J. Aalbers
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Realiseren afvalinzameling en -verwerking. Ja Werkzaamheden zijn uitgevoerd conform afspraken in beleid en dienstverleningsovereenkomst (DVO) met Circulus-Berkel.
2. Een geactualiseerd grondstoffenbeleidsplan. Ja De raad heeft in februari het geactualiseerde grondstoffenplan vastgesteld. Daarna is een uitvoeringsplan opgesteld en vervolgens gestart met de implementatie van de maatregelen.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 7.446 7.593 7.764 -171
Baten 7.260 7.505 7.203 -302
Saldo -186 -88 -561 -473

8 | Toezicht en handhaving

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen vergunningverlening, controle op uitvoering en handhaving van wet- en regelgeving en de algemene plaatselijke verordening. Er bestaat een relatie met programma 4 “Leefbaar en veilig”.

 

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Vergunningverlening/handhaving   Portefeuillehouder: R.A.J. Scholten / B.J. Aalbers / T. Horn
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Uitwerken handhavingskader. Ja Het jaarplan is uitgevoerd. De vaststelling van een nieuw handhavingskader verschuift als gevolg van de coronacrisis naar 2021. Het bestaande beleidskader wordt met een jaar verlengd.
2. Voorbereiden op wettelijk verbod van asbestdaken. Ja De asbest op en aan het gemeentehuis is verwijderd.
Het wetsvoorstel voor het verbod op asbestdaken is door de Eerste Kamer verworpen. De voorbereiding wordt hervat als er een nieuw wetsvoorstel aan de orde is.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 1.239 1.223 1.523 -300
Baten 107 107 89 -18
Saldo -1.132 -1.116 -1.434 -318

9 | Bedrijvigheid

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen lokale economie (waaronder werkgelegenheid, bedrijfsterreinen, agrarische aangelegenheden, recreatie en toerisme. De gemeentelijke rol is voorwaardenscheppend (vestigingsmogelijkheden voor bedrijven, goede ontsluiting en bereikbaarheid, goed beheer van de openbare ruimte) en faciliterend (informatievoorziening, dienstverlening). Er bestaat een relatie met programma 5 “Ruimte en wonen” (economische aspecten in planontwikkeling en bestemmingsplannen.

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2016 2017 2018 2019
Banen 636,7 657,4 672,4 673,2
Het aantal banen, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.
Vestigingen 136,3 137,1 139,3 144,4
Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.
Netto arbeidsparticipatie 65% 66% 65% 67%
Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de  potentiële beroepsbevolking.
Functiemenging 47,0 47,8 48,4 48,4
De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen.

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Recreatie en toerisme   Portefeuillehouder: E. Visser
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Inzetten stimuleringsbudget recreatie en toerisme. Ja Stichting Promotie Epe heeft subsidie ontvangen waarvoor zijn diverse acties hebben verzorgd.
2. Uitwerken toeristisch profiel. Ja Stichting Promotie Gemeente Epe verzorgt de uitvoering volgens een vastgesteld jaarplan.
Collegeprogramma 2018-2022:
3. Faciliteren en stimuleren van organisaties en bedrijven in de uitvoering van het regionale programma Veluwe-op-1. Ja Er is een projectplan vitale vakantieparken voorbereid. Dat is erop gericht voor elk park een plan te ontwikkelen. De besluitvorming vindt plaats in het voorjaar 2021. Door de coronacrisis is een en ander vertraagd.

 

Lokale/regionale economie   Portefeuillehouder: E. Visser
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
Collegeprogramma 2018-2022:
1. De behoefte en mogelijkheden naar realisatie van een  fysiek centrum van ondernemen (innovatieve broedplaats) worden onderzocht. Ja Het onderzoek wijst uit dat er nu geen behoefte is aan een fysiek centrum voor ondernemen. Met ondernemer vindt regelmatig het gesprek plaats over de behoeften die er bestaan.
2. Er is een gemeentelijk ondersteuningsaanbod voor vrijwilligersorganisaties en verenigingen voor het organiseren van evenementen om de aantrekkelijkheid van de gemeente te bevorderen. Ja

Met de diverse evenementenorganisatoren is onderzocht wat de behoefte is. Dat heeft geleid tot een rapportage met aanbevelingen. Het college zal, na de doorrekening van de aanbevelingen in het voorjaar een besluit genomen. Door de coronacrisis is vertraging opgetreden.

3. Uitvoering van het actieprogramma economische visie. Ja Het programma is conform het uitvoeringsplan uitgevoerd. Dit betreft onder andere de plannen voor de uitbreiding van het industrieterrein Eekterveld IV.
4. Ondersteuning leveren aan de uitvoering van het actieprogramma van ondernemers gericht op vitale dorpscentra. Ja De ondernemers zijn gefaciliteerd in de uitvoering van hun actieprogramma. Het realiseren van bedrijfsinvesteringszones is niet tot stand gekomen door te weinig draagvlak bij ondernemers.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 790 824 828 -4
Baten 8 8 38 30
Saldo -782 -816 -790 26

10 | Weer aan het werk

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen die samenhangen met de uitvoering van de Participatiewet. De uitvoeringspraktijk is neergelegd in verordeningen. Er bestaat een relatie met programma 3 “Zorg en opvang” (bevorderen zelfredzaamheid).

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2017 2018 2019 2020
Bijstandsuitkeringen 231,4 232,4 225,9 287,4
Het aantal personen met een bijstandsuitkering, per 10.000 inwoners van 18 jaar en ouder (tweede helft van het genoemde jaar).
Lopende re-integratie-voorzieningen 167 50,3 124,9 130,7
Het aantal lopende re-integratie voorzieningen, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.
Jeugdwerkeloosheidspercentage 2% 1% 2%
Het percentage werkeloze jongeren (16-22 jaar).

Wat willen we bereiken

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken

Strategische doelen:

  1. Vergroten van maatschappelijke participatie van mensen zonder werk.
  2. Verminderen van de schuldenproblematiek van Eper inwoners.
  3. Verminderen van armoede bij ouderen en gezinnen met een minimuminkomen.

 

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan

Arbeidsparticipatie   Portefeuillehouder: E. Visse
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Verhogen uitstroompercentage participatiewet (voormalig WWB, voormalig WSW en jonggehandicapten). Ja De gemaakte prestatieafspraken, een dalend uitkeringsbestand met 5%, met Lucrato zijn bijna gehaald. Er is een daling van het bestand (excl. TOZO-uitkeringen) van 4% gerealiseerd, ondanks de coronacrisis. Dit is mede behaald door de succesvolle integrale werkwijze van de WerkClub statushouders en door de inzet van een extra consulent bij Lucrato.
2. Realiseren van de transformatie Participatiewet. Ja De resultaten van het vertrouwensexperiment ‘Zelf aan het stuur’ zijn gepresenteerd. Op basis daarvan wordt een andere gespreksmethodiek gebruikt en wordt meer aandacht gegeven aan uitkeringsgerechtigden om, zoals onderzoek blijkt, te komen tot betere resultaten.
3. Voor oudere mensen met een bijstandsuitkering de mogelijkheden bezien voor vrijstelling van de sollicitatieplicht indien zij een actieve bijdrage leveren aan vrijwilligerswerk in de gemeente. Nee Het onderzoek naar de mogelijkheden van de vrijstelling heeft plaatsgevonden. Door prioritering in de werkzaamheden zijn de verdere uitwerking en besluitvorming doorgeschoven naar 2021. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld.
4. In de gemeentelijke organisatie zijn mogelijkheden gerealiseerd voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Nee De uitvoering van het plan van aanpak loopt, maar heeft nog niet geleid tot garantiebanen binnen de gemeente Epe. Daarom is gestart met het onderzoeken van andere werkwijzen en mogelijkheden in samenwerking met werkbedrijf Lucrato. De financiële consequenties bij het niet behalen van het quotum op basis van de wet zijn uitgesteld tot 2022. Er ligt nu een voorstel om de huidige wet te versimpelen ingaande 1-1-2022.

 

Inkomensondersteuning   Portefeuillehouder: E. Visser
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Financiële ondersteuning van vrijwilligersorganisaties (Stichting Leergeld, Formulierenteam en Voedselbank) die actief zijn voor huishoudens met een laag inkomen en/of schulden. Ja De subsidies zijn verleend binnen de beleidskaders. Er is ook een samenwerking gestart met de Stichting Over Rood. Over Rood begeleidt en ondersteunt ondernemers bij een (door) start, schulden, administratieve achterstanden, doorverwijzingen naar Besluit Bijstand zelfstandigen (BBz) en bedrijfsbeëindiging.
2. Versterken van schuldhulpverlening. Nee Er is een start gemaakt met het onderzoek naar de werkwijze preventie en vroegsignalering schuldhulpverlening. Door prioritering in werkzaamheden als gevolg van de coronacrisis is vorenstaande niet afgerond en is het opstellen van een preventieplan doorgeschoven naar 2021.
Collegeprogramma 2018-2022:
3. Instandhouden en versterken van de toegang van de gemeentelijke minimaregelingen: meedoenregeling, schoolfonds en het kindpakket. Nee De regelingen zijn uitgevoerd. De overige geplande activiteiten zijn deels doorgeschoven als gevolg van de coronacrisis.
4. Het realiseren van een gemeentelijk noodfonds voor ondersteuning van schrijnende situaties, die niet of onvoldoende in aanmerking komen voor andere regelingen. Nee De verdere uitwerking van het instellen van het noodfonds en de besluitvorming daarover zijn doorgeschoven naar 2021 door prioritering in de werkzaamheden. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 15.378 15.272 17.791 -2.519
Baten 6.830 6.830 9.990 3.160
Saldo -8.548 -8.442 -7.801 641

11 | Bestuur en organisatie

Omschrijving programma

Terug naar navigatie - Omschrijving programma

Het programma omvat de onderwerpen algemeen bestuur, personeel, informatievoorziening, organisatie, financiën, huisvesting, juridische zaken, communicatie en andere bedrijfsmiddelen zoals post, repro en facilitaire zaken.

 

Wat is de stand van zaken

Terug naar navigatie - Wat is de stand van zaken
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2018 2019 2020 2021
Formatie 4,9 4,9 5,1 5,0
De toegestane formatie in fte van het ambtelijk apparaat, per 1.000 inwoners.
Bezetting 4,6 5,0 4,9
Het werkelijke aantal fte dat werkzaam is per 31 december, per 1.000 inwoners.
Apparaatskosten Begroot 261 292 295 291
Apparaatskosten (organisatiekosten) zijn de noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel, organisatie-, huisvestings-, materieel-, automatiseringskosten e.d. voor de uitvoering van de organisatorische taken, in verhouding tot het aantal inwoners.
Apparaatskosten Werkelijk 261 282 280
Apparaatskosten (organisatiekosten) zijn de noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel, organisatie-, huisvestings-, materieel-, automatiseringskosten e.d. voor de uitvoering van de organisatorische taken, in verhouding tot het aantal inwoners.
Externe inhuur Begroot 0,6% 0,6% 1,3% 2,3%
Kosten van externe inhuur voor het uitvoeren van werkzaamheden in opdracht, door een private organisatie met winstoogmerk, door middel van het tegen betaling inzetten van personele capaciteit en deskundigheid zonder een arbeidsovereenkomst of aanstelling, in verhouding tot de totale personeelskosten.
Externe inhuur Werkelijk 13,5% 18,8% 20,3%
Kosten van externe inhuur voor het uitvoeren van werkzaamheden in opdracht, door een private organisatie met winstoogmerk, door middel van het tegen betaling inzetten van personele capaciteit en deskundigheid zonder een arbeidsovereenkomst of aanstelling, in verhouding tot de totale personeelskosten.
Demografische druk 83,3% 84,5% 85,7%
De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar.

Wat willen we bereiken

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken

Strategische doelen:

  1. Ontwikkelen van een klantgerichte organisatie die gericht is op een snelle, correcte en integere dienstverlening.
  2. Ontwikkelen van een op de samenleving gerichte organisatie die de dialoog aangaat met burgers en flexibel en slagvaardig inspeelt op ontwikkelingen en behoeftes.
  3. Ontwikkelen van een organisatie waarbij het resultaat voorop staat en alles draait om het willen bereiken van de afgesproken doelen met een efficiënte en rechtmatige inzet van middelen.

 

Wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat hebben we daarvoor gedaan
Planning en Control   Portefeuillehouder: R.A.J. Scholten
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Verbeteren planning en control cyclus. Ja De verbeteringen betreffen: voorbereiding invoering rechtmatigheidsverantwoording, opzet plan van aanpak voor doorontwikkeling ‘control’ in de organisatie, optimalisatie producthouderschap, verdere implementatie mogelijkheden in Pepperflow, vervanging financieel systeem.
2. Uitvoeren jaarlijks onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van (delen van) programma’s en paragrafen en van (onderdelen van) de organisatie-eenheden. Ja Binnen de processen in de gemeentelijke organisatie zijn diverse verbeteringen volgens de lean principes doorgevoerd.
Collegeprogramma 2018-2022:
3. Een uitgevoerd onderzoek naar een ander systeem voor toeristenbelasting, waarbij de recreatiesector wordt betrokken. Nee Het onderzoek is vanwege de coronacrisis vertraagd. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld. Het conceptrapport is in december opgeleverd. In het voorjaar van 2021 is de bespreking in het college en de raad voorzien over de resultaten en het vervolg.

 

Burger en bestuur   Portefeuillehouder: T. Horn
Activiteit programmabegroting Uitgevoerd? Toelichting
1. Actualiseren van de Strategische visie op communicatie. Nee De visie is in concept gereed. Besluitvorming hierover vindt plaats na het vaststellen door de raad van de brede beleidsvisie communicatie/participatie.
Collegeprogramma 2018-2022:
2. Inwonerparticipatie is geborgd in de daarvoor in aanmerking komende werkprocessen. Ja Een uitgangspunt bij het actieplan is om al werkenderwijs in kleine stappen de borging te laten plaatsvinden en waar verbeteringen direct mogelijk zijn de omslag meteen te creëren. Een voorbeeld hiervan is het ontwikkelen van de omgevingsvisie, waarin bijvoorbeeld digitale participatie vorm heeft gekregen. Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van het gebied Dellenweg/Hertenkamp. De initiatiefnemer werkt aan plannen, voortkomend vanuit een keuze uit een participatietraject.
3. Een uitgevoerd onderzoek naar een adequaat instrumentarium voor actieve communicatie met de samenleving. Ja Het onderzoek naar een adequaat instrumentarium is uitgevoerd en toegevoegd aan de (concept) visie op communicatie.
4. De inzet van een actueel instrumentarium is geborgd in de organisatie Ja Een uitgangspunt bij het actieplan is om al werkenderwijs in kleine stappen de borging te laten plaatsvinden en waar verbeteringen direct mogelijk zijn de omslag meteen te creëren. Bijvoorbeeld het organiseren van onlinebijeenkomsten en webinars. Verdere borging vindt plaats bij het op te stellen uitvoeringsplan van de brede beleidsvisie waarin communicatie en inwonerparticipatie opgenomen zijn.
5. Een gerealiseerd actieplan om verbinding tussen samenleving en gemeente te verstevigen. Nee In afstemming met de raad is gekozen om eerst een brede beleidsvisie op te stellen waarin de onderwerpen communicatie en inwonerparticipatie opgenomen zijn vanwege de samenhang. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld. De voorbereidingsfase voor deze beleidsvisie is afgerond. Nu volgt nog ter inzage legging en besluitvorming.
6. Het faciliteren van de uitwerking van de raadsagenda voor deze bestuursperiode. Ja De inzet is met name geweest op de trajecten omgevingswet/ omgevingsvisie en Regionale Energietransitie (RES).

 

Organisatie   Portefeuillehouder: T. Horn
Activiteit programmabegroting  Uitgevoerd? Toelichting
1. Verbeteren informatieveiligheid. Ja Het jaarplan voor informatieveiligheid is uitgevoerd. Daarnaast is het informatieveiligheidsbeleid geactualiseerd. In 2021 zal dit beleid geïntegreerd worden in het brede informatiebeleid.
2. Invullen gevolgen Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming. Ja Er zijn data protection impact assessments (DPIA) uitgevoerd waarbij kritisch wordt gekeken welke persoonsgegevens op welke wijze verwerkt worden in een proces en wat de risico’s daarvan zijn. Er zijn diverse activiteiten uitgevoerd gericht op bewustwording en educatie. En er is een keuze gemaakt voor een nieuw systeem voor het verwerkingenregister.
3. Invoeren Wet Generieke Digitale Infrastructuur (WGDI). Ja Vanuit de WGDI is in 2019 het project Gegevensmanagement gestart. Dit project borgt de impact van de WGDI en loopt door in 2021.
4. Vernieuwing technische apparatuur raadzaal Ja De voorbereidingen van de vernieuwing zijn gestart. De aanbesteding is afgerond.
5. Aanbesteden raadsinformatiesysteem Notubiz Ja De voorbereidingen van de vernieuwing zijn gestart. De aanbesteding is afgerond
6. Actualiseren nota verbonden partijen Nee Door prioritering in werkzaamheden als gevolg van de coronacrisis is deze activiteit doorgeschoven naar 2021. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld.
Collegeprogramma 2018-2022:
7. Het programma voor organisatieontwikkeling is geïmplementeerd met als resultaat:
a. de medewerkers zijn getraind invulling te geven aan een ondernemende, op netwerken en samenwerking gerichte organisatie
b. de organisatie werkt procesmatig voor reguliere taken en projectmatig voor enkelvoudige opgaven
c. het gemeentehuis is toekomstbestendig
Ja

a. In 2020 is de Eper Academie gelanceerd waarin een breed pakket aan basis- en verdiepingstrainingen gericht op het organisatiedoel aangeboden wordt.
b. Voor procesmatig werken zijn diverse verbetertrajecten per proces gestart en afgerond, dit wordt in 2021 vervolgd.
c.  De verbouw is in volle gang en wordt voorzien van toekomstbestendige audiovisuele middelen.

In de paragraaf bedrijfsvoering staat een verdere toelichting op de onderdelen.

 

Dienstverlening   Portefeuillehouder: T. Horn
Activiteit programmabegroting  Uitgevoerd? Toelichting
1. Vormgeven van e-overheid. Ja

De (technische) voorzieningen voor de e-overheid zijn opgenomen in de WGDI. Zie het onderwerp WGDI hiervoor bij het onderdeel organisatie.
De doorontwikkeling van de e-overheid is onderdeel van de nog te actualiseren visie op dienstverlening.

2. Bewaren van documenten in een e-depot. Ja Het gezamenlijk uitgevoerde onderzoek (met gemeenten Hattem en Heerde vanuit het streekarchief) naar het vormen van een e-depot leidt tot een vervolgonderzoek in 2021. Daadwerkelijk bewaren van documenten in een e-depot is wettelijk gezien nog niet vereist.
Collegeprogramma 2018-2022
3. Een geactualiseerde visie op dienstverlening inclusief servicenormen is opgesteld. Nee Door prioritering in werkzaamheden als gevolg van de coronacrisis is deze activiteit doorgeschoven naar 2021. Dit is in de voortgangsrapportage gemeld.
4. Een geactualiseerd implementatieplan KCC is opgesteld. Nee Deze actualisatie volgt nadat de visie op dienstverlening is vastgesteld.

 

Wat heeft dat gekost

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 3.036 3.008 3.374 -366
Baten 385 385 340 -45
Saldo -2.651 -2.623 -3.034 -411

Paragrafen

1 | Lokale heffingen

1.3 Beleidsverantwoording

Terug naar navigatie - 1.3 Beleidsverantwoording

Algemeen
In 2020 is de rapportage uitgebracht over het in 2019 uitgevoerde onderzoek naar verduurzaming van heffingen. Tribuut belastingsamenwerking heeft de belastingen en WOZ uitgevoerd. De coronamaatregelen hebben flinke impact gehad op de uitvoering en hebben er mede toe geleid dat de kosten bij Tribuut hoger zijn uitgevallen dan geraamd.  Voor bedrijven heeft Tribuut op verzoek bijzonder uitstel van betaling verleend, gevolgd door maatwerkafspraken over betalingsregelingen. Hieronder wordt per specifieke taak een korte verantwoording gegeven. In het overzicht algemene dekkingsmiddelen zijn de bedragen van de geraamde en gerealiseerde belastingopbrengsten tegen elkaar afgezet.  

Wet waardering onroerende zaken
In februari zijn de WOZ-waarden bekend gemaakt. In ruim 97% van de gevallen is geen bezwaar gemaakt tegen de waarde. Het algemeen oordeel van de Waarderingskamer over de uitvoering van de WOZ was voldoende. Tribuut werkt planmatig aan verbeteringen om eind 2021 als algemeen oordeel 'goed' te krijgen.

Onroerende-zaakbelastingen
De WOZ-waarde is de grondslag voor dit algemene dekkingsmiddel. De totale opbrengst is vrijwel conform raming gerealiseerd.   

Reinigingsheffingen
Deze heffingen dekken de kosten voor het inzamelen en verwerken van huisvuil en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval. Uitgangspunt is een kostendekkende heffing. De lasten zijn hoger dan geraamd, de vergoeding voor kunststof valt veel lager uit dan geraamd. De opbrengst uit heffing is vrijwel conform de raming. Er resteert een exploitatietekort van € 542.000. In 2020 is besloten om met ingang van 2021 diftar in te voeren, als onderdeel van het grondstoffenplan.

Bedragen x € 1.000

Taakveld

verhaalbare
lasten

baten
2.1 - verkeer en vervoer 58 -
6.3 - inkomensregelingen - - 113
7.3 - afval 3.736 4.162
0.4 overhead 104 -
BTW 693 -
totaal 4.591 4.049

 

Rioolheffingen
Samen met de baatbelasting riolering en het rioolaanleggeld dekken de rioolheffingen de kosten die verbonden zijn aan de brede rioleringstaak van de gemeente. In onderstaand overzicht zijn de geraamde en gerealiseerde lasten en baten. opgenomen Vanwege boekhoudvoorschriften worden lasten en baten bij deze heffing gescheiden verwerkt in reserves en voorzieningen. Het voordeel van € 5.000 op de baten wordt in de reserve riolering gestort. Het voordeel op de lasten van € 117.000 is aan de voorziening riolering toegevoegd.

Bedragen x € 1.000

Taakveld verhaalbare lasten baten
begroot werkelijk begroot werkelijk
0.64 - belastingen overig 5 5 7 7
2.1 - verkeer en vervoer 84 84 - -
6.3 - inkomensregelingen 9 9 - 21 - 20
7.2 - riolering 2.532 2.403 2.749 2.753
0.4 - overhead 80 73 - -
BTW 318 337 - -
totaal 3.028 2.912 2.735 2.740

 

Hondenbelasting
Deze belasting dekt  de kosten van voorzieningen voor hondenbezitters binnen de bebouwde kom. Het buitengebied is daarom vrijgesteld. Deze belasting wordt met ingang van 2022 afgeschaft. Hieronder het overzicht van gerealiseerde lasten en baten. Het exploitatietekort van € 5.000 wordt aan de reserve hondenbelasting onttrokken.

Bedragen x € 1.000

Taakveld verhaalbare lasten baten
1.2 - openbare orde en veiligheid 31 -
0.64 - belasting overig 26 73
0.4 - overhead 11 -
BTW 10 -
totaal 78 73

 

Forensenbelasting
Dit betreft de belastingheffing op (tweede) woningen van mensen die niet in Epe wonen. De opbrengst is een inschatting, omdat de aanslagen na afloop van het jaar worden opgelegd. De verwachte opbrengst valt ruim € 50.000 hoger uit dan geraamd als gevolg van autonoom hogere waarde van de objecten en als gevolg van aanslagen die zijn opgelegd over eerdere jaren .

Toeristenbelasting
De aanslagen toeristenbelasting over 2019 zijn in overleg later verzonden dan gepland om die recreatieondernemers financiële ruimte te geven. Vanwege de coronamaatregelen zijn er geen veldcontroles uitgevoerd op de aangiftes. Door de coronacrisis is de opbrengst over 2020 onzekerder dan gebruikelijk en ligt naar verwachting zo'n € 120.000 lager dan geraamd. De aanslagen over 2020 worden in 2021 verstuurd en de opbrengst is dus een inschatting. Het onderzoek naar een nieuwe systematiek voor de heffing van deze belasting heeft vertraging opgelopen en is pas na de zomervakantie echt opgestart. In december is het conceptrapport ontvangen. In het voorjaar van 2021 worden de resultaten en het vervolg besproken in het college en de raad.

Precariobelasting
Dit is de belasting op voorwerpen op, onder of boven gemeentegrond. De raad heeft in november besloten om het tarief voor terrassen voor heel 2020 op € 0 te zetten vanwege de coronamaatregelen. Verder valt de opbrengst lager uit doordat sommige marktkooplieden (op gemeentelijk verzoek) hun marktplaats tijdelijk niet hebben ingenomen. Op begrotingsbasis wordt de opbrengst op kabels en leidingen in een reserve gestort. Nu gebleken is dat er tegen de aanslagen geen bezwaar is gemaakt, vindt die storting niet plaats en leidt dat tot een hogere opbrengst in de jaarrekening. 


Begraafrechten

Met deze heffing zijn de kosten van de gemeentelijke begraafplaatsen gedekt. Er is een egalisatievoorziening waaruit de onderhoudskosten worden gedekt van in het verleden afgekochte graven. Hieronder het overzicht van gerealiseerde lasten en baten. Het exploitatieoverschot van € 54.000 is in de egalisatievoorziening gestort.

Bedragen x € 1.000

Taakveld verhaalbare lasten baten
7.5 - begraafplaatsen
738 863
0.4 - overhead
71 -
totaal 809 864

 

Leges
Het college heeft voor evenementen en trouwerijen de hardheidsclausule toegepast in verband met de coronamaatregelen, waardoor er voor die gevallen minder of geen leges zijn betaald.  De opbrengst bouwleges valt € 234.000 lager uit dan geraamd. Een aantal verwachte grote bouwprojecten is vooralsnog niet doorgegaan. Er zijn wel meer aanvragen ingediend voor kleine (ver)bouwprojecten. Deze leveren echter minder op. Bij de bouwleges is het tarief afhankelijk van de bouwkosten. Daar is gemiddeld genomen sprake van 'subsidiëring' van dure bouwwerken aan goedkope bouwwerken. De mate van subsidiëring tussen goedkope en dure bouwwerken wordt bij benadering hieronder weergegeven. De mate van kruissubsidiëring van hoge naar lage bouwkosten was groter dan geraamd.

Bouwkosten

% van totale
lasten

% van totale
baten
< € 100.000 56% 16%
€ 100.000 - € 500.000 32% 45%
> € 500.000 13% 39%


Bij de overige legesproducten is geen sprake van beleid om te subsidiëren tussen producten. Hieronder is de begrote en gerealiseerde kostendekking per product weergegeven. De legesverordening is in het geheel voor 87% kostendekkend. 

Product

Kostendekking
raming werkelijk
Kopieën
100% 100%
Huwelijken
71% 68%
Akten en afschriften
52% 104%
BRP-verstrekkingen 86% 100%
Rijbewijzen 92% 92%
Reisdocumenten 98% 93%
APV/bijzondere wetten 84% 102%
Kapvergunningen 68% 35%
Bouwvergunningen 99% 89%

 

1.4 Kostendekking

Terug naar navigatie - 1.4 Kostendekking

Bij de toepasselijke heffingen zijn de lasten-batenoverzichten en specifieke beleidsuitgangspunten vermeld. Naast de lasten die direct uit de taakvelden zijn af te leiden, zijn overheadkosten en btw toegerekend. De methodiek hiervoor is vastgelegd in de Financiële verordening 2017

1.5 Kwijtschelding

Terug naar navigatie - 1.5 Kwijtschelding

Van rioolheffing voor gebruikers en afvalstoffenheffing is onder voorwaarden kwijtschelding mogelijk. Er is € 134.000 aan belastingschuld kwijtgescholden. Dit is € 5.000 minder dan geraamd.  Bij ongeveer 500 huishoudens is de belastingschuld (gedeeltelijk) kwijtgescholden. In twee derde van deze gevallen was daarvoor geen aanvraag nodig en kon geautomatiseerd kwijtschelding worden verleend. 

1.6 Woonlasten

Terug naar navigatie - 1.6 Woonlasten

De gemiddelde woonlasten voor meerpersoonshuishoudens met een eigen woning bedroegen in 2020 € 689 (bron: COELO). Dit is inclusief de € 50 woonlastenverlichting. Epe behoorde hiermee tot de 40 goedkoopste gemeenten van Nederland qua woonlasten.

2 | Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

2.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 2.1 Inleiding

Covid-19:
In het voorjaar van 2020 zijn we geconfronteerd met het COVID-19 virus. Dat heeft op wereldwijde schaal grote gevolgen en daarmee ook voor de Nederlandse samenleving, de burgers en bedrijven in onze gemeente en de gemeentelijke organisatie. De coronacrisis die ontstaan is als gevolg van het virus, heeft een grote impact op de samenleving. De coronacrisis treft de zorg, de economie en het maatschappelijk leven en leidt tot tal van ongewenste maatschappelijke effecten. Diverse partijen, inwoners en gemeente hebben een rol in het beperken dan wel tegengaan van die ongewenste maatschappelijke effecten. Voor de gemeente geldt de vraag voor de komende periode waar zij zich in de bestrijding van die ongewenste effecten op zal richten. Dit in de veronderstelling dat de effecten van deze crisis nog wel enige tijd merkbaar blijven.

In deze coronacrisis zijn drie fases te onderscheiden: acuut, overbrugging en herstel/stimuleren. De eerste acute fase vanaf maart 2020, waarin direct handelen centraal stond, is inmiddels afgerond. We bevinden ons nu in de overbruggingsfase. Het accent ligt in deze fase op het aanpassen aan de nieuwe situatie met de beperkende corona-maatregelen. Dan gaat het om tijdelijke en specifieke steunmaatregelen of om een basisniveau van voorzieningen in stand te houden voor herstel. Na deze fase gaat de herstel- en stimuleringsfase meer naar maatregelen gericht op opbouw en stimuleren als gevolg van de economische recessie die uit de coronacrisis volgt. De effecten van de coronacrisis overstijgen het lokale niveau. Gemeenten krijgen te maken met stijgende kosten en daling van verschillende inkomsten, waarvan zij de gevolgen niet alleen kunnen dragen. Het Rijk en ook de provincie hebben diverse compensatiemaatregelen bekend gemaakt en reeds ingezet. Ook zijn er nog compensatiemaatregelen aangekondigd maar nog niet in werking. Partijen hebben of krijgen nu scherper in beeld wat de impact van deze crisis bij hen is. Belangrijk is richting te geven in de gemeentelijke aanpak van de ongewenste maatschappelijke effecten. De komende tijd blijft de impact van de coronacrisis op de lokale situatie met daarbij nog onvoorspelbare ontwikkelingen. 

In de begroting 2021-2024 is rekening gehouden met de verwachte hogere uitgaven als gevolg van de coronacrisis. Er is in die begroting bedrag beschikbaar van € 5,4 miljoen om de effecten van de coronacrisis op de lokale activiteiten te beperken dan wel tegen te gaan. Daarnaast zijn reguliere budgetten beschikbaar in de begroting en zijn er diverse rijks- en provinciale middelen. In februari 2021 heeft de gemeenteraad hiertoe een beleidskader vastgesteld dat zich richt op de overbruggings- en herstel- en stimuleringsfase (2021-2022).

Een verdere toelichting is te vinden in Paragraaf 10: Covid-19.

Algemeen
Risicobeheersing wordt in de gemeente Epe procesmatig uitgevoerd in een risicomanagement proces. Het risicomanagement proces is een systematisch en cyclisch proces om risico’s te identificeren, te analyseren en te beoordelen, op basis hiervan maatregelen te nemen (beheersing) en die te evalueren.

Door de gekozen manier van beheersen van een bepaald risico kan er een restrisico voor de organisatie overblijven. Op het moment dat een risico manifest wordt is het uitgangspunt dat er middelen beschikbaar zijn binnen de organisatie zodat de (financiële) gevolgen van het risico geen invloed hebben op de normale bedrijfsvoering. Ofwel restrisico’s dienen opgevangen te worden binnen de normale bedrijfsvoering en hebben daarop geen invloed. 

De relatie tussen de beschikbare middelen (ook wel weerstandscapaciteit genoemd) en de restrisico’s wordt het weerstandsvermogen genoemd. Nader uitgewerkt is het weerstandsvermogen de relatie tussen:

  1. Weerstandscapaciteit: Dit zijn de middelen en mogelijkheden die de gemeente in staat stelt om financiële tegenvallers op te vangen.
  2. Risico’s: Dit zijn de restrisico’s die van materiële betekenis zijn in relatie tot de financiële positie van de gemeente.

Schematisch ziet dat er als volgt uit:

 

                                                                                

2.2 Beleidskaders

Terug naar navigatie - 2.2 Beleidskaders

In februari 2018 heeft de gemeenteraad van Epe de nota risicomanagement en weerstandsvermogen vastgesteld. In deze nota is het risicomanagementproces vastgelegd en de kaders aangegeven voor de uitvoering van het risicomanagement en het weerstandsvermogen.

De volgende randvoorwaarden zijn vastgelegd:

  1. Het risicomanagement wordt procesmatig en conform de standaarden in de nota risicomanagement en weerstandsvermogen uitgevoerd.
  2. De risico’s waarbij het financiële effect op de bedrijfsvoering Groot tot Zeer groot is en de kans daarop ook Groot tot Zeer groot is, worden (in de regel) maatregelen getroffen voor het restrisico in de vorm van een voorziening, bestemmingsreserves of (structurele) stelpost(en) in de begroting.
  3. De weerstandscapaciteit wordt gevormd uit het saldo van de algemene reserve, de begrotingsruimte of het rekeningresultaat en het bedrag voor onvoorzien.
  4. De ratio voor het weerstandsvermogen is minimaal voldoende (groter dan 1).
  5. De verhouding algemene reserve in relatie tot de benodigde weerstandscapaciteit is minimaal voldoende (groter dan 1).

2.3 Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 2.3 Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die de gemeente in staat stelt om financiële tegenvallers op te vangen. Onder deze middelen worden opgenomen de algemene reserve, de begrotingsruimte (of het rekeningresultaat) en het bedrag voor onvoorzien.

De onderdelen van de weerstandscapaciteit kunnen een structureel of een incidenteel karakter hebben. Incidentele weerstandscapaciteit is opgebouwd uit eenmalig beschikbare middelen, structurele weerstandscapaciteit is opgebouwd uit structureel beschikbare middelen. In de onderstaande tabel wordt de weerstandscapaciteit aangegeven.


Bedragen * € 1.000

Weerstandscapaciteit

2020

karakter

Algemene reserve

2.423

incidenteel

Jaarrekeningresultaat 2020

488

incidenteel

Totaal

2.911

 


De stand van de algemene reserve op 31 december 2020 bedraagt € 3,88 miljoen. Bij de begroting 2021 is, op basis van de toen bekende gegevens, ingeschat dat er in de algemene reserve een surplus aanwezig was van € 1,457 mln. Dit bedrag is ingezet als dekking in de begroting 2021.  Hiermee is € 2,4 miljoen in de algemene reserve beschikbaar voor de weerstandscapaciteit. Dit bedrag is € 100.000 lager dan de benodigde stand.

2.4 Risico's

Terug naar navigatie - 2.4 Risico's

Een risico voor een organisatie is een onzekere gebeurtenis die, als die zou plaatsvinden, vertragend of belemmerend werkt om de doelstellingen te bereiken. De gevolgen van het zich werkelijk voordoen van deze gebeurtenissen vertalen zich vaak in financiële schade maar ook in niet-financiële schade. De inventarisatie van risico’s heeft als doel om de, op het moment van het opstellen van deze jaarrekening, bekende risico’s te benoemen en toe te lichten. Voor zover risico’s als concrete toekomstige financiële verplichtingen te kwantificeren zijn, zijn daarvoor (financiële) voorzieningen gevormd.

Het kwantificeren van risico’s is lastig en in veel gevallen zullen de gemaakte keuzes arbitrair zijn. Bij de kwantificering van risico's wordt gebruik gemaakt van het onderscheid tussen het inherente risico en het restrisico. Het inherente risico is het risico zonder dat er rekening gehouden is met het effect van een beheersmaatregel die getroffen is om het risico in te perken. Door het nemen van beheersmaatregelen wordt de omvang van het risico minder. Het risico dat overblijft na het nemen van beheersmaatregelen wordt het restrisico genoemd.

De risico’s zijn in een risicokaart weergegeven waarbij het effect (het restrisico) van de gebeurtenis op de financiële positie van de gemeente, is afgezet tegen de kans dat de gebeurtenis zich voordoet. Onder de tabel wordt een omschrijving van het risico gegeven en de risicokenmerken benoemd.

Risicokaart:

                                   

Toelichting risico’s.

Onderstaand wordt een korte toelichting gegeven op de in de risicokaart opgenomen risico's en enkele kenmerken benoemd. 

Sociaal Domein
Risico kenmerken

De middelen voor de uitvoering van de taken in het sociaal domein verstrekt het Rijk via de algemene uitkeringen en integratie-uitkeringen. De gemeente kan dat geld naar eigen inzicht besteden, verantwoording aan het Rijk is niet nodig. De gemeente loopt met de uitvoering van deze taken aanzienlijke financiële risico’s. Dit wordt mede veroorzaakt door het 'open einde' karakter van deze taken.

De jaarcijfers 2020 laten een positief resultaat zien van rond de € 600.000 (2019 gaf een positief resultaat van € 2,1 mln.). Doordat het Rijk voor de komende jaren (tijdelijk) extra middelen aan de gemeenten heeft toegekend kan het tekort in het sociaal domein vooralsnog op begrotingsbasis worden opgevangen. Om de risico’s te beheersen is een monitoring systematiek opgezet waardoor tijdig signalen worden ontvangen zodat bijgestuurd kan worden zowel beleidsmatig als in de uitvoering en financieel. Via het project Grip op zorg moet in de komende jaren een structurele besparing worden gerealiseerd worden. Er wordt een eenmalige investering van 1,7 miljoen ingezet om deze ombuiging in gang te zetten.

Met de reserve Risico’s Sociaal Domein worden de financiële risico’s opgevangen die de gemeente loopt als gevolg van de uitvoering van de taken in het sociaal domein. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de Paragraaf 9 Sociaal Domein.

Kansklasse: Groot

Effectklasse na maatregel: Zeer klein

Restrisico: Geen

Ontwikkeling risico: Afgenomen

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: Geen

 

Grondexploitatie
Risico kenmerken

De gemeente Epe voert een facilitair grondbeleid. Daarbij is de gemeente bij ontwikkelingen eerder volgend dan initiërend. Hiermee worden de risico's voor de gemeente sterk beperkt. Voor een verdere uitwerking wordt verwezen naar Paragraaf 7 Grondbeleid. Uit deze paragraaf blijkt dat de risico’s binnen het grondbedrijf en regionale woningbouwprogrammering voldoende afgedekt worden met een bestemmingsreserve.

Kansklasse: Klein

Effectklasse na maatregel: Zeer klein

Restrisico: Geen

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Incidenteel

Beslag op weerstandscapaciteit: Geen

 

Verbonden partijen (excl. Lucrato)
Risico kenmerken

De gemeente heeft (zeer uiteenlopende) relaties en verbindingen met instellingen en vennootschappen. In paragraaf 6 wordt uitgebreid ingegaan op relaties en verbindingen van de gemeente met deze verbonden partijen.  Kenmerkend voor verbonden partijen is dat zij op afstand van het college en de gemeenteraad functioneren. Elk van de verbonden partijen hebben hun eigen risicoprofiel met een daarbij behorend pakket aan maatregelen om de bestuurlijke en financiële risico's te beheersen.

Bij verbonden partijen wordt ernaar gestreefd dat de eigen vermogenspositie van de verbonden partij een solide omvang heeft zodat in eerste instantie financiële tegenvallers door de verbonden partij zelf opgevangen kunnen worden.
Het risico van de gemeente in vennootschappen bedraagt formeel niet meer dan de waarde van de aandelen die de gemeente bezit. In de praktijk zal het echter zo zijn dat in financieel slechte tijden (insolvabiliteit) de gemeente bestuurlijk zal worden aangesproken om bij te dragen in mogelijke oplossingen. 

Voor het afdekken van de risico’s in de privaat-publieke samenwerking zijn middelen opgenomen in de reserve bouwgrondexploitatie, het risico ten aanzien van het werkbedrijf Lucrato zijn apart opgenomen.

Kansklasse: Klein

Effectklasse na maatregel: Groot

Restrisico: € 262.300

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Incidenteel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 52.000

 

Lucrato Risico kenmerken

Lucrato voert de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) uit voor de in Lucrato participerende gemeenten: Epe, Apeldoorn en Heerde. Daarnaast biedt Lucrato in opdracht van gemeenten dienstverlening aan mensen die onder de Participatiewet vallen en een relatief korte afstand tot de arbeidsmarkt (tot 1 jaar) hebben. De deelnemende gemeenten kunnen ook aanvullende dienstverlening bij Lucrato inkopen voor de doelgroep die vanuit de gemeenten wordt bediend: mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt langer dan een jaar of mensen uit de doelgroep participatie.

Uit de vastgestelde Meerjarenbegroting 2021-2024 van Werkbedrijf Lucrato blijkt dat het financiële eindresultaat voor de komende jaren negatief is begroot. De bezuinigingen van het Rijk en de stijgende gemiddelde loonkosten per SW-medewerker hebben een negatief subsidieresultaat tot gevolg. Het macrobudget voor de Rijksbijdrage Wsw staat voor de komende jaren vast en wordt alleen nog aangepast aan de loon- en prijsontwikkeling. In 2019 kon het ontstane tekort nog gedekt worden binnen de reserves van Lucrato.

In 2020 is de reserve binnen Lucrato niet meer toereiken. Het aandeel van de gemeente Epe voor het tekort van Lucrato is als taakstelling opgenomen in de begroting 2020 voor een bedrag van € 272.000 en voor 2021 een bedrag van € 240.000. Het uiteindelijke aandeel van gemeente Epe in het gerealiseerde tekort over 2020 komt uit op € 45.000. Conform het gemaakte beleid in 2019 is deze bijdrage gecompenseerd binnen de gebundelde uitkering en daarmee financieel afgedekt via de reserve BUIG.

Kansklasse: Zeer groot

Effectklasse na maatregel: Zeer klein

Restrisico: Geen

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: Geen

 

Juridische risico's en aansprakelijkheid
Risico kenmerken

De gemeente loopt juridische risico’s, omdat veel primaire processen binnen de gemeente van juridische aard zijn en bij het onrechtmatig handelen van de gemeente kan een schadeclaim worden ingediend. Juridische procedures kunnen zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk van aard zijn.

  1. Bestuursrechtelijke risico’s worden -voor zover het om beschikkingen gaat- beperkt doordat in bezwarenprocedures een toetsing plaatsvindt door een onafhankelijke commissie.
  2. Civielrechtelijke procedures betreffen zowel gevallen waarin de gemeente door derden in een juridische procedure wordt betrokken (dagvaarding, aansprakelijkheidstelling, derdenbeslag etc.) als gevallen waarbij de gemeente zelf tegenover derden een juridische procedure start (aansprakelijkheidstelling, dagvaarding etc.).

Het financiële risico is vaak moeilijk van tevoren in te schatten. De kosten voor (verplichte) externe juridische bijstand, alsmede proceskosten, zijn de laatste jaren opgelopen, maar lijken zich te stabiliseren. Het claimen van proceskosten en het toewijzen daarvan door de rechter is standaard geworden. Tegen civielrechtelijke claims, voortvloeiend uit onrechtmatige daad en onrechtmatige besluiten (bijv. vernietigde besluiten) heeft de gemeente zich verzekerd. Voor juridische bijstand, veroordelingen in proceskosten/griffiekosten, eigen risico’s en eigen bijdragen heeft de gemeente regulier budgetten opgenomen.
Naarmate de gemeente meer optreedt als regievoerder en opdrachtgever, wordt de kans dat in de uitvoering verschillen van inzicht optreden over gemaakte afspraken groter. Dit kan ook leiden tot procedures wanneer partijen er niet in slagen hun verschillen van inzicht in onderling overleg op te lossen.

Financiële claims:
Op dit moment loopt er een schadeclaim en een schadestaatprocedure bij de rechtbank. Voor de eventuele financiële gevolgen van de schadestaatprocedure heeft de gemeente, conform het beleid, risico voorzieningen getroffen.

Kansklasse: Midden

Effectklasse na maatregel: Groot

Restrisico: €475.000

Ontwikkeling risico: Toegenomen

Risico sturing: Reduceren

Risicokarakter: Incidenteel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 117.000

 

Borg en garantstellingen

Risico kenmerken

De gemeente heeft diverse waarborgen verstrekt voor geldleningen. Dit betekent dat de gemeente als achtervang borg staat op het moment dat de instantie of persoon waaraan de lening verstrekt is, niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. De grootste waarborgen die de gemeente heeft verstrekt zijn (1) Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor woningstichtingen en (2) Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW).

Het risico bij de WSW en de WEW is klein door de structuur. Voordat de waarborgfondsen een beroep doen op de achtervang wordt eerst het vermogen van het Waarborgfonds zelf aangesproken. Is het daarna noodzakelijk om de achtervang aan te spreken dan bestaat er een garantieverdeling van 50% Rijk / 50% gemeenten, in de vorm van een lening. Daarbij vervult het Rijk voor het WEW een volledige achtervang positie voor garantstellingen afgegeven vanaf 1 januari 2011. Door de totale omvang van de achtervang posities (bijna € 112 mln.) kunnen de financiële gevolgen voor de gemeente groot zijn.

Kansklasse: Klein

Effectklasse na maatregel: Zeer groot

Restrisico: € 1.120.000

Ontwikkeling risico: Toegenomen

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Incidenteel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 215.000

 

Algemene uitkering

Risico kenmerken

Er lopen momenteel 2 trajecten in het kader van de herziening van de algemene uitkering. Het betreft de herverdeling van het klassieke en sociaal domein. Het rijk heeft eind januari 2021 inzage gegeven in de nieuwe verdeelvoorstellen. Deze voorstellen vallen minder nadelig uit voor Epe dan verwacht werd bij het opstellen van de begroting 2021-2024. Echter het betreft een voorlopige verdeling, waarbij de minister nu al kanttekeningen plaatst. De verwachting is dat na het advies van het ROB (eind april 2021) het voorstel nog enige aanpassingen zal ondergaan.
Daarnaast speelt de onzekerheid ten aanzien van het structurele karakter (vanaf 2023) van de aanvullende uitkering van het rijk voor de stijging van de jeugdzorgkosten. Een extern onderzoek naar de toereikendheid van het jeugdbudget is inmiddels afgerond.
Voor beide onderwerpen zal besluitvorming pas plaatsvinden door de nieuwe regering. In de meicirculaire 2022 zullen de definitieve effecten/uitwerking bekend worden gemaakt.
Voor al deze risico’s is in de begroting 2021-2024 rekening gehouden met een daling van de algemene uitkering oplopend tot € 2.500.000 in 2024.
Gezien de voorlopige uitkomst van de nieuwe verdeling is de verwachting dat de daling van de algemene uitkering beduidend minder is dan de € 2.500.000 die opgenomen is in de begroting 2021-2024.

Kansklasse: Zeer groot

Effectklasse na maatregel: Zeer klein

Restrisico: geen

Ontwikkeling risico: Afgenomen

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: geen

 

Uitkering inkomensvoorziening

Risico kenmerken

Vanuit de via het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor de uitvoering van de Wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorzieningen aan Gemeente (BUIG) bekostigd de gemeente de inkomensvoorzieningen WWB, IOAZ, IOAW en een deel van de Bbz. In hoeverre de gemeente uit komt met deze middelen is afhankelijk van o.a. de economische ontwikkelingen binnen de regio als de ontwikkelingen van de verdeelmaatstaven waarop het Rijk de beschikbare middelen verdeelt. Hier zitten de grootste onzekerheden.
In 2019 en 2020 is extra ingezet op het voorkomen van instroom en het stimuleren van uitstroom van uitkeringsgerechtigden. Het voordeel dat hierdoor mogelijk ontstaat, moeten de tekorten op de Sociale Werkvoorziening (deels) opvangen. De Corona- en de daaropvolgende verwachte economische crisis heeft op dit werkveld waarschijnlijk grote gevolgen. Deze gevolgen zijn in 2020 nog niet zichtbaar. Met de reserve BUIG worden financiële risico’s (van voornamelijk fluctuerende Rijksinkomsten) opgevangen.

Kansklasse: Midden

Effectklasse na maatregel: Zeer klein

Restrisico: geen

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: geen

 

Organisatie - Personeel

Risico kenmerken

Een risico dat zich altijd kan voordien is het onverwacht wegvallen van personeel op kritische functies door langdurige ziekte, (gedwongen) vertrek van medewerkers en boven formatief personeel. Het is niet vooraf te voorzien wanneer en in welke mate dit zich zal voordoen in het personeelsbestand van de gemeente. De financiële consequenties van dit risico kunnen groot zijn. Voor het opvangen van bekende bestaande situaties van langdurige ziekte, bovenformatief personeel en vertrek van medewerkers is een reserve gevormd die incidenteel deze uitgaven opvangt. Binnen de begroting is niet voorzien in structurele middelen die toekomstige situaties afdekken.

In 2020 (zie voortgangsrapportage) is gebleken dat voor langdurig zieken aanmerkelijk moest worden bij geraamd. Uit de afdelingsplannen 2021 blijkt dat bij de eerste voortgangsrapportage 2021 wederom aanvullend bedrag gevraagd zal worden voor langdurig zieken. Het lijkt hiermee een structureel groter probleem te zijn dan de huidige mogelijkheid tot incidentele dekking uit de reserve organisatieontwikkeling. Bij de begroting 2022-2025 zal dit risico en de structurele dekking daarvan integraal afgewogen moeten worden.

Kansklasse: Groot

Effectklasse na maatregel: Groot

Restrisico: € 295.000

Ontwikkeling risico: Toegenomen

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Incidenteel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 177.000

 

Omgevingswet

Risico kenmerken

De Omgevingswet treedt 1 januari 2022 in werking en heeft gevolgen voor de hele gemeentelijke organisatie en de daarmee samenhangende financiële middelen. Naar aanleiding daarvan is het 'Programma Omgevingswet' ingericht voor de implementatie van de wet. Het gaat dan zowel om de inhoud van de (fors gewijzigde) regelgeving, als ook de ondersteuning daarvoor; Digitale ondersteuning, werkwijzen en processen die moeten worden aangepast en dienstverlening en participatie gericht op houding, gedrag en communicatie.

De invoeringskosten van de Omgevingswet zijn geraamd in de begroting. Bij de huidige ontwikkeling voor het onderdeel bouwleges kan de lagere opbrengst nog worden gedekt door een onttrekking aan de risico/egalisatie reserve voor de invoering van de Omgevingswet tot en met 2023. In 2024 ontstaat een tekort van € 121.000, doordat de reserve niet meer toereikend is. De verwachting is dat vanaf 2025 de legesopbrengst rond € 400.000 lager ligt dan nu. Onderzocht zal moeten worden in hoeverre de lagere opbrengst wordt gecompenseerd door lagere uitgaven (personele capaciteit).

Kansklasse: Midden

Effectklasse na maatregel: Midden

Restrisico: € 130.000

Ontwikkeling risico: Toegenomen

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 52.000

 

Groot onderhoud accommodaties en sportvelden en btw sport

Risico kenmerken

Uit eerder onderzoek bleek dat de kosten van het groot onderhoud van accommodaties fors stijgen. Het beleidsvoornemen is dat accommodatiebesturen zelf de toegenomen kosten van groot onderhoud in de eigen begroting opnemen. Het risico is echter aanwezig dat de accommodaties niet in staat blijken deze stijgende kosten op te kunnen vangen. In de gemeentelijke begroting is ervan uitgegaan dat de betreffende stichtingen (Koekoek/Wieken, Hezebrink en PWA) in staat zijn om de helft van de stijgende groot onderhoudskosten voor eigen rekening te nemen.
Uit een actualisatie blijkt dat de kosten voor groot onderhoud fors stijgen. Onafhankelijk onderzoek wijst daarentegen uit dat de huidige exploitatie van de PWA-hal zeer gunstig is. Weliswaar zijn er verbetermaatregelen maar die zijn echter beperkt. De Hezebrink heeft een volledig nieuw bestuur, na Corona zal deze een herstart maken, waarna exploitatie en reservering groot onderhoud ook aan de orde komen. Wat betreft Koekoek/Wieken zal de vraag beantwoord moeten worden hoe structureel invulling wordt gegeven aan de locatie de Wieken.

De komende jaren zullen renovatiewerkzaamheden aan natuur- en kunstgrasvelden bij diverse verenigingen aan de orde komen. Uit een onderzoeksrapport blijkt dat grootschalige renovatie nodig is. Tegelijk blijkt dat op dit moment meer natuurgrasvelden gesubsidieerd worden voor onderhoud dan op basis van normering van de KNVB nodig is.

Door een wetswijziging is het recht op aftrek van btw voor de stichtingen en verenigingen vervallen waardoor er een fors financieel nadeel ontstaat bij de stichtingen en verenigingen.

Samenvattend is er nog steeds het risico dat de in gemeentebegroting opgebouwde buffer ontoereikend is.

Kansklasse: Midden

Effectklasse na maatregel: Groot

Restrisico: € 440.000

Ontwikkeling risico: gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 264.000

 

Onderhoud Openbare Ruimte Risicokenmerken

Het beheer van de Openbare Ruimte is in de gemeente uitbesteedt aan Axent via een dienstverleningsovereenkomst. Axent voert het onderhoud uit op basis van door de gemeente opgestelde specificaties. Echter de leefomgeving verandert door klimaatverandering, burgers hebben veranderde wensen/eisen ten aanzien van het onderhoudsniveau en bijvoorbeeld de biodiversiteit en verschillende onderdelen van het gemeentelijk "areaal" verouderen (denk bijvoorbeeld aan het ouder worden van bomen waardoor meer onderhoud nodig is). Daarnaast blijkt het contractueel afgesproken indexpercentage structureel lager te liggen dan de stijging van de werkelijke kosten die aannemers maken. Dit leidt tot het risico dat bij een nieuwe opdracht de kosten van dezelfde werkzaamheden structureel veel hoger liggen. Al met al zien we dat ook bij een gelijkblijvend niveau van onderhoud van de openbare ruimte de kosten zullen gaan stijgen de komende jaren. In de komende jaren zal in de reguliere periodieke actualisatie van beheerplannen, financiële voorzieningen en reserves rekening gehouden worden met deze ontwikkelingen.

Kansklasse: Groot

Effectklasse na maatregel: Midden

Restrisico: € 220.000

Ontwikkeling risico: Gelijk gebleven

Risico sturing: Reduceren

Risico karakter: Structureel

Beslag op weerstandscapaciteit: € 135.000

 

Vervallen risico’s en andere risicomutatie
Ten opzichte van de vorige publicatie van risico's (bij de begroting 2021) is het risico ten aanzien van de heffing op de inzameling van grondstoffen niet meer opgenomen omdat de uiteenlopende scenario's van risico/kans,  het risico per saldo naar nul gaat. Dat komt overeen met de aanname dat mensen zich gemiddeld zullen houden aan het gedrag van de inzameling van grondstoffen dat bij het nieuwe beleidsplan is ingeschat. Dit op basis van ruime ervaringen met (de invoering van) diftar bij andere gemeenten.

 

2.5 Conclusie weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - 2.5 Conclusie weerstandsvermogen

De gekwantificeerde risico’s afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit laat het volgende beeld zien:

 

Weerstandsvermogen

2020

Weerstandscapaciteit

2.911

Risico's

1.012

Weerstandsvermogen

1.899

 

Gerekend in ratio’s wordt de weerstandscapaciteit ultimo 2020 als volgt weergegeven:

  1. Algemene reserve in relatie tot de risico’s:       2,4
  2. Weerstandscapaciteit in relatie tot risico’s:     2,9

De stand van de algemene reserve (na inzet van het surplus) bedraagt € 2,4 miljoen.  De ratio weerstandscapaciteit in relatie tot de risico’s (2,5) is uitstekend.

2.6 Kengetallen

Terug naar navigatie - 2.6 Kengetallen

De gemeente is op basis van de regelgeving (BBV) verplicht een vijftal kengetallen in de begroting op te nemen. Deze geven een inzicht in de financiële positie van de gemeente. In de onderstaande tabel worden deze kengetallen weergegeven.

 

Kengetal

Verslag
2019

Begroting
2020

Verslag
2020

1a. Netto schuldquote

-7,3%

6,1%

-6,7%

1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

-13,2%

1,2%

-12,8%

2.  Solvabiliteitsratio

78%

68%

76%

3.  Grondexploitatie

-0,5%

0,1%

-0,7%

4.  Structurele exploitatieruimte

6,7%

2,4%

6,2%

5.  Belastingcapaciteit

92%

92%

89%

 

 

2.6.1    Netto schuldquote

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Omdat er bij de door de gemeente verstrekte leningen onzekerheid kan bestaan over of ze allemaal worden terugbetaald wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te berekenen zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden.

Duiding
In de afgelopen jaren zijn de langlopende (vaste) schulden van de gemeente gedaald naar nul in 2019. De totale kortlopende schulden en de overlopende passiva samen bedragen in de jaarrekening 2020 € 11 mln. Dit ligt rond het gemiddelde van de afgelopen 5 jaar en iets boven het niveau van eind 2019. De financiële bezittingen (in de vorm van uitgegeven lang- en kortlopende leningen, liquide middelen en overlopende activa) van de gemeente nemen de afgelopen jaren toe. Dit leidt er eind 2020 toe dat de financiële bezittingen van de gemeente groter zijn dan de totale schulden. Dit komt tot uitdrukking in het percentage van -6,7% (resp. -12,8%) bij de jaarrekening 2020. 

 

2.6.2    Solvabiliteit
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Onder de ratio wordt verstaan het eigen vermogen (algemene en bestemmingsreserves en het gerealiseerde resultaat) als percentage van het balanstotaal.

Duiding
Het solvabiliteitspercentage van de gemeente is de afgelopen vier jaar redelijk stabiel met een percentage van 76% in de jaarrekening 2020. Sinds 2011 is de solvabiliteit gestegen (van 58% naar 76%) met name als gevolg van een toename van het eigen vermogen van de gemeente.

 

2.6.3    Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale baten. De boekwaarde van de gronden is van belang omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Voor de risico’s in de grondexploitatie heeft de gemeente op haar balans een risicoreserve gevormd. De accountant beoordeelt ieder jaar in de controle de waardering van de gronden op de balans en de hoogte van de gevormde reserve.

 

2.6.4    Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal is van belang om te beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is.

Duiding
De structurele lasten zijn in 2020 lager dan de structurele baten per programma ook als daar de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves bij worden opgeteld. Dit houdt in dat de gemeente een structureel sluitende exploitatie heeft.

 

2.6.5    Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde.

Duiding
Dit kengetal laat zien dat de woonlasten in de gemeente onder het landelijk gemiddelde liggen.

3 | Onderhoud kapitaalgoederen

3.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 3.1 Inleiding

In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen wordt het beleidskader over het onderhoud van kapitaalgoederen weergegeven. De belangrijkste criteria in het beleidskader zijn “schoon, heel en veilig”, waarbij het gekozen uitgangspunt de gewenste kwaliteit in verhouding tot de beschikbare middelen is. De kwaliteit en het onderhoud van de kapitaalgoederen is bepalend voor het voorzieningenniveau en de daarmee samenhangende jaarlijkse lasten. Omdat met het onderhoud van de kapitaalgoederen een aanzienlijk deel van de rekening is gemoeid, is een goed overzicht van belang voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente. De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft, net als de andere paragrafen, een dwarsdoorsnede van de rekening omdat de kosten van het onderhoud van de kapitaalgoederen over verschillende programma’s is verspreid.

3.3 Stand van zaken

Terug naar navigatie - 3.3 Stand van zaken

Hieronder wordt – per gemeentelijk kapitaalgoed – aangegeven wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitvoering van het beleid, welke relevante ontwikkelingen er spelen, of er noodzaak is voor bijstelling van het beleid, de financiële consequenties van het beleid en de vertaling ervan in de rekening.

Financiële vertaling van het onderhoud in de jaarrekening (bedragen in € 1.000):

Beleids-en beheerplan

Jaar vaststelling raad

Looptijd t/m

Achterstand onderhoud

Kosten 2020

Begroting 2020

Structureel m.i.v. 2021

Wijze

Wegen

2014

2018

Nee

2.188

2.175

2.246

structureel budget met egalisatiereserve

Riool

2016

2020

Inventarisatie t/m 2020

783

752

697

structureel budget

Civiele kunstwerken

2017

2022

Nee

17

17

17

storting voorziening

16

15

18

structureel budget

Bomen en groen

2010

-

 Nee

914

917

980

structureel budget

Openbare verlichting

2018

2026

 Nee

1

1

1

storting voorziening

55

55

57

structureel budget

Gebouwen

-

-

Nee

299

263

283

storting voorziening

234

208

220

structureel budget

 
 

3.3.1 Wegen
In gemeente Epe ligt 784 kilometer in lengte aan wegen. In oppervlakte is dat 2.762.655 m2. De helft van deze oppervlakte bestaat uit asfalt, 27% uit elementen en 23% uit onverhard en beton. Jaarlijks wordt het wegareaal geïnspecteerd. Naar aanleiding van de inspectieresultaten wordt een onderhoudsprogramma opgesteld voor het jaar volgend op het jaar waarin de inspectie plaats had. Ten behoeve van het groot onderhoud van wegen beschikt de gemeente over een reserve voor de egalisatie van de onderhoudskosten. Ieder jaar worden in de hele gemeente werkzaamheden uitgevoerd om het kwaliteitsniveau constant te houden. Het actualiseren van het wegenbeleidsplan is uitgesteld naar 2021.  Het opstellen van het wegenbeleidsplan dient gelijktijdig op te lopen met het mobiliteitsplan, aangezien deze plannen veel raakvlakken hebben, zoals landbouwroutes en (semi-)onverharde wegen. Ook worden daarin verschillende onderdelen toegevoegd, zoals het gladheidbestrijdingsplan.

 

3.3.2 Riolering

Het rioolnetwerk in de gemeente is 455 kilometer lang. Daarvan is 229 kilometer drukriolering en 226 kilometer vrijverval riolering. Het drukrioolstelsel is voorzien van 1.020 minigemalen en 28 rioolgemalen. Alle gemalen worden jaarlijks preventief onderhouden. In het verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) 2016 t/m 2020 zijn de benodigde maatregelen voor het verbeteren en in standhouden van de riolering genoemd. De verwachte uitgaven voor onderhoud en vervanging van de riolering zijn daarin opgenomen. De meeste urgente locaties gebaseerd op gebruik, leeftijd en materiaalsoort worden als eerste geïnspecteerd. Hiermee worden risico’s verder ingeperkt.

Jaarlijks wordt met gedetailleerde camera-inspecties circa 7% (15 km) van het areaal geïnspecteerd. Deze wijze van inspecteren wordt de komende jaren doorgezet, hoe wordt omgegaan met de bevindingen wordt nader uitgewerkt in het Rioolbeheerplan. Het doel is aan het einde van de planperiode (2020) de kwalitatieve toestand van nagenoeg het gehele stelsel in beeld te hebben. Dit vraagt een intensivering van de inspanning, in de planperiode is hiervoor een budget van € 150.000 opgenomen waarmee ca. 45 km riool extra geïnspecteerd kan worden. Voor 2021 wordt de resterende fase uitgevoerd.

Hieronder volgt een opsomming van de uitgevoerde werken en werkzaamheden in 2020:
• Onderhoud van zowel druk als vrijverval is uitgevoerd
• Diverse vervangen pompen, schakelkasten en toebehoren
• Vervangen riolering in centrumplan Vaassen Fase 1 en 2
• Vervangen riolering in de Hoge Weerd Epe fase 2
• Aanleg IT Hoge Weerd fase 2
• Aanleg IT in centrumplan Vaassen Fase 1 en 2
• Vervangen riolering Apeldoornseweg Vaassen
• Relinen riolering Apeldoornseweg Vaassen
• Aanvraag en uitkering subsidies afkoppelen verhard oppervlak van scholen
• Aanleg laatste gedeelte riolering industrieterrein aan de Rutgershof te Epe
• Opstellen Gemeentelijk Watertakenplan 2021 t/m 2025
 

3.3.3 Bruggen
Een brug is een overspanning over water om twee weggedeelten te verbinden. De gemeente Epe heeft in totaal 64 bruggen en 2 tunnels in eigendom: 41 met een draagconstructie van beton en 23 met een draagconstructie van staal met een kunststof, houten of metselwerk opbouw. De kosten voor de vervanging van bruggen worden betaald uit een daartoe ingestelde reserve. Voor het opvangen van kosten voor het onderhoud van de bruggen is een onderhoudsvoorziening ingesteld. De hoogte van deze voorziening is in lijn met het beleidsplan bruggen. De geraamde financiële middelen in de begroting zijn voldoende om het huidige niveau in stand te houden.

Hieronder volgt een opsomming van de werken en werkzaamheden die in dit kader zijn uitgevoerd.

• Vervangen betonbrug Kuiperkampsweg/Ooster Oenerweg in Oene
• Vervangen 4 houten bruggen in het bos Epe-Noord
• Onderhoud bruggen
• Vervangen leuningwerk aanrijdschades

 

3.3.4 Bomen en groen

Het Bomenbeleidsplan en Groenstructuurplan geven de toekomstvisie weer van de gemeente Epe op groen in de openbare ruimte van de bebouwde kommen van Epe, Vaassen, Emst en Oene. In de kernen en het buitengebied (exclusief het bosgebied) staan circa 33.000 bomen op gemeentelijke gronden. Om de boomveiligheid te waarborgen is een boomveiligheidscontrole uitgevoerd. De frequentie van de boomveiligheidscontrole is gebaseerd op het beleidsstuk: Uitvoeringsplan Boomveiligheid. In 2020 is een nieuw Bomenbeleidsplan opgesteld, deze zal in het eerste kwartaal van 2021 ter vaststelling worden voorgelegd. Tevens zijn in dit kader de artikelen van de APV die gaan over het kappen van bomen aangepast. Deze zullen tegelijkertijd met het Bomenbeleidsplan ter goedkeuring aan de raad worden voorgelegd.

Het onderhoudsniveau van de openbare ruimte - waaronder bomen, gazons, zandwegen en begraafplaatsen - is vastgelegd in het Beeldkwaliteitplan Openbare Ruimte (BOR). De beeldkwaliteit wordt geborgd door maandelijks een schouw uit te voeren (door opdrachtnemer) De opdrachtgever schouwt steekproefsgewijs. Voor de centra en wijken van Epe en Vaassen vindt het onderhoud op tenminste het niveau ‘basis’ plaats. Het vastgestelde onderhoudsniveau voor buiten de bebouwde kom is laag, voor de begraafplaatsen geldt het onderhoudsniveau hoog.  Het onderhoud van de openbare ruimte is uitbesteed aan Axent Groen en vastgelegd in een overeenkomst met een looptijd tot 2025. Gemeente Epe heeft hierin de rol van opdrachtgever en toezichthouder op de geleverde kwaliteit in de openbare ruimte.

De geraamde financiële middelen in de begroting zijn voldoende om het huidige niveau in stand te houden.

Er is een beheerplan voor de bestrijding van de eikenprocessierups opgesteld. Dit is de basis voor uitvoering voor aannemer Axent Groen. In 2020 is een onderzoek gestart naar mogelijkheden om het beheer van het groen in de openbare ruimte meer te richten op behoud en versterking van biodiversiteit, in plaats van esthetiek.

In 2020 is het laatste toilet toegankelijk gemaakt voor bezoekers en zijn plannen gemaakt voor het opknappen van de aula Norelbos. Daarnaast is er een nieuwe wachtruimte op de begraafplaats aan de Apeldoornseweg geplaatst.

 

3.3.5 Openbare verlichting

Het beleids- en beheerplan openbare verlichting is geactualiseerd in een nieuw plan met een looptijd van 2017 tot 2026. Het heeft als belangrijkste doel het leggen van een bestuurlijke, beheersmatige en financiële basis voor de zorg voor de openbare verlichting in de planperiode met een doorkijk naar de daaropvolgende jaren.

Eind 2020 zijn er 6060 masten in beheer bij de gemeente Epe. Binnen de gemeentegrenzen zijn bij de provincie Gelderland 8 masten in beheer, bij Dorpsbelang Oene 6 stuks en bij Triada 354 stuks. Op sommige lichtmasten zijn meer armaturen met meer lampen gemonteerd. Het doel is om de komende jaren de gemeente Epe geheel uit te rusten met ledverlichting. Eind 2020 was deze vervangingsslag voor de helft uitgevoerd en liggen de werkzaamheden op schema. De komende jaren worden er nog 2250 armaturen vervangen door led. Voor het onderhoud is er een voorziening waarin jaarlijks een bedrag wordt gestort.
 

3.3.6 Gebouwen

Er zijn 46 gebouwen en woningen in beheer en onderhoud bij gemeente Epe, waarvan 6 gymlokalen. Het beheer en onderhoud bestaat hoofdzakelijk uit het reguliere (dagelijks) en groot onderhoud. Het groot onderhoud wordt onder andere uitgevoerd op basis van MJOP’s.

Het MJOP is gericht op het in stand houden van de bestaande gebouwen. Per jaar wordt 50% van de MJOP’s van de gebouwen geactualiseerd, zodat een cyclus van 2 jaar ontstaat. Een actuele MJOP levert een begroting voor de onderhoudsvoorziening en levert tevens de gegevens voor een jaarplanning voor de uitvoering. Het onderhoudsniveau wordt bepaald op basis diverse uitgangspunten, zoals toekomst, bouwjaar, huidige status e.d. Op basis van de MJOP’s zijn voorzieningen gevormd, waaruit het groot onderhoud wordt bekostigd voor het gemeentehuis, de buitenzijde van de gymzalen, de brandweerkazernes, kinderopvang St. Crusiusweg, de wijkgebouwen, de bibliotheken, de Ossenstal, gemeentewerf Kweekweg, de Milieustraat Vaassen en het Streekarchief.

 

 

4 | Financiering

4.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 4.1 Inleiding

De paragraaf financiering heeft tot doel inzicht te verschaffen in de activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s, ofwel: treasury.

4.3 Beleidsverantwoording

Terug naar navigatie - 4.3 Beleidsverantwoording

4.3.1 Treasurybeheer
De Wet Fido geeft twee concrete richtlijnen voor de gemeenten voor het beheersen van renterisico’s. Het gaat daarbij om de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

4.3.2 Kasgeldlimiet
Een belangrijk uitgangspunt van de Wet Fido is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten. Juist voor kortere financiering geldt dat het renterisico aanzienlijk kan zijn, aangezien fluctuaties in de rente bij korte financiering direct invloed hebben op de rentelasten. Om een grens te stellen aan de korte financiering is in de Wet Fido de kasgeldlimiet opgenomen. De kasgeldlimiet wordt berekend als een percentage (8,5%) van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het begrotingsjaar. Voor Epe bedraagt de kasgeldlimiet voor 2020 € 7.515.000 (zie bijlage 3). Uitgangspunt is dat het financieringstekort zoveel mogelijk met kort geld wordt gefinancierd omdat het rentepercentage voor kort geld lager is dan het percentage voor leningen met een lange looptijd. In 2020 zijn geen nieuwe langlopende geldleningen afgesloten.

4.3.3 Renterisiconorm
Het doel van de renterisiconorm is het beperken van de gevolgen van een stijgende kapitaalmarktrente op de rentelasten van de organisatie. Dit wordt bereikt door een limiet te stellen aan dat deel van de vaste schuld waarover het rentepercentage in een bepaald jaar moet worden aangepast aan de op dat moment geldende markttarieven. De bedoelde aanpassingen van rentepercentages doen zich voor bij herfinanciering en renteherziening. Herfinanciering houdt in dat een vervangende lening wordt aangetrokken om aan de aflossingsverplichtingen van bestaande leningen te voldoen. Renteherziening doet zich voor wanneer de geldgever het rentepercentage van een lening gedurende de looptijd herziet.

De renterisiconorm stelt dat per jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal in aanmerking mag komen voor herfinanciering en/of renteherziening. Voor Epe bedraagt de renterisiconorm ca. € 18 miljoen. Het werkelijke renterisico bedroeg in 2020 €0 en blijft ruim onder de renterisiconorm.

4.4 Financiering

Terug naar navigatie - 4.4 Financiering

4.4.1 Financieringspositie
Voor 2020 was een financieringstekort begroot op € 6,3 miljoen (op begrotingsbasis). Dit tekort zou gefinancierd worden met kortlopende geldleningen. Bij het opstellen van de begroting is uitgegaan van de volgende percentages:

Rente kort:      1 %
Rente lang:     2,4 %

In het voorjaar van 2020 zijn enkele kortlopende geldleningen aangetrokken met een rentepercentage variërend van -0,25% tot -0,38%.  In het jaar 2019 is de laatste langlopende geldlening afgelost.

4.4.2 Leningenportefeuille
 Sinds eind 2019 heeft Epe geen langlopende geldleningen schulden. 
In het kader van het financieel toezicht publiceert de provincie jaarlijks een overzicht van de schuldenpositie van de gemeenten in Gelderland. Uit dat overzicht blijkt dat de netto schuld per inwoner van Epe in vergelijking met de andere 54 gemeenten laag is. In de publicaties van de afgelopen jaren staat Epe op de 6e plaats van de gemeenten met de minste schulden.

4.4.3 Uitzettingen
Alle decentrale overheden, waaronder gemeenten, moeten hun overtollige middelen in de schatkist aanhouden. Voor Epe betekent dat, dat in 2020 de tijdelijke overtollige middelen gestort zijn in de schatkist van het rijk.
Daarnaast heeft de gemeente diverse uitzettingen/beleggingen bij o.a. de BNG en Vitens vanwege haar publieke taak.

4.5 EMU-saldo

Terug naar navigatie - 4.5 EMU-saldo

In de wet zijn bepalingen opgenomen over het maximale toegestane EMU-saldo van de overheid en eventuele mogelijke sancties bij overschrijding van de deze norm. In het bestuurlijk overleg tussen rijk en de decentrale overheden van 23 mei 2018 is afgesproken dat de EMU-tekortnorm voor 2019-2022 wordt vastgesteld op –0,4 % van het bruto binnenlands product (bbp).

Ontwikkeling EMU-saldo decentrale overheden (percentage van het bruto binnenlands product)

 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

tekortnorm

- 0,4%

- 0,3%

 - 0,3%

- 0,4%

-0,4%

- 0,4%

-0,4%

realisatie (CBS)

- 0,3%

-0,15

-0,1%

 

 

 

 

raming (CPB

     

-0,2%

-0,2%

-0,2%

-0,2%

In 2016, 2017 en 2018 was het werkelijke EMU-saldo van de decentrale overheden lager dan de tekort norm. Voor de jaren 2019 t/m 2022 wordt, op basis van ramingen van het Centraal Planbureau, verwacht dat de decentrale overheden ook binnen de afgesproken norm blijven van het financieel akkoord.

4.6 Conclusie

Terug naar navigatie - 4.6 Conclusie

Het financieren met kortlopende leningen en de tijdelijke uitzettingen heeft binnen de kaders van het treasurystatuut plaatsgevonden.

5 | Bedrijfsvoering

5.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 5.1 Inleiding

De paragraaf bedrijfsvoering heeft tot doel inzicht te geven in de beleidsvoornemens op het gebied van de bedrijfsvoering en de ontwikkeling van de organisatie. Een goede bedrijfsvoering is een randvoorwaarde voor een succesvolle uitvoering van de primaire processen en ontwikkelingen zoals gebiedsgericht werken en de omgevingswet. Onder bedrijfsvoering wordt verstaan: personeel en organisatie, informatievoorziening en automatisering, financiën, huisvesting (incl. facilitaire zaken), interne communicatie en juridische zaken (PIOFHA-JC).

5.3 Beleidsvoornemens

Terug naar navigatie - 5.3 Beleidsvoornemens

Net als veel andere gemeenten staat Epe voor een grote opgave: de samenleving verandert snel en er wordt van overheidsorganisaties een andere rol invulling gevraagd. Waar we voorheen vaak de bepaler waren, hebben we steeds vaker de rol van medespeler. Dat vraagt nogal wat. Van de raad, het college en het ambtelijk apparaat. Voor iedereen heeft dit gevolgen.

Ook in Epe heeft deze ontwikkeling geleid tot een politieke ambitie om de organisatie en werkwijze hierop in te richten. ‘We streven naar een ondernemende, op netwerken en samenwerking gerichte organisatie, die als vanzelfsprekend in verbinding staat met ‘buiten’. De kernwaarden onderscheidend, duurzaam, verbindend en verrassend staan hierin voorop.

Om invulling te geven aan de visie op de organisatie is er in 2019 ingezet op de volgende onderdelen.

5.3.1 Organisatie

Terug naar navigatie - 5.3.1 Organisatie

De activiteiten en projecten die nodig zijn om de gemeentelijke organisatie sterk en toekomstbestendig te maken zijn samengebundeld in het programma Sterk Werk. Het programma is een meerjarig traject, eindigt in 2021 en is georganiseerd in drie aandachtsgebieden: Sterke Werknemers, Sterke Werkwijze en Sterke Werkomgeving.

Sterke Werknemers

In 2020 is verder uitvoering gegeven aan de al in gang gezette projecten binnen het programmadeel Sterke Werknemers.  Het Goede Gesprek is geimplementeerd en om de medewerkers hierin te scholen is een organsiatiebrede feedbacktraining georganiseerd. Vanwege Corona is deze echter wel vertraagd en loopt in 2021 door. Het HRM-instrumentarium is verder uitgewerkt. Zo is de pilot generatiepact geevalueerd en met een aantal aanpassingen met een jaar verlengd. Dit bevordert de doorstroom van het personeel en een juiste werk/privé balans waarmee duurzame inzetbaarheid geeffectueerd wordt. De Eper Academie is met succes gelanceerd. Via een online tool kunnen medewerkers zich (deels verplicht) inschrijven voor basistrainingen die je nodig hebt om het werken in Epe eigen te maken (bv: inkoop/procesgericht werken/informatieveiligheid), maar ook is er aandacht voor competentiegerichte trainingen gericht op persoonlijke ontwikkeling. Continu leren en ontwikkelen is hiermee geborgd, wat bijdraagt aan aantrekkelijk, goed en toekomstgericht werkgeverschap.  Een start is gemaakt met een nieuwe aanpak van arbeidsmarktcommunicatie om het juiste talent aan te trekken. 

Sterke Werkwijze

In de pijler Sterke Werkwijze is een een aanzet gemaakt voor het doorontwikkelen van projectmatig werken. Dit project wordt in 2021 verder uitgevoerd. Voor procesgericht werken is de standaard werkwijze, waarmee alle processen in de komende jaren worden beschreven en in de continu verbeteraanpak worden meegenomen, geïmplementeerd. Dit past in het lean gedachtengoed dat ook op andere manieren aandacht heeft gekregen: workshops, trainingen en begeleiding van teams bij weekstarts en procesverbeteringen. 

Sterke Werkomgeving

De aanbestedingsprocedure voor de verbouw van het gemeentehuis is gegund en er is gestart met de verbouw. De verbouw verloopt volgens planning en wordt in 2021 afgerond. In het Definitief Ontwerp+ is rekening gehouden met energielabel A en zijn diverse bezuinigingsmaatregelen verwerkt om, ondanks de gestegen bouwkosten, binnen het door de gemeenteraad vastgestelde budget te blijven.

Verder is het dankzij de oplevering van de projecten telefonie en ICT mogelijk gemaakt om tijd- en plaats-onafhankelijk te werken, hetgeen het beoogde nieuwe werkconcept ondersteunt en waarvan de meerwaarde nog eens extra duidelijk is geworden tijdens de Corona pandemie.

5.3.2 Communicatie

Terug naar navigatie - 5.3.2 Communicatie

Inwonerparticipatie
Het betrekken van inwoners bij de ontwikkeling van beleid, met de participatieladder als leidraad én in eenvoudige taal, blijft een belangrijk aandachtspunt. In 2020 is de gemeente verder aan de slag gegaan met de adviezen die inwoners gegeven hebben over inwonerparticipatie. De focus ligt daarbij op drie projecten: de uitvoering van het grondstoffenplan, de opstelling van de omgevingsvisie en de plannen met het gebied de Renderklippen/Hertenkamp. Werkenderwijs en in kleine stappen voeren we verbeteringen door. We hebben gebruik gemaakt van nieuwe manieren van communiceren en ontmoeten, zoals onlinebijeenkomsten voor de omgevingsvisie en een webinar over grondstoffen. Waar het kan, bieden we inwoners de mogelijkheid om input te geven op beleid en concrete onderwerpen, waardoor trajecten een breder inwonersperspectief krijgen. Het inwonerspanel Epe Spreekt is in 2020 twee keer ingezet.

Actieve communicatie en uitvoeren strategische visie op communicatie
De gemeente zoekt door actieve communicatie met de samenleving de verbinding met de samenleving en communiceert doelgroepgericht. Om actieve communicatie voor elkaar te krijgen, is het van belang vanuit het perspectief van de inwoners te denken en ruimte te geven om mee te denken. De strategische visie op communicatie is in 2020 met input van inwoners en medewerkers geactualiseerd en in concept gereed. Ook is in 2020 het onderzoek naar een actueel instrumentarium voor actieve communicatie met de samenleving afgerond. Het resultaat is toegevoegd aan de (concept) visie op communicatie. Besluitvorming zal plaatsvinden nadat de gemeenteraad de brede beleidsvisie op verbinding met de samenleving heeft vastgesteld. Hierin komen de onderwerpen communicatie en inwonerparticipatie aan bod. Verder is coaching en advies aan de organisatie gegeven over de inzet van de juiste middelen en het trainen van communicatieve vaardigheden. Hiervoor blijven we een mix inzetten van online en offline middelen en maken we meer gebruik van foto’s en video. Zo blijven we een klantgerichte organisatie die van “buiten naar binnen” denkt.

 

5.3.3 Informatievoorziening en Automatisering

Terug naar navigatie - 5.3.3 Informatievoorziening en Automatisering

Voor onze informatievoorziening en automatisering was 2020 een ander jaar dan gebruikelijk. Door de wereldwijde pandemie en de verplichting tot zoveel mogelijk thuiswerken kwamen er vragen als: kunnen de systemen het thuis werken aan? Hoe faciliteren we dit binnen de bestaande middelen dit zo optimaal mogelijk en welke verbeteringen kunnen we hier continu in doorvoeren? Hierdoor hebben wij bepaalde keuzes gemaakt qua prioritering, zo is de actualisatie van ons informatiebeleid doorgeschoven naar 2021.

Informatiebeveiliging
Op het gebied van informatiebeveiliging is gewerkt aan de implementatie van de BIO (Baseline Informatieveiligheid Overheid), dit is vertaald naar een actualisatie van ons informatieveiligheidsbeleid welke in december 2020 door het college is vastgesteld. De audits op DigiD (elektronisch identificatiemiddel) en Suwinet (elektronische samenwerking tussen UWV, SVB en Gemeenten) zijn met goed gevolg doorlopen.
Daarnaast is een aantal beveiligingsincidenten volgens de vastgestelde procedures afgehandeld. In 2020 waren er 19 meldingen met mogelijke hoge impact op Epe. Bij de impact gaat het dan om beschikbaarheid van systemen (11), integriteit/vertrouwelijkheid van gegevens (5). Drie meldingen bleken niet van toepassing te zijn op de situatie in Epe. Van de 19 meldingen waren er 12 op basis van een melding van de Informatiebeveiligingsdienst gemeenten (IBD). De 7 overige meldingen zijn intern of van leveranciers ontvangen. Daarnaast waren er 351 overige meldingen. Bij deze meldingen gaat het om password reset, melding spam/phishing mails, ontgrendelen accounts en verzoeken om autorisatie op mappen buiten de standaard autorisatie.
Er waren 28 meldingen van (mogelijke) datalekken. Hiervan zijn er 18 beoordeeld als datalek. Van de 18 zijn er 4 gemeld bij de AP en 4 gemeld bij betrokkene. Bij de overige ging het om een verwaarloosbare dan wel lage impact op persoonlijke levenssfeer van betrokkene dat van melding is afgezien conform regels van de AP. Tien (10) meldingen zijn beoordeeld als geen datalek. Waar relevant zijn adviezen gegeven tot aanpassing van het proces dan wel de inrichting van de betreffende applicaties

ICT (Informatie- en communicatietechnologie)
In 2019 is in het verlengde van de ICT visie gestart met het uitbesteden van onze ICT infrastructuur. De visie heeft als uitgangspunt het verminderen van kwetsbaarheid, verbetering van kwaliteit en efficiency van onze ICT-omgeving. In 2020 is de aanbesteding voorbereid en gestart. Verwacht wordt dat begin 2021 gegund kan worden. Hiermee zal de gemeente een geschikte leverancier selecteren en hiermee gezamenlijk de betrokken medewerkers en organisatie klaar te maken voor de rol van opdrachtgever en regievoerder. Verwachting is dat het outsourcingstraject in november 2021 gereed zal zijn.

Gegevensmanagement
In 2019 is het project Gegevensmanagement gestart, dit meerjarige project heeft ook in 2020 zijn vervolg gekregen. In dit project werken we aan het vergroten van de kwaliteit van onze gegevens (actualiteit, volledigheid, meervoudig gebruik) zodat we nog meer waarde uit onze gegevens kunnen halen t.b.v. onze dienstverlening en ter vergroting van de effectiviteit van ons beleid. Het zichtbaar maken van die gegevens in dashboards maakt ook deel uit van dit project.

Zaakgericht Werken
Vanuit de in 2019 gestarte evaluatie rondom Zaakgericht Werken is in 2020 begonnen met een project om Zaakgericht werken en daarmee onze dienstverlening naar een hoger niveau te brengen. Vanuit dit project is onder andere de hervorming van (Digitaal)Informatiebeheer ingezet, waarbij het gehele informatiebeheer ondergebracht is bij team Informatisering. Er wordt continu gewerkt aan verbeteren van gebruikersondersteuning en het bieden van interne trainingen voor gebruikers. Daarnaast is er een projectstructuur voor de optimalisatie en volledig van zaaktypes in ons Zaaksysteem opgezet zodat dit in 2021 tot uitvoering kan komen.

5.3.4 Juridische Zaken

Terug naar navigatie - 5.3.4 Juridische Zaken

Om te voldoen aan de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) zijn een aantal Data protection impact assessments (DPIA's) uitgevoerd, is er een nieuwe functionaris voor de gegevensbescherming aangenomen en zijn de privacyaspecten in een vroeg stadium betrokken bij werkprocessen. De functie van privacy officer was een tijdelijke functie, er is besloten een structurele functie hiervan te maken in 2021.

5.3.5 Financiën

Terug naar navigatie - 5.3.5 Financiën

Vennootschapsbelasting
Met ingang van 1 januari 2016 is de Wet op de vennootschapsbelasting (Vpb) van toepassing op overheidsondernemingen. Aanleiding daarvoor zijn de EU-afspraken om het fiscale verschil tussen overheidsondernemingen en marktpartijen tegen te gaan en zo een gelijk speelveld te creëren voor overheid en marktpartijen. De activiteiten van de gemeente zijn samen met een extern fiscaal adviseurs doorgenomen. Voor de aangifte heeft voor het onderdeel grondexploitatie overleg plaatsgevonden met de belastingdienst.

In de verslagperiode is de aangifte vennootschapsbelasting definitief verwerkt tot en met het boekjaar 2019. Voor het jaar 2020 is een raming opgenomen op basis van de verwachte uitkomsten. De aangiften hebben plaatsgevonden op basis van de vaststellingsovereenkomst met de belastingdienst.

Nieuw financieel systeem

Met ingang van 1 januari 2021 werken we met een nieuw financieel pakket. Het jaar 2020 is gebruikt om het nieuwe financiële pakket te implementeren. Het nieuwe financieel systeem biedt mogelijkheden om inkoop en financiën meer te integreren en hiermee als organisatie meer “in control” te komen. Dit gaan we in 2021 verder uitwerken.

5.3.6 Planning en Control

Terug naar navigatie - 5.3.6 Planning en Control

De planning en control cyclus kon in 2020, ondanks de beperkingen door de coronacrisis, toch grotendeels volgens planning worden uitgevoerd. Waar mogelijk zijn verbeteringen in de processen doorgevoerd. Op basis van regelmatige evaluaties is het doorvoeren van verbeteringen, vanuit de vraag naar de klantwaarde, onderdeel geworden van de reguliere werkwijze. In toenemende mate wordt gewerkt vanuit een ‘procesgerichte aanpak’, waarbij gaandeweg meer gebruik wordt gemaakt van geautomatiseerde toepassingen (zoals ‘workflow’).

Door verscherping van eisen bij de accountantscontrole en de impact van de taken in het sociale domein kan behandeling en vaststelling van de jaarstukken door de raad doorgaans niet eerder dan in juni/juli plaats vinden. Door een andere manier van vaststellen van de levering van de zorg, waaraan nu wordt gewerkt, zal dit in de komende jaren mogelijk eerder kunnen.
In 2020 is de raad in het najaar in de voortgangsrapportage geïnformeerd over de afwijkingen in de uitvoering van de geplande activiteiten en de verwachte financiële mee- en tegenvallers.
Dit jaar is er in overleg met de raad voor gekozen om (in plaats van de gebruikelijke 'perspectiefnota') een 'perspectiefbrief' op te stellen. Hierin zijn de verwachtingen en onzekerheden geschetst van het financiële meerjarenperspectief. Deze waren van invloed op de in het najaar aan de raad aangeboden programmabegroting voor de komende 4 jaar. Meest in het oog springend hierin zijn het onzekere financiële beeld en de hiermee samenhangende risico's, door de op handen zijnde 'herijking' van het gemeentefonds en de gevolgen van de coronacrisis.
Door middel van een projectmatige aanpak zijn de uitdagingen als gevolg van de coronacrisis aangegaan. De raad is meerdere keren geïnformeerd over de actuele stand van zaken (indicaties van de verwachte kosten en opbrengsten) en in samenspraak met de raad is een afwegingskader opgesteld voor de uitgaven van acute hulp en kosten, uitgaven voor overbrugging en herstel en voor het opstellen van een 'stimuleringsagenda'.

Epe viel in 2020 onder het repressieve toezicht van de provincie, de lichtste vorm van toezicht.

De 'verbijzonderde interne controle' (VIC) over 2020 is uitgevoerd, gericht op de opzet, het bestaan en de werking van processen en de daarin opgenomen beheersmaatregelen. Daarbij is de aandacht vooral gericht op de rechtmatige uitvoering van de processen. Verbeterpunten worden gerapporteerd en stap voor stap geïmplementeerd.

In 2020 zijn voorbereidingen getroffen waar het gaat om de nieuwe verplichting dat vanaf 2021 het college een verantwoording over de rechtmatigheid afgeeft bij de jaarrekening. Tot en met 2020 geeft de accountant een oordeel over de rechtmatigheid in de controleverklaring bij de jaarrekening. Er is een plan van aanpak opgesteld, waarin het ambitieniveau is bepaald voor de mate van 'in control' zijn. De besluitvorming door de raad (voorjaar 2021) over de te hanteren tolerantie- en rapporteringsgrenzen is voorbereid. Voor dit traject is meerdere keren aandacht geweest in de commissie planning en control. Bij de verdere uitwerking zal bepalend zijn in hoeverre het niveau van interne beheersing (kwaliteit en uitvoering van de processen) in relatie tot het risicomanagement voldoende op niveau zijn, zodat het college deze verantwoording kan afgeven.

In de commissie planning en control heeft in 2020 viermaal overleg plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van gemeenteraad en vakspecialisten uit de gemeentelijke organisatie. Onderwerpen die aan de orde waren betreffen de planning en control cyclus, de rechtmatigheidsverantwoording, bedrijfsvoeringzaken en het overleg met de accountant. Met de huidige accountant is een contract gesloten met een looptijd van vier jaar (2020-2023).

6 | Verbonden Partijen

6.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 6.1 Inleiding

De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in de relaties en verbindingen van de gemeente met 'verbonden partijen. Van een verbonden partij' is sprake wanneer er vanuit de gemeente bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend en wanneer er financiële belangen mee gemoeid zijn. 

  • Onder bestuurlijk belang wordt verstaan het hebben van een zetel in het bestuur van de verbonden partij of het hebben van stemrecht. 
  • Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld (en die ze in geval van faillissement van de verbonden partij kwijt kan zijn) en/of in geval dat er financiële problemen ontstaan bij de verbonden partij er verhaal op de gemeente kan plaatsvinden.

6.3 Beheersing risico's

Terug naar navigatie - 6.3 Beheersing risico's

De verbonden partijen van de gemeente Epe lopen sterk uiteen in (financiële) omvang en vorm. Hierdoor variëren ook de gemeentelijke belangen en risico’s sterk. Op basis van de in de nota verbonden partijen 2016 opgenomen risico analysemodellen wordt per partij bezien hoeveel bestuurlijk (inhoudelijk) en financieel belang er is en hoeveel risico er wordt gelopen. Op basis van beide analyses wordt tweemaal per jaar het risicoprofiel bepaald. Hoe groter het bestuurlijk en/of financieel belang bij een verbonden partij, hoe intensiever de sturing. Er zijn drie risicoprofielen:

Basis pakket
Verbonden partijen waarbij de gemeente een laag bestuurlijk en financieel risico loopt worden ingedeeld in het Basis pakket. De gemeenteraad wordt over verbonden partijen in dit pakket geïnformeerd bij de gemeentelijke begroting en jaarrekening.

Pluspakket
Verbonden partijen waarbij de gemeente een gemiddeld bestuurlijk of financieel risico loopt worden ingedeeld in het Pluspakket. Aanvullend op het Basis pakket wordt de gemeenteraad ook bij de voortgangsrapportage geïnformeerd over deze verbonden partijen, zo nodig ook met een informatienota. Daarnaast zal de bestuurlijke en ambtelijke overleg frequentie met deze verbonden partijen hoger zijn dan bij de partijen in het basispakket. Tot slot worden deze verbonden partijen ook periodiek geagendeerd in het college.

Plusplus pakket
Verbonden partijen waarbij de gemeente een hoog bestuurlijk en financieel risico loopt worden ingedeeld in het Plusplus pakket. Aanvullend op het Pluspakket wordt de bestuurlijke en ambtelijke overleg frequentie met deze verbonden partijen verder opgevoerd.

6.4 Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - 6.4 Overzicht verbonden partijen

Op basis van regelgeving volgt hierna het overzicht van bestaande verbonden partijen. Daarin wordt per partij de voorgeschreven informatie verschaft. Bij de gemeenschappelijke regelingen die geen eigen vermogen hebben is het financieel belang van de gemeente gelegen in de verplichting om bij te springen als er financiële problemen ontstaan bij de verbonden partij. 

Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

Volledige naam

N.V. Bank Nederlandse Gemeenten

Vestigingsplaats

Den Haag

Vorm

Vennootschap

Wijze van belang

Algemene vergadering

Openbaar belang

Bank voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang

 

1 jan. 2020

31 dec. 2020

Financieel belang 

van de gemeente

 € 4,6 mln. 

 € 4,8 mln. 

Eigen vermogen

van de verbonden partij

 € 4.887 mln. 

 € 5.097 mln. 

Vreemd vermogen 

van de verbonden partij

 € 144.802 mln. 

 € 155.262 mln. 

Financieel resultaat

van de verbonden partij

 p.m. 

p.m

Gerealiseerd beleidsvoornemen

Niet bekend. BNG publiceert geen begroting.

Risicoprofiel

laag (basispakket)

 

Circulus-Berkel

Volledige naam

Circulus-Berkel B.V.

Vestigingsplaats

Apeldoorn

Vorm

Vennootschap

Wijze van belang

Algemene vergadering

Openbaar belang

Afvalverwijdering en straatreiniging

 

1 jan. 2020

31 dec. 2020

Financieel belang

van de gemeente

 € 732.000

 € 745.000 

Eigen vermogen

van de verbonden partij

 € 14.673.000

 € 15.237.000 

Vreemd vermogen

van de verbonden partij

 € 42.377.000

 € 38.474.000

Financieel resultaat 

van de verbonden partij

 

 € 1.177.800
dit betreft voor € 564.000 winst uit dochterondernemingen waarin de gemeente Epe niet participeert.

Gerealiseerde beleidsvoornemens

De beleidsvoornemens van Circulus-Berkel staan beschreven in de Strategienota Circulus-Berkel BV 2015-2020. Centraal in dit plan staat dat samen met de aangesloten gemeenten gestreefd wordt naar een duurzame toekomst met minder afval en meer grondstoffen en een duurzaam beheer van de woon- en leefomgeving. Hierbij worden de inwoners betrokken zodat er een meerwaarde voor de samenleving ontstaat. In de afgelopen jaren zien we de trend dat de hoeveelheid ingezameld afval daalt en de hoeveelheid grondstof toeneemt. Deze trend zet zich in 2020 verder door. In Epe zijn heeft het nieuw vastgestelde grondstoffenplan geleid tot een verandering in de inzameling en tarievering met ingang van 2021.

Risicoprofiel laag (basispakket)

 

GGD NOG

Volledige naam

GGD Noord- en Oost Gelderland

Vestigingsplaats

Warnsveld

Vorm

Gemeenschappelijke regeling: openbaar lichaam

Wijze van belang

Lid algemeen bestuur

Openbaar belang

GGD NOG beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid van de inwoners van 22 gemeenten die bij GGD NOG zijn aangesloten. 

voorlopig

1 jan. 2020

31 dec. 2020

Financieel belang

van de gemeente

€ 0,1 mln.

€ 0,1 mln.

Eigen vermogen

van de verbonden partij

 € 3,0 mln. 

 € 2,9 mln. 

Vreemd vermogen

van de verbonden partij

 € 2,9 mln. 

 € 7,0 mln. 

Financieel resultaat 

van de verbonden partij

 

€ 69.000

Gerealiseerde beleidsvoornemens

GGD NOG beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid van de inwoners van 22 gemeenten die bij GGD NOG zijn aangesloten. Dat houdt in dat GGD NOG zorgt voor o.a. de algemene gezondheidszorg (infectieziektenbestrijding, epidemiologie etc.) en de jeugdgezondheidszorg voor 4-19 jaar (onderdeel van het CJG Epe). GGD NOG besteed ook aandacht aan de invoering van de Omgevingswet. 2020 heeft vanaf maart in het teken gestaan van de Covid-pandemie. Voor zover mogelijk en binnen de richtlijnen heeft GGD NOG de dienstverlening van andere producten dan infectieziektenbestrijding door laten gaan.

Risicoprofiel

laag (basispakket)

 

Leisurelands

Volledige naam

Leisurelands B.V.

Vestigingsplaats

Arnhem

Vorm

Vennootschap

Wijze van belang

Algemene vergadering

Openbaar belang

Openbare toegankelijkheid dagrecreatieterrein Kievitsveld

 

1 jan. 2019

31 dec. 2019

Financieel belang

van de gemeente

 € 6.705

 € 6.705

Eigen vermogen

van de verbonden partij

 € 64,5 mln. 

 € 68,9 mln. 

Vreemd vermogen

van de verbonden partij

 € 14,8 mln. 

 € 15,5 mln. 

Financieel resultaat 

van de verbonden partij

 

€ 4,4 mln.

Gerealiseerde beleidsvoornemens

Sterke uitgangspositie behouden, intensieve samenwerking met partners, ontwikkeling duurzame exploitatie.

Risicoprofiel

laag (basispakket)

 

Lucrato

Volledige naam

Werkbedrijf Lucrato

Vestigingsplaats

Apeldoorn

Vorm

Gemeenschappelijke regeling: openbaar lichaam

Wijze van belang

Lid dagelijks bestuur

Openbaar belang

Het bieden van werkplekken voor inwoners met een arbeidshandicap, die niet zelfstandig kunnen werken (WSW) of alleen in een beschutte werkomgeving. En begeleiding naar werk (re-integratie) van mensen die onder de Participatiewet vallen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt.

 

1 jan. 2020

31 dec. 2020

Financieel belang

van de gemeente

 € 473.920 

 € 496.350 

Eigen vermogen

van de verbonden partij

 € 2.962.000 

 € 3.309.000 

Vreemd vermogen

van de verbonden partij

 € 2.158.000

 € 4.037.000 

Financieel resultaat 

van de verbonden partij

 

 € -99.000 

Gerealiseerde beleidsvoornemens

Voor het realiseren en vergroten uitstroomdoelstelling Participatiewet:
-Efficiënte inzet op begeleiden inwoners naar passende arbeidsplek.
-Doorontwikkelen inzet Maatwerkdienstverlening (voorheen PMC's); expertise bieden voor de brede doelgroep die onder de Participatiewet valt.
-Inzet WerkClub statushouders en inzet extra consulent om intensievere passende dienstverlening te kunnen bieden.

Risicoprofiel

gemiddeld (pluspakket)

 

Omgevingsdienst OVIJ

Volledige naam

Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ)

Vestigingsplaats

Apeldoorn

Vorm

Gemeenschappelijke regeling: openbaar lichaam

Wijze van belang

Voorzitter dagelijks bestuur

Openbaar belang

Uitvoering wettelijke milieutaken

concept

1 jan. 2020

31 dec. 2020

Financieel belang

van de gemeente

€ 81.000

€ 36.668

Eigen vermogen

van de verbonden partij

€ 667.707 

 € 297.582

Vreemd vermogen

van de verbonden partij

 € 2.624.130 

 € 1.383.774 

Financieel resultaat 

van de verbonden partij

 

€ n.n.b.

Gerealiseerde beleidsvoornemens

Uitvoering (wettelijke) milieutaken

Risicoprofiel

laag (basispakket)

 

OMVV 

Volledige naam

Ontwikkelingsmaatschappij Vitale Vakantieparken B.V.

Vestigingsplaats

Arnhem

Vorm

Vennootschap

Wijze van belang

Algemene vergadering

Openbaar belang

Revitalisering vakantieparken
cijfers bij oprichting 1 jan.  2018

31 dec. 2018

Financieel belang

van de gemeente

-

€ 1.565

Eigen vermogen

van de verbonden partij

-

 € 4.000.000

Vreemd vermogen

van de verbonden partij

-  

-

Financieel resultaat 

van de verbonden partij

-

-

Gerealiseerde beleidsvoornemens

het verbeteren van de kwaliteit van de vakantieparken en hiermee bij te dragen aan een sterkere positie van de Veluwe als toeristisch-recreatieve bestemming.

Risicoprofiel

laag (basispakket)

 

Basismobiliteit

Volledige naam

Basismobiliteit

Vestigingsplaats

Lochem

Vorm

Gemeenschappelijke regeling: bedrijfsvoeringsorganisatie

Wijze van belang

Lid bestuur

Openbaar belang

Doelgroepen prettig en efficiënt vervoeren wanneer er geen vervoersalternatief is.

concept

1 jan. 2020

31 dec. 2020

Financieel belang

van de gemeente

€ -

€ 72.230

Eigen vermogen

van de verbonden partij

 € 460.890

  € 620.919 

Vreemd vermogen

van de verbonden partij

 € 4.124.281

  € 7.210.898

Financieel resultaat 

van de verbonden partij

 

€ 160.029

Gerealiseerde beleidsvoornemens

De roosters van de frontofficemedewerkers zijn flexibeler gemaakt, de processen in het routegebonden vervoer (monitoring, telefonie) en de ict-infrastructuur is verbeterd. Tevens zijn voorbereidingen getroffen voor het invoeren van een nieuw planningssysteem voor het routegebonden vervoer. Hierdoor zijn de financiële lasten afgenomen en de klanttevredenheid toegenomen.

Risicoprofiel

gemiddeld (pluspakket)

 

Regio Stedendriehoek

Volledige naam

Gemeenschappelijke regeling regio Stedendriehoek

Vestigingsplaats

Apeldoorn

Vorm

Gemeenschappelijke regeling: openbaar lichaam

Wijze van belang

Lid/plaatsvervangend voorzitter dagelijks bestuur en lid regioraad

Openbaar belang

Belangenbehartiging op gebied van ruimtelijke ordening en landschapsontwikkeling, volkshuisvesting, sociaaleconomische ontwikkeling en arbeidsvoorziening, verkeer en vervoer, milieu, onderwijs en welzijn en recreatie.

voorlopig

1 jan. 2020

31 dec. 2020

Financieel belang

van de gemeente

€  9.194

€ 9.194

Eigen vermogen

van de verbonden partij

€ 122.000

€ 172.600

Vreemd vermogen

van de verbonden partij

€ 1.241.000

€ 2.089.739

Financieel resultaat 

van de verbonden partij

 

€ 0

Gerealiseerde beleidsvoornemens

Agenda is overeenkomstig planning uitgevoerd.

Risicoprofiel

laag (basispakket)

 

Streekarchief

Volledige naam

Streekarchief Epe, Hattem en Heerde

Vestigingsplaats

Epe

Vorm

Gemeenschappelijke regeling: centrumgemeente

Wijze van belang

Voorzitter commissie en plaatsvervangend lid

Openbaar belang

Het beheer van de oude openbare archieven en het toezicht op het beheer van de nieuwe archieven.

prognose

1 jan. 2020

31 dec. 2020

Financieel belang

van de gemeente

€ 0

€ 0

Eigen vermogen

van de verbonden partij

€ 0

€ 0

Vreemd vermogen

van de verbonden partij

€ 0

€ 0

Financieel resultaat 

van de verbonden partij

 

€ n.n.b.

Gerealiseerde beleidsvoornemens

Het beheer van de oude openbare archieven en het toezicht op het beheer van de nieuwe archieven.

Risicoprofiel

laag (basispakket)

 

Tribuut

Volledige naam

Tribuut belastingsamenwerking

Vestigingsplaats

Epe

Vorm

Gemeenschappelijke regeling: bedrijfsvoeringsorganisatie

Wijze van belang

Voorzitter bestuur

Openbaar belang

Het uitvoeren van de gemeentelijke belastingen en Wet waardering onroerende zaken.

 

1 jan. 2020

31 dec. 2020

Financieel belang

van de gemeente

€ 3.000

€ 36.000

Eigen vermogen

van de verbonden partij

€ 27.000

€ 327.000

Vreemd vermogen

van de verbonden partij

€ 1.421.000

€ 1.979.000

Financieel resultaat 

van de verbonden partij

 

€ 327.000

Gerealiseerde beleidsvoornemens

Taxeren op basis van oppervlakte voor 4 van de 5 gemeenten. Plan voor doorontwikkeling Tribuut opgesteld. 

Risicoprofiel

laag (basispakket)

 

Veiligheidsregio

Volledige naam

Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland

Vestigingsplaats

Apeldoorn

Vorm

Gemeenschappelijke regeling: openbaar lichaam

Wijze van belang

Lid algemeen bestuur

Openbaar belang

De missie van de VNOG is "Samen werken aan veiligheid". Dit bereikt de VNOG door zich sterk te maken voor de kwaliteit en efficiency van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, bevolkingszorg en crisisbeheersing en rampenbestrijding.

 

1 jan. 2020

31 dec. 2020

Financieel belang

van de gemeente

   € 290.000

€ 560.837

Eigen vermogen

van de verbonden partij

   € 7,8 mln.

€ 14,5 mln.

Vreemd vermogen

van de verbonden partij

€ 45,7 mln.

€ 42,3 mln.

Financieel resultaat 

van de verbonden partij

 

€ 4,9 mln.

Gerealiseerde beleidsvoornemens

Voor de VNOG betekende de crisis een enorme inzet van capaciteit. Vanwege corona werden diverse (reguliere) activiteiten noodgedwongen uitgesteld of op een andere manier vormgegeven. Niet alle beschikbare middelen konden worden besteed zoals in de begroting 2020 was voorzien. Dit was een belangrijke oorzaak van de lagere uitgaven, die leidden tot een overschot over het jaar 2020.

Risicoprofiel

gemiddeld (pluspakket)

 

Vitens

Volledige naam

Vitens N.V.

Vestigingsplaats

Zwolle

Vorm

Vennootschap

Wijze van belang

Algemene vergadering

Openbaar belang

Het beschikbaar stellen van voldoende betrouwbaar drinkwater.

 

1 jan. 2020

31 dec. 2020

Financieel belang

van de gemeente

€ 35.000

€ 35.000

Eigen vermogen

van de verbonden partij

€ 533,3 mln.

€ 557,1 mln.

Vreemd vermogen

van de verbonden partij

€ 1.293,0 mln.

€ 1.340,1 mln.

Financieel resultaat 

van de verbonden partij

 

€ 23,9 mln.

Gerealiseerde beleidsvoornemens

In 2020 is er gewerkt aan:
- 24/7 betrouwbaar en betaalbaar drinkwater
- meer gemak voor de klant
- voldoende beschikbare schone bronnen

Risicoprofiel

laag (basispakket)

 

7 | Grondbeleid

7.1 Beleidskaders

Terug naar navigatie - 7.1 Beleidskaders

In december 2013 is de Nota Grondbeleid 2013 door de gemeenteraad vastgesteld. De in deze nota verwoorde uitgangspunten worden gehanteerd als kaders voor het grondbeleid van de gemeente Epe.

7.2 Grondbeleid in Epe

Terug naar navigatie - 7.2 Grondbeleid in Epe

Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van het collegeakkoord en de volgende programma’s in de programmabegroting:

  • Ruimte en wonen (programma 5)
  • Bedrijvigheid (programma 9).

De gemeente Epe voert een facilitair grondbeleid. Daarbij volgt de gemeente de ontwikkelingen eerder dan dat ze die initieert. De gemeente speelt in op particuliere initiatieven, zonder zelf de beschikking te verkrijgen over de grond. Hierbij heeft de gemeente een voorwaardenscheppende rol door middel van de structuurvisie en het bestemmingsplan. Marktpartijen verwerven en exploiteren de grond. De risico's voor de gemeente bij facilitair grondbeleid zijn minimaal; de gemeente koopt geen grond en het ontwikkelrisico ligt bij een private partij.
De gemeente Epe beschikt over een voorraad aan (eigen) grond die kan worden ontwikkeld. Voorbeelden hiervan zijn: Eekterveld IV Vaassen, Oosterhof-Zuid Vaassen, ’t Slath in Epe en Hoge Weerd in Epe. Dit is ontstaan door (actief) verwerven of doordat de grond (historisch) al in eigendom bij de gemeente was. Een deel van deze gronden worden opgenomen in grondexploitaties en zullen nadat ze bouwrijp zijn gemaakt, als bouwterrein worden uitgegeven door verkoop. Daarnaast geldt voor een deel van de gronden dat de ontwikkelingen nog in voorbereiding zijn.

7.3 Grondexploitaties

Terug naar navigatie - 7.3 Grondexploitaties

7.3.1 Afgesloten exploitaties
Op 31 december 2020 is het plan Oene-West met een winst van € 752.149 afgesloten

7.3.2 Voortgang van de plannen
Kweekweg VI Epe
In dit plan is in 2020 één perceel bedrijfsterrein verkocht. Er kan nog 591 m² bedrijfsterrein worden uitgegeven.

De Pirk-Noord Vaassen
Voor dit plan is in 2007 een anterieure overeenkomst gesloten met De Pirk BV. Door een tussentijdse wijziging van het plan in 2015 is het totaal aantal te bouwen woningen gewijzigd van 83 in 74 woningen. Hiervan zijn er 56 opgeleverd. Er is een voorlopig oordeel van deskundigen over de hoogte van de schadeloosstelling t.b.v. een te onteigenen perceel.

De overige plannen (Warande Epe en Klaarbeek Epe) kunnen op korte termijn worden afgesloten. Voor deze plannen worden geen inkomsten meer verwacht en zijn de nog te verwachten uitgaven relatief laag.

7.3.3 Parameters grondexploitatiebegrotingen
Bij de actualisatie van de grondexploitatiebegrotingen zijn de volgende parameters gehanteerd en tussen haakjes zijn de wijzigingen ten opzichte van de begrotingen per 30 juni 2019 aangegeven:

  1. Kostenstijging:
    • 2,5% per jaar (was 3% per jaar)

  2. Opbrengstenstijging:
    • bedrijfsterrein: 1% per jaar (was n.v.t.)
    • bouwterrein voor woningen: 1% per jaar (was n.v.t.)
  3. Rekenrente:
    • 0,34% per jaar (was 0,27% per jaar)

 

7.3.4 Tussentijdse winst- en verliesnemingen

Met zekerheid in de plannen gerealiseerde winsten moeten (op grond van voorschriften) tussentijds worden overgeboekt naar de reserve bouwgrondexploitatie. In 2020 zijn op 30 juni en 31 december tussentijdse winsten overgeboekt. Deze bedroegen totaal per plan:

 

Plan Winstneming
per 30-06-2020
Winstneming
per 31-12-2020
Totaal tussentijdse
winstneming 2020
Warande Epe  € 13.553 € 27.012 € 40.565
Kweekweg VI Epe € 69.401 € 68.298 € 137.699
De Pirk-Noord Vaassen  geen geen geen
Klaarbeek, Epe    € 9.800 € 9.800

 

Als uit een grondexploitatiebegroting blijkt, dat er een verlies op een plan ontstaat, wordt dit verlies direct ten laste van de reserve bouwgrondexploitatie gebracht. In dit kader is op basis van de geactualiseerde grondexploitatiebegrotingen per 30 juni 2020 voor het plan De Pirk-Noord een bedrag van € 12.661 en voor het plan Oene-West een bedrag van € 22.536 als tussentijds verlies genomen en op basis van de geactualiseerde grondexploitatiebegroting per 31 december 2020 - en op basis van een herijking per 1 juni 2021 vanwege inzichten in onteigeningskosten en risico’s voor de verkoop van percelen - voor het plan De Pirk-Noord een bedrag van € 252.246 als tussentijds verlies genomen. Dit verlies wordt gedekt uit de reserve bouwgrondexploitatie.

 

7.3.5 Cijfers geactualiseerde grondexploitatiebegrotingen
In onderstaande tabel zijn de belangrijkste cijfers weergegeven van de grondexploitatiebegrotingen per 31 december 2020.

  Plan

 boekwaarde
31-12-2020*

verwacht eind-
resultaat grexen*

jaar
afsluiting plan

Warande

+ € 85.142 + € 221.014 2021

De Pirk-Noord

+ € 12.526 - € 289.281 2023

Kweekweg VI

+ € 302.538 + € 793.454 2022

Klaarbeek

+ € 16.374 - € 164.459 2022

*     min (-) = nadelig; plus (+) = voordelig

De reeds tussentijds genomen winst- en verliesnemingen zijn meegenomen bij het bepalen van de verwachte eindresultaten.

7.4 Aan- en verkopen van gronden en opstallen

Terug naar navigatie - 7.4 Aan- en verkopen van gronden en opstallen

7.4.1     Aankopen
In 2020 is 59 m² grond aangekocht voor de aanleg van een passeerhaven.

 

7.4.2     Verkopen
In 2020 is verkocht:

  • bedrijfsterrein                                           1.976 m²
  • bosgrond, reststrook Molenweg    1.296 m²
  • agrarische gronden                                 7.679 m²
  • snippergroen                                                  132 m²

7.5 Reserve bouwgrondexploitatie

Terug naar navigatie - 7.5 Reserve bouwgrondexploitatie

Voor het afdekken van de risico’s van de bouwgrondexploitatie is een reserve bouwgrondexploitatie gevormd. Het te hanteren model voor het berekenen van de reserve bouwgrondexploitatie is opgenomen in de Nota Grondbeleid 2013.

De benodigde reserve bouwgrondexploitatie bedraagt per 1 januari 2021 € 3.551.123 De werkelijke stand van de reserve bouwgrondexploitatie bedraagt per 31 december 2020 € 3.564.916. Bij de begroting 2021 is van deze reserve een bedrag van € 226.000 ingezet als algemeen dekkingsmiddel. Daardoor ontstaat een tekort. Het tekort wordt betrokken bij de opstelling van de begroting 2022.

8 | Demografische ontwikkelingen

8.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 8.1 Inleiding

Het is belangrijk de demografische ontwikkelingen en specifiek de ontwikkeling van de bevolking te monitoren. Demografische ontwikkelingen kunnen leiden tot een verandering van de bevolkingssamenstelling. Dit heeft een impact op de gehele samenleving en de beleidskeuzes die gemaakt moeten worden op o.a. wonen, werk, welzijn, voorzieningen en vrije tijd. Dit kan gevolgen hebben voor de gemeentelijke financiële middelen. Hierna wordt ingegaan op de stand van zaken met betrekking tot de Eper situatie.

8.2 Beleidskaders

Terug naar navigatie - 8.2 Beleidskaders

Het beleid is vastgelegd in diverse documenten. Het jaar van vaststelling is tussen haakjes aangegeven.

  • Toekomstvisie Epe 2030 (2013)
  • Sociale Agenda 2015-2021 (2015)
  • Gebiedsgericht werken/Transformatieagenda (2016)
  • Ruimtelijk structuurplan Epe (2006)
  • Woonagenda 2019-2023
  • Economische visie (2016)
  • Nota verblijfsrecreatie (2016)
  • Cleantech agenda (2016)

8.3 Stand van zaken

Terug naar navigatie - 8.3 Stand van zaken

Kijkend naar het aantal inwoners, dan zien we de laatste jaren een lichte stijging. In 2018 waren er 32.863 inwoners. In 2020 stond de teller op 33.160inwoners.  Dit is nagenoeg hetzelfde aantal inwoners als in 2019: 33.155. Eind 2020 stond de teller op 33.186 inwoners.

 

De bevolkingsontwikkeling voor de gemeente Epe is in onderstaande grafiek uitgesplitst per leeftijdscategorie.

Bevolking Epe 2020 

 

De huishoudensontwikkeling is als volgt:

8.4 Koersbepaling op demografische ontwikkelingen

Terug naar navigatie - 8.4 Koersbepaling op demografische ontwikkelingen

De gemeente Epe wil de ontgroening en vergrijzing op een goede manier begeleiden. De hoofdlijnen staan in de Toekomstvisie Epe 2030 beschreven voor de beleidsdomeinen economie, sociaal en ruimte. Om in te spelen op de vergrijzing, ontgroening en leefbaarheid in de gemeente zal Epe een attractieve gemeente moeten zijn en blijven om te wonen, te werken, te leven en te bezoeken. Speciale focus daarbij dient te zijn het behoud van en het extra aantrekken van 20 tot 35-jarigen als potentiële toekomstige beroepsbevolking. Wat de komende jaren ook gaat spelen is de toenemende vergrijzing en de gevolgen van de scheiding tussen wonen en zorg. 
In deze jaarrekening is in beeld gebracht welke acties zijn uitgezet als gevolg van de demografische ontwikkelingen.

8.5 Beleid gericht op gevolgen van demografische ontwikkelingen

Terug naar navigatie - 8.5 Beleid gericht op gevolgen van demografische ontwikkelingen

Het beleid voor de gevolgen van demografische ontwikkelingen kan onderscheiden worden in vier thema's: Wonen, Openbare Ruimte, Voorzieningen en Arbeidsmarkt. Hierna worden ze toegelicht.

Wonen

Geplande activiteiten Uitgevoerd in 2020
Voldoende betaalbare woningen beschikbaar krijgen voor starters, alleenstaanden en huishoudens met een laag inkomen en een zorgvraag.

 Met Triada lopen gesprekken om de extra sociale woningbouwopgave te realiseren in de verschillende kernen.  Verschillende locaties zijn in beeld.  Lopende ontwikkelingen bieden voldoende aanbod in het betaalbare segment. Daar wordt de komende jaren ook extra inzet op gepleegd. 

Het bevorderen van de doorstroming van senioren naar levensloopgeschikte woningen Er zijn/worden appartementen in het middensegment en duur toegevoegd. Zowel in de huur, als koop.  Hierdoor ontstaat een verhuisketen en kunnen meerdere doelgroepen aan een woning geholpen worden. 
De Woonvisie is in 2016 geconcretiseerd in de Woonagenda 2016-2020. De woonagenda wijst de gemeentelijke volkshuisvestelijke koers aan, onder andere richting de corporaties voor het jaarlijks bod van de corporatie op het gemeentelijk beleid en de te maken prestatieafspraken. In 2016 zijn die afspraken voor het eerst in de nieuwe constellatie vastgelegd, o.a. over de betaalbaarheid en de beschikbaarheid van de sociale woningvoorraad. Met Triada, Heerde en Hattem is een woonbehoefteonderzoek opgesteld. Deze dient als onderlegger voor de komende afspraken met Triada. Verder wordt de Woonagenda in 2018/2019 geactualiseerd en wordt daaraan de component wonen met zorg toegevoegd. De regionale Woonagenda is geactualiseerd en houdt een forse toename in van de te realiseren woningen in de komende 10 jaar.  De Woonzorgagenda wordt medio 2021 ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden.  Er is een behoefte aan intramuraal- en beschut wonen, waarvoor in de toekomst locaties nodig zijn om onze inwoners blijvend passende huisvesting te kunnen aanbieden. 
Binnen de regio Stedendriehoek worden in 2018 nieuwe afspraken gemaakt over nieuw te realiseren woningen. Deze afspraken zijn op aantallen gericht, maar hebben vooral een kwalitatieve insteek. Kern is dat de opgave centraal staat. Er zijn in 2020 nieuwe afspraken gemaakt. 
Het project “Thuis wonen, nu en later”, gericht op het langer zelfstandig thuis wonen, heeft een vervolg gekregen. Koppel/Swoe voert dit nu uit. Dit project is gecontinueerd.

Openbare Ruimte

Vanuit het uitvoeringsplan zijn in 2020 op de centrale looproutes een aantal op- en afritjes aangelegd. Hierdoor is de toegankelijkheid voor mensen met een beperking op de centrale looproutes verbeterd. Verder is de toegankelijkheid verbeterd bij herinrichtingsprojecten, zoals Hoge Weerd fase 3, het centrumplan van Vaassen en de reconstructie van de Apeldoornseweg in Vaassen. 

Voorzieningen

Beschreven effecten in begroting
Er is geen verandering in het beschreven effect, te weten: herijking van het voorzieningenaanbod door veranderende vraag, vanuit kostenoverwegingen (3 D’s) een groter beroep op algemene voorzieningen, minder schoolgebouwen door afname leerlingenaantal.

Geplande activiteiten Uitgevoerd in 2020
Het versterken van vrijwilligerswerk en -zorg in wijken en buurten door onder meer in te zetten op wijkgericht werken, het faciliteren van vrijwilligersorganisaties en het laten ondersteunen van vrijwilligers(organisaties) door professionele organisaties. In 2020 lag de nadruk op het zoveel mogelijk voortzetten van het vrijwilligerswerk en de vrijwilligerszorg inde wijken en buurten, ondanks de beperkingen door Covid 19. Zo bleven de buurtpunten zoveel mogelijk open voor kwetsbare groepen.
Vaststellen van het minimale basisvoorzieningenniveau. Vanuit een vastgesteld basisvoorzieningenniveau in combinatie met het project Accommodaties II zal de komende jaren gewerkt worden aan de vernieuwing en logische spreiding van een aantal accommodaties in welzijn en sport. Eind 2019 is een start gemaakt met het opstellen van een toekomstbestendig plan voor maatschappelijke accommodaties op het gebied van welzijn, cultuur, sport en onderwijs. Als gevolg van de Covid19 pandemie is dit project medio maart ‘on hold’ gezet. In 2021 wordt er een doorstart gemaakt, zodat het plan eind 2021 opgeleverd kan worden. Binnen het project accommodaties II wordt in 2021 gestart met de daadwerkelijke uitvoering van de renovatie van het wijkgebouw Triton Vaassen. Naar verwachting zal dit mei/juni zijn. Alvorens de start van de uitvoering zal de gemeenteraad een voorstel voorgelegd worden om het krediet ad. € 205.000,- beschikbaar te stellen.
In overleg met het onderwijs bepalen hoe om te gaan met afname van het leerlingenaantal. Schoolgebouwen zijn niet meer uitsluitend gericht op het invullen van de onderwijsfunctie maar bieden ook plaats aan functies zoals kinder-/peuteropvang, culturele vorming en sportactiviteiten. Ze vervullen een belangrijke dorps-/wijkfunctie. In 2021 wordt verder gewerkt aan de verschillende uitwerkingen in drie gebieden. Hoge prioriteit heeft het project Epe Zuid West. Hiervoor gaan we een nader plan ontwikkelen, te starten met het opstellen van een startdocument (gedeelte van het uiteindelijke projectplan) wat vervolgens aan het college wordt aangeboden. Gestart zal gaan worden met het beantwoorden van vragen over locatieonderzoek, ruimtebehoefte e.d.

Arbeidsmarkt

Beschreven effecten in begroting
Er is geen verandering in het beschreven effect, te weten: ontstaan van een krappe arbeidsmarkt waarbij de vraag naar arbeidskrachten het aanbod overstijgt.

Geplande activiteiten Uitgevoerd in 2020
De economische visie is vastgesteld. Daaraan is een uitvoeringsprogramma gekoppeld. Met betrokkenen worden acties uitgevoerd die bijdragen aan een versterking van de (lokale) economie. Daarbij wordt aangehaakt bij de Omgevingsagenda. De economische visie en het daarbij behorende actieprogramma is enkele jaren geleden vastgesteld. De visie is opgesteld in overleg met externe partners en heeft aandacht voor demografische ontwikkelingen. De bij de Economische Visie behorende uitvoeringsprogramma is inmiddels grotendeels uitgevoerd, maar vanuit de Lokale Cleantech Agenda wordt er blijvend gewerkt aan een versterking van de lokale economie.
Uitvoeren projecten voortkomend uit het (voormalige) Akkoord van Beekbergen en gericht op het terugdringen van werkloosheid, goed en snel vervullen van vacatures, goede aansluiting onderwijs en werk en het activeren van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. 

Het uitvoeren van het lokaal convenant “samen werken in Epe”. Het convenant heeft als doel om met het bedrijfsleven, onderwijs en de overheid gezamenlijk de weg te bewandelen richting een inclusieve arbeidsmarkt. Een arbeidsmarkt waaraan mensen zoveel mogelijk en duurzaam meedoen. Niet kijkend naar beperkingen, maar naar mogelijkheden.

Human Capital is één van de speerpunten van de Cleantech Regio. Er wordt een regionaal actieplan opgesteld. Epe draait hier in mee. Aandacht voor aansluiting onderwijs en werk is daarmee een blijvend aandachts- en actiepunt. 

Vanuit het lokale convenant "samen werken in Epe" werken het bedrijfsleven, onderwijs en de overheid samen aan een inclusieve arbeidsmarkt.  Ook is het onderwerp een vast agendapunt in de reguliere overleggen met het bedrijfsleven. 

Bieden van een goed vestigingsklimaat voor bedrijven en organisaties. Dit uit zich in goede voorwaarden en faciliteiten en mogelijkheden in het kader van “het nieuwe werken”, zoals bedrijfsverzamelgebouwen. In de economische visie is het vestigingsklimaat een belangrijk terugkerend thema, vooral ook ten aanzien van jongeren en hun plek op de arbeidsmarkt. Door middel van het uitvoeringsprogramma moeten verdere stappen gezet worden om het economisch profiel van Epe te versterken.

Regionaal wordt er vanuit de Agenda Cleantech Regio 2019 - 2023 gewerkt aan acties die bijdragen aan het optimaliseren van een goed vestigingsklimaat. Daarnaast is een lokale economische visie waar onder de noemer ‘uitnodigend’ het vestigingsklimaat één van de speerpunten benoemd. Samen met het bedrijfsleven wordt hier onverminderd aan gewerkt.

In 2020 is de Regio Deal binnengehaald door de Cleantech Regio. In deze deal zijn afspraken gemaakt om regionale opgaven integraal aan te pakken.  Dit geeft een stevige impuls aan het versterken van onze groene, duurzame en inclusieve economie en daarmee een goed vestigingsklimaat.

Een extra focus in de ontwikkeling van de speerpuntsectoren zorg en recreatie/toerisme. Met aandacht voor onderscheidende elementen daarin draagt het bij aan een goed woon- en leefklimaat en aan werkgelegenheid. De recreatiesector en de Stichting Promotie Gemeente Epe (SPGE) werken aan de online en offline zichtbaarheid van het profiel ‘100% wildgarantie’.

9 | Decentralisaties sociaal domein

9.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 9.1 Inleiding

De gemeente is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet, de Participatiewet en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. In 2015 kwamen door de decentralisaties in het sociale domein meer taken terecht bij de gemeenten en werden de daarmee gemoeide budgetten voor de overheveling gekort. Gemeenten moeten met minder geld de zorg- en ondersteuningstaken uitvoeren. De genoemde taken zijn inmiddels ingeregeld binnen de gemeente Epe en met behulp van de transformatieagenda en het integraal beleidsplan voor het Sociale Domein 2019 e.v wordt doorlopend gekeken hoe de uitvoering verbeterd kan worden. Daarbij ligt de nadruk op meer algemene voorzieningen voor alle inwoners van Epe, op preventie en op zorg dicht bij huis die aansluit op wat inwoners nodig hebben en op uitvoering van de genoemde taken binnen de beschikbare middelen. Om de transformatie daadwerkelijk te realiseren heeft de gemeente extra financiële middelen ingezet. Daarmee is onder andere de doorontwikkeling van de algemene voorziening Buurtpunten gefinancierd en wordt uitvoering gegeven aan het in 2020 opgestarte project ‘grip op zorg’.

9.3 Beleid gericht op uitvoering taken sociaal domein

Terug naar navigatie - 9.3 Beleid gericht op uitvoering taken sociaal domein

Gemeenten hebben vanuit het Rijk de opdracht gekregen om de Wmo, Jeugdwet en Participatiewet uit te voeren en ondersteuning en zorg dichtbij inwoners te organiseren. Het is daarbij belangrijk dat zorg en ondersteuning aansluiten bij de individuele wensen en behoeften van inwoners en dat er oog is voor maatwerk.

In 2016 is gestart met de transformatie. Daarmee wordt bedoeld dat we de ondersteuning voor inwoners die dit nodig hebben fundamenteel anders inrichten. Het doel van deze transformatie voor Epe is: om de zelfredzaamheid te vergroten en zodat alle inwoners kunnen meedoen. De transformatie wordt vormgegeven samen met onze inwoners en uitvoeringspartners. Hiervoor is een transformatieagenda opgesteld, gericht op innovatief aanbod, integrale toegang en gebiedsgericht werken. Centraal in de drie decentralisaties staat: één gezin, één plan, één regisseur.

De gemeente Epe hanteert de Sociale Agenda voor de toekomst als kader voor al het sociaal beleid, inclusief de drie decentralisaties.

9.3.1 Wmo

Terug naar navigatie - 9.3.1 Wmo

De gemeente biedt ondersteuning voor inwoners voor wie meedoen niet vanzelfsprekend is (Wmo, Jeugdwet, Participatiewet). Dit doen wij op de volgende manier:

  • het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van inwoners met een beperking of chronische, psychische of psychosociale problemen;
  • het bevorderen van de sociale samenhang, mantelzorg, vrijwilligerswerk en het voorkomen van huiselijk geweld;
  • het bieden van opvang (maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, beschermd wonen en verslavingszorg).

Onze belangrijkste opgave is de transformatie: samen met onze uitvoeringspartners de mensen centraal zetten en integraal werken. Dit doen wij met het doel om de zelfredzaamheid te vergroten en zodat alle inwoners kunnen meedoen.

Wat hebben we gedaan in 2020?

De activiteiten in het kader van Wmo zijn in programma 3 benoemd. De activiteiten richten zich op het bieden van individuele en groepsbegeleiding, kortdurend verblijf/logeeropvang en beschermd wonen. Uitgangspunten hierbij zijn dat: zorg en ondersteuning dichtbij inwoners is georganiseerd, er keuzevrijheid is in het ondersteuningsaanbod, de eigen regie en zelfredzaamheid van inwoners wordt versterkt en de financiën beheersbaar blijven. In 2020 hebben we onder andere het volgende gedaan:

  • De uitbraak van COVID-19 (Corona) eind februari 2020 heeft een enorme impact op ons allemaal. Dit raakt ook veel beleidsterreinen van onze organisatie waaronder de Wmo. Specifieke aandacht vanuit de rol van de gemeente is uitgegaan naar het organiseren van zorgcontinuïteit en het aanbieden van alternatieve zorg;
  • Uitvoeren van het Actieprogramma Sociaal Domein 2019-2022 (jaar 2020), die voortvloeit uit het beleidsplan Sociaal Domein ‘Samen meedoen mogelijk maken’ 2019-2022.
  • Voortzetten van het huidige Wmo-beleid, in combinatie met het evalueren en oprichten van algemene voorzieningen, zoals de Scootmobielpool, de Buurtpunten en de Was- & Strijkservice;
  • Voortzetten, evalueren en waar nodig bijsturen van de raamovereenkomst voor de individuele maatwerkvoorzieningen voor Jeugd, Wmo en Beschermd Wonen;
  • Uitvoeren van de Transformatieagenda Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen door uitvoering te geven aan het regionale en lokale Jaarwerkplan.
  • Uitvoeren van de uitvoeringsagenda ‘Samen tegen huiselijk geweld 2020 t/m 2023’ samen met het beleidsterrein Jeugd. De regiovisie ‘Samen tegen huiselijk geweld 2020 t/m 2023’ is vastgesteld.;
  • Doorontwikkelen van de monitoring gericht op de financiële en inhoudelijke uitvoering en de uitkomsten en bevindingen vertalen naar beleidskeuzes binnen het project ‘Grip op zorg’;
  • Uitvoeren van een plan voor het ondersteunen van jonge mantelzorgers en het uitreiken van een waardering voor jonge mantelzorgers.

9.3.2 Jeugdzorg

Terug naar navigatie - 9.3.2 Jeugdzorg

Vanaf 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp zoals die geboden werden door de provinciale jeugdzorg, de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen (J-GGz) en de zorg voor jeugdigen met een (licht) verstandelijke beperking (J-LVB). Omdat de gemeente dicht bij de inwoner staat, kan zorg en ondersteuning voor een inwoner goed georganiseerd worden.  In Epe doen we dat door de regie van inwoners te versterken, preventief te werken en ondersteuning dichtbij te organiseren. 

Een deel van de jeugdhulp wordt lokaal georganiseerd, een deel regionaal met de regio Midden-IJssel/Oost-Veluwe (Apeldoorn, Brummen, Epe, Hattem, Heerde, Lochem, Voorst en Zutphen). Uitgangspunt is: lokaal wat lokaal kan, regionaal wat moet. De regie op de uitvoering ligt op lokaal niveau.

Wat waren de ambities voor 2020?
De activiteiten in het kader van jeugdzorg zijn in programma 1 benoemd. Er is een integraal beleidsplan opgesteld 'Samen Meedoen Mogelijk Maken', lopend van 2019-2022. Op basis hiervan is een actieprogramma opgesteld voor de periode 2019-2022. Jaarlijks wordt deze bijgesteld. De activiteiten komen voort uit de regionale afspraken die betrekking hebben op de aansturing en organisatie van de inkoop van individuele voorzieningen voor Jeugd en de maatwerkvoorzieningen WMO -daarbij ook horend kwaliteitscontrole, toezicht, accountmanagement/contractmanagement, monitoring en resultaatsturing- en transformatie opgaven jeugd. Daaraan toegevoegd gaat het om lokale activiteiten gericht op preventie, ontwikkeling van de toegang, de verbinding met het onderwijs en de huisartsen.

Wat hebben we bereikt in 2020?

Geplande activiteiten Uitgevoerd in 2020
Contract regionale maatwerkvoorzieningen jeugd en wmo (bw/mo) wordt met 2 jaar verlengd. Vanaf 1-1-2019 was er een raamovereenkomst van kracht met een looptijd van 2 jaar. Deze is verlengd. Er is een begin gemaakt om 8 maatregelen verder uit te werken die meer sturing kunnen geven aan de transformatie opgave binnen de huidige raamovereenkomst. In 2021 wordt besloten of de uitgewerkte maatregelen ingevoerd gaan worden per 2022.

Verbinding CJG-huisartsen. De GZ-psycholoog werkt vanuit het CJG om de verbinding met de huisartsen te leggen. Er is in 2019 meer capaciteit gecreëerd, zodat alle huisartsen in de gemeente Epe goed bediend kunnen worden. In 2020 is deze samenwerking vervolgd.
Transformatie opgave: kinderen zo thuis mogelijk laten opgroeien.

Er zijn regionaal een aantal pilots gestart om hier vorm aan te geven. Te denken valt aan:

- Pleegzorg maatwerk GGZ, waarbij een pleegzorgorganisatie de samenwerking met een sGGZ zorgaanbieder heeft gezocht om voor kinderen met een complexe problematiek een zo gewoon mogelijk gezin te vinden om in op te groeien als dat thuis niet lukt. 

- Kindgericht werven, waarbij een pleegzorgorganisatie op zoek gaat naar een uniek pleeggezin voor een specifiek kind (in het brede netwerk zoeken naar mogelijkheden).

- Shelter, een time-out voorzieningen voor gezinnen waar het kind al ambulante zorg ontvangt, om uithuisplaatsingen of gedwongen opnamen te voorkomen.

Daarnaast is er wederom een pleegzorgcampagne gehouden om meer pleegouders te werven, zodat jongeren/kinderen dichter bij huis opgevangen kunnen worden.

Transformatie opgave: kwetsbare jongeren beter op weg helpen zelfstandig te worden.

Team ED (ervaringsdeskundigen) is verder doorontwikkeld; er is meer bekendheid gekomen voor de ervaringsdeskundigen. 

Verder zijn er regionaal een aantal pilots gestart om het pedagogische klimaat te verbeteren, in samenwerking met onderwijs. Vanuit Epe houden we de ontwikkelingen in de gaten en onderzoeken we wat we eventueel ook in onze eigen gemeente kunnen inzetten. Lokaal wordt de verbinding met het onderwijs, welzijn en kindvoorzieningen verdiept in het project Duurzame Kindvoorzieningen. Onderdeel daarvan is het vormgeven van een 'expertisecentrum' om doorgaande leer- en zorglijnen te realiseren. In 2021 worden lokale pilots vormgegeven.  

Monitoring/Grip op Zorg Vanuit Grip op Zorg is onderzocht hoe we op korte en (middel)lange termijn geld kunnen besparen om weer binnen de Sociaal Domein begroting te blijven. Dit heeft geleid tot 3 ombuigvoorstellen jeugd die vanaf 2021 geïmplementeerd worden. 

Het klanttevredenheidsonderzoek voor Jeugd is uitgevoerd. Dit bestond uit een schriftelijke enquête en diepte interviews.
Voorliggende voorzieningen. Het project Steunouder, waarin vrijwilligers hulp bieden aan ouders en/of kinderen die een (hulp)vraag hebben, is geëvalueerd en kan de komende jaren gecontinueerd worden. Het uitgangspunt hierbij is dat er in een gezin (tijdelijk) iets niet als vanzelf gaat en het gezin hierbij ondersteuning nodig heeft. 

De extra uren schoolmaatschappelijk werk die de afgelopen jaren zijn ingezet om zorg en ondersteuning zo preventief mogelijk in te zetten in de leefomgeving van de jongere, wordt met twee jaar gecontinueerd.

De omgangsregeling van Humanitas is ingezet (complexe scheidingsproblematiek).


Verbinding onderwijs en jeugdzorg.

In februari 2020 is een dag georganiseerd voor zowel het onderwijs, de opvang, het welzijnswerk en het CJG om tot concrete plannen te komen om de samenwerking te versterken. 

Vanuit het project Duurzame Kindvoorzieningen is er twee maandelijk overleg geweest met schoolbesturen, het CJG, de welzijnsorganisatie Koppel/SWOE en kinderopvangorganisatie KOM. Dit om doorgaande leer- en zorglijnen te realiseren binnen gemeente Epe. 

Er is een regionale bijeenkomst georganiseerd voor beleidsmedewerkers onderwijs en jeugdzorg om onderlinge samenwerking te verbeteren in het belang van het kind.

9.3.3 De arbeidsmarkt (Participatiewet)

Terug naar navigatie - 9.3.3 De arbeidsmarkt (Participatiewet)

Met de Participatiewet is er één regeling gekomen voor de onderkant van de arbeidsmarkt. De budgetten voor de oude doelgroep, de Wsw en voor de nieuwe doelgroep zijn samengevoegd. Bij de decentralisatie is bezuinigd op het budget voor de sociale werkvoorziening, terwijl de oud-Wsw’ers hun rechten en plichten behouden. Per arbeidsmarktregio hebben gemeenten en sociale partners de opdracht gekregen om een werkbedrijf te ontwikkelen voor het organiseren van (beschut) werken naar vermogen.

De Participatiewet moet leiden tot meer participatie, meer gerichte en effectieve inzet van budgetten en besparing van kosten. Er is minder geld beschikbaar om een uitkeringsgerechtigde naar werk toe te kunnen leiden. Dit is merkbaar voor partners als bedrijven, onderwijs- en zorginstellingen. Uitdaging is om op een houdbare manier met deze financiële opgave om te gaan. 

Wat hebben we gedaan in 2020?
De activiteiten in het kader van Participatiewet zijn in programma 10 benoemd. De uitgangspunten uit de Kadernota Participatiewet zijn verder uitgewerkt in de Verordening Participatiewet en in beleidsregels. 

In 2020 hebben we onder andere het volgende gedaan*: 

  • Verhogen van het uitstroompercentage participatiewet (voormalig WWB, voormalig WSW en jonggehandicapten):
    a. Er zijn prestatieafspraken gemaakt met Werkbedrijf Lucrato over de uitstroom.
    b. Er zijn baanafspraken gerealiseerd met werkgevers en maatschappelijke organisaties voor de Eper doelgroep samen met FactorWerk.
    c. Er zijn projecten gestart gericht op extra inzet bij het activeren van mensen die al langere tijd een uitkering ontvangen.
  • Voortzetten van het huidige participatiebeleid en armoede- en schuldenbeleid waaronder het in stand houden en versterken van de toegang van de gemeentelijke minimaregelingen: meedoenregeling, schoolfonds en het kindpakket;
  • Uitvoering geven aan de verzamelverordening en verzamelbeleidsregels voor de Participatiewet;
  • Het realiseren van baanafspraken voor de Eper doelgroep door zowel regionale (op arbeidsmarktregio niveau via Factor Werk) als lokale samenwerking vorm te geven met werkgevers;
  • Doorontwikkelen van de uitvoeringsorganisaties voor de Participatiewet en de oud-Wsw’ers gericht op de transformatie;
  • Er is intensiever ingezet op de doelgroep statushouders binnen het zittend uitkeringsbestand door de integrale aanpak van de WerkClub.
  • Afronding van het drie jarige vertrouwensexperiment ‘Zelf aan het stuur op maat’ (voorheen Regelluw);
  • Alle inwoners met een bijstandsuitkering zijn opnieuw op de participatieladder geplaatst en voorzien van een perspectieftrede om zodoende gerichte ondersteuning te kunnen bieden met als doel inwoners te laten participeren naar vermogen;
  • Vervolg geven aan de monitoring op de uitvoering (inhoud en financiën) die zowel landelijk, regionaal als lokaal wordt vormgegeven.

*door de coronacrisis en de RIVM-maatregelen is een aantal in te zetten instrumenten uitgesteld, zoals de empowerment voor vrouwen, jobcoaching voor doelgroepregisterkandidaten en fysieke bijeenkomsten zoals het Meet & Greet evenement en vacaturegroepen.

9.4 Financiën en risico's

Terug naar navigatie - 9.4 Financiën en risico's

Wat zijn de financiële effecten van de drie decentralisaties?
Tot 2019 kregen gemeenten via integratie-uitkeringen de middelen beschikbaar voor de Participatiewet, Wmo-begeleiding en de Jeugdwet. In 2019 zijn de integratie-uitkeringen voor Wmo-begeleiding, Wmo-huishoudelijke verzorging en een deel van de Jeugdwet overgeheveld naar het algemene deel van de uitkering. Deze overheveling zorgt ervoor dat een verdeling tussen de twee uitkeringen voor Wmo niet meer te maken is. Voor de jeugdwet geld dat de middelen voor Voogdij/18+ nog wel een integratie-uitkering blijft en deze dus nog specifiek te volgen blijft. Naast de overheveling naar het algemene deel van de uitkering, was de planning dat in de meicirculaire 2020 een nieuwe herverdeling plaats zou vinden op basis van vernieuwde maatstaven. Door de uitbraak van Covid-19 is de herverdeling uitgesteld en zal deze naar verwachting ingaan per 1 januari 2022.  Deze wijziging zorgt ervoor dat de toekomstige middelen niet in te schatten zijn.

De gemeente kan dat geld naar eigen inzicht besteden, verantwoording aan het Rijk is niet nodig. De volgende bedragen (€ x 1.000) waren beschikbaar:

Taak 2020
WMO 9.597
Jeugdzorg 5.844
Arbeidsmarkt / Participatie 6.753
Totaal 22.194

 

Wat hebben we gedaan?
• Vanuit de transformatieagenda en de daarvoor beschikbaar gestelde middelen is gewerkt aan de verschuiving van specialistische zorg en ondersteuning naar voorliggende-, algemene voorzieningen.
• Het project ‘grip op zorg’ is vastgesteld met als doel uitvoering te geven aan de ambitie om structureel €1 miljoen om te buigen binnen het sociaal domein, om ook in de toekomst binnen de beschikbare middelen te blijven. ‘Grip op zorg’ omvat 14 ombuigvoorstellen op het gebied van Wmo, Jeugd en contractmanagement.
• De raadsmonitor sociaal domein wordt twee keer per jaar aan de raad gepresenteerd. Daarnaast is er een integrale beleids- en financiële monitor die maandelijks geanalyseerd wordt en kan de Datamonitor Epe (DaME) worden gebruikt om analyses en prognoses op te stellen.
• Er is een reserve Risico’s Sociaal Domein. Daaruit worden de financiële risico’s in het sociale domein opgevangen.

10 | Covid-19

10.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 10.1 Inleiding

De coronacrisis heeft een grote impact op de samenleving. Dat zal nog wel enige tijd merkbaar blijven. De gemeente Epe wil de maatschappelijke effecten van de coronacrisis zoveel mogelijk bestrijden.
In 2020 zijn financiële middelen ingezet voor de kosten van maatregelen in de acute en overbruggingsfase als gevolg van de coronacrisis. Bij de vaststelling van de begroting 2021 in november 2020 heeft de gemeenteraad een bedrag van €5,4 miljoen beschikbaar gesteld voor de benodigde maatregelen in de komende periode. De gemeente ontvangt ook financiële ondersteuning van de rijksoverheid en de provincie.
In deze paragraaf volgt een integraal beeld van de beleidsmatige en financiële inzet vanuit doelen en uitgangspunten naar een daarop afgestemde uitwerking van maatregelen.

10.2 Doel

Terug naar navigatie - 10.2 Doel

Het gemeentelijke doel is te investeren om de ongewenste maatschappelijke effecten van de coronacrisis op lokale activiteiten te beperken danwel tegen te gaan. Daartoe in 2021 en 2022 maatregelen in te zetten gericht op de fase van overbruggen van de periode met coronabeperkingen en de eerste stappen in de fase van herstel en stimuleren.
De gemeente zet zich met name in op het sociaal maatschappelijk en economisch terrein waar de impact het grootst is.

10.3 Uitgangspunten

Terug naar navigatie - 10.3 Uitgangspunten

Het zal niet mogelijk zijn om als gemeente in te gaan op alle effecten van deze crisis. Keuzes zijn nodig waar ondersteuning te bieden, welke organisaties en doelgroepen dat zijn. Dit rekening houdend met wat voor de gemeente te dragen is. De volgende uitgangspunten gelden daarbij:

  1. De maatregelen zijn aanvullend op regelingen en maatregelen van het Rijk en andere regelingen.
  2. De compensatiebudgetten vanuit het Rijk worden ingezet conform het doel met daar waar mogelijk en wenselijk een lokale invulling.
  3. De maatregelen richten zich op de middellange termijn, zijnde de jaren 2021 en 2022. De maatregelen bieden geen zekerheid, garantie of doorkijk voor daarna.
  4. De maatregelen richten zich op specifieke doelgroepen en organisaties en niet op het totaal aan organisaties in de gemeente.
  5. Per doelgroep gelden niet alleen de regelingen van het Rijk en de provincie, maar ook wat andere partijen (kunnen) doen zoals banken, vastgoedeigenaren en de bedrijven, organisaties en instellingen zelf.
  6. De maatregelen zijn tijdelijk, direct uitvoerbaar, geven op korte termijn effect.
  7. Maatregelen en investeringen sluiten zoveel als mogelijk aan bij het collegeprogramma en actueel bestaand beleid.

10.4 Maatschappelijke effecten

Terug naar navigatie - 10.4 Maatschappelijke effecten

De gemeentelijke inzet richt zich op het sociaal maatschappelijk en economisch domein. Per domein is een aantal beleidsterreinen geformuleerd voortkomend uit het doel, de uitgangspunten en de lokale situatie.

Sociaal maatschappelijk
De gemeentelijke inzet is gericht op:

  • het voortbestaan en de continuïteit van een organisatie of van sociaal-maatschappelijke structuren, die onmisbaar zijn in onze gemeente.
  • toekomstbestendigheid, levensvatbaarheid en ondersteuning voor een korte periode (2021-2022).
  • het ondersteunen van mensen in een kwetsbare situatie en bij te dragen aan verbinding in de samenleving.

De maatregelen richten zich op de volgende drie beleidsterreinen:

  1. Zorg en ondersteuning (Jeugdzorg, WMO): Bieden van continuïteit van zorg.
    De gemeentelijke budgetten voor zorg en ondersteuning, waar nodig de komende twee jaar verhogen (geraamd bedrag: € 1.666.000 (voor gehele periode))
  2. Welzijn, sport en cultuur (gesubsidieerde gemeentelijke instellingen): Financieel bijdragen in de stijgende kosten als gevolg van de corona-crisis. 
    Instellingen (dorpshuizen, sportcentra, bibliotheek etc.) met een exploitatie/instandhouding subsidie: gedeeltelijke compensatie van de stijging van het exploitatietekort (geraamd bedrag: € 520.000 (voor gehele periode))
  3. Leefbaarheid (verbinding in de samenleving): Impuls geven aan sociale cohesie in de dorpen.
    Stimuleringsfonds welzijn, zorg, sport en cultuur (geraamd bedrag: € 330.000).

 

Economisch
De gemeentelijke inzet is gericht op:

  • ondersteunen van ondernemers en bedrijven aanvullend op het rijksbeleid faciliteren.
  • bij te dragen aan meer economische activiteiten in de lokale samenleving door extra te gaan investeren, voor zover het bijdraagt aan het beperken danwel tegengaan van ongewenste maatschappelijke effecten als gevolg van de coronacrisis.
  • zoveel mogelijk lokale ondernemers en bedrijven te betrekken bij diverse werken en diensten van de gemeente, maar binnen de grenzen die de regelgeving voor aanbesteden daarvoor stelt.

De maatregelen richten zich op de volgende drie beleidsterreinen.

  1. Lokale economie: Faciliteren en ondersteunen van lokale ondernemers en bedrijven.
    • Incidenteel budget voor extra uitvoeringskosten accountmanagement economie (geraamd bedrag: € 80.000 (voor gehele periode))
    • Incidenteel budget voor extra uitvoeringskosten voor versnelling woningbouwprogramma (geraamd bedrag: € 240.000 (voor gehele periode))
    • Stimuleringsfonds voor versnelde uitvoering actieprogramma economische visie (geraamd bedrag: € 100.000)

  2. Investeren en stimuleren: Stimuleren economische activiteiten met multiplier effect.
    Stimuleringsfonds voor versnelling investeringen gericht op versterking lokale economie en kwaliteitsverbetering toerisme (geraamd bedrag: € 1.400.000).

  3. Participatie en armoedebestrijding (werkgelegenheid, armoede- en minimabeleid, schuldhulpverlening): Voldoende ondersteuning kunnen bieden in de vorm van bijstandsuitkering, bijzondere bijstand, en schuldhulpverlening.
    • Faciliteren van aanvullende maatregelen ten behoeve van het beleidsterrein werk en inkomen. (geraamd bedrag: € 769.000 (voor gehele periode))
    • De betreffende gemeentelijke budgetten, waar nodig de komende twee jaar verhogen (geraamd bedrag: € 1.144.000 (voor gehele periode))
    • Stimuleringsfonds voor ondersteuning/begeleiding van ondernemers in relatie tot schuldenproblematiek (geraamd bedrag: € 250.000)

 

10.5 Financiële verantwoording over 2020

Terug naar navigatie - 10.5 Financiële verantwoording over 2020

In de derde coronarapportage behandeld in de raad in februari 2021 is gerapporteerd over de verwachte uitgaven ten aanzien van corona over 2020. De financiële gevolgen van corona worden transparant gemaakt in deze verantwoording, waarbij de werkelijkheid is afgezet tegen de verwachting.

Omschrijving 3e coronarapportage 2020 Werkelijk 2020 Verschil (+positief / - negatief)
Pijler Bestuur en organisatie
Precario belasting; minder inkomsten (markt, terrassen) 16.100 30.000 -13.900
Toeristenbelasting; minder inkomsten 63.000 103.000 -40.000
Communicatie, P&O; extra personele kosten 89.000 78.700 10.300
Zaakgericht werken; extra personele kosten 10.000 - 10.000
Opleidingen; extra kosten 27.500 26.700 800
Facilitaire zaken gemeentehuis 15.000 13.200 1.800
Inwonerparticipatie; extra kosten 15.000 8.800 6.200
Burgerzaken; restitutie leges en kosten inhaalvraag 6.250 500 5.750
Administratieve/personele lasten projectgroep corona 12.000 2.500 9.500
Pijler Sociaal
Peuterspeelzaalwerk; terugbetaling ouderbijdrage 11.000 11.000 -
Eigen bijdrage WMO; inkomsten derving 57.500 55.600 1.900
Plus OV/vervoerders; meerkosten corona protocol 10.000 5.400 4.600
Evenementen; leges 6.000 6.300 -300
Extra inzet/personele capaciteit team leefbaar 20.000 35.900 -15.900
Extra inzet/personeel OOV 86.000 70.000 16.000
Schuldhulpverlening:
- extra capaciteit team SHV 21.000 - 21.000
- hogere uitvoeringskosten o.b.v. DVO Apeldoorn 15.000 - 15.000
Minimaregelingen; stijging aantal aanvragen 40.000 - 40.000
Lucrato; daling omzetten/stijging nadelig saldo 321.000 321.000 -
Uitvoeringskosten Activerium DVO Apeldoorn 5.000 - 5.000
Buig; toename aantal uitkeringen 135.000 - 135.000
Voedselbank: Extra kosten i.v.m. corona protocol p.m. 1.000 -1.000
Voedselbank: Toename vraag/afname p.m. - -
Over Rood; meer aanvragen 3.500 - 3.500
Kinderopvang; extra kosten op diverse terreinen (noodopvang) 44.000 - 44.000
Basismobiliteit; vervallen eigen bijdrage 1.300 1.000 300
Cultuur; oranje verenigingen, kunsthuizen, exposities, e.d. p.m. - -
Cultuur; muziekverenigingen, koren e.d. p.m. - -
Cultuurplein Noord Veluwe 12.700 - 12.700
Cultuur; Veluws museum Hagedoorns Plaatse 5.500 5.300 200
Sport; PWA hal 15.000 - 15.000
Multifunctionele accommodaties:
- Koekoek/Wieken 200.000 146.000 54.000
- Kulturhus Epe/EGW 45.000 45.000 -
- Hezebrink 12.000 45.000 -33.000
Verian:
- Hogere kosten maatschappelijk werk: p.m. - -
- Extra inzet personeel voor bron- en contact onderzoek: 8.000 - 8.000
Welzijn: Stichting Present; actie kerst met een missie 2.500 2.200 300
Pijler Ruimte en economie
Afdeling Ruimte; extra inzet personeel 65.000 54.600 10.400
Afdeling Ruimte; productiviteitsverlies, vertraging in projecten o.a. omgevingswet 20.000 3.400 16.600
(Ver)huur accommodaties; derving inkomsten extra huur 12.900 22.200 -9.300
Inrichting openbare ruimte diverse maatregelen 79.500 57.700 21.800
Grondstoffenplan; extra kosten webinar 5.000 - 5.000
Duurzaamheid; extra kosten communicatie en participatie 5.000 - 5.000
Omgevingsvisie; extra kosten participatie en communicatie 25.000 16.000 9.000
Energieloket; kosten ontwikkelen digitale werkvormen 10.000 - 10.000
Afvalverwerking; hogere kosten inzameling papier & grof afval 16.000 20.100 -4.100
Totaalsaldo acute- overbruggings- en herstelkosten (incl. afronding) 1.569.250 1.190.615 378.635
Totaalsaldo inkomsten 1.642.250 1.444.350 -197.900
Saldo beschikbaar als stortingsvoorstel in reserve herstel- en stimuleringsagenda coronacrisis 253.735

 

Toelichting op verschillen in de kosten en inkomsten:

  • Voor de BUIG was door corona een toename verwacht in het aantal uitkeringen van 135k. De inkomsten voor BUIG stijgen evenredig aan de uitgaven. Deze ontwikkeling heeft zich niet voorgedaan in 2020, waardoor de kosten en de inkomsten 135k lager zijn dan voorzien in de 3e coronarapportage.
  • De inkomsten zijn naast de minder inkomsten op basis van de uitgaven BUIG ook 49k lager dan ingeschat, omdat de hoogte van de compensatie afvalverwerking en de provinciale bijdrage t.b.v. dorpshuizen nog onzeker zijn.
  • In de Pijler Bestuur zijn de inkomsten voor precariobelasting en toeristenbelasting nog lager geweest dan voorzien in de 3e coronarapportage. De aanhoudende maatregelen hebben minder toeristen naar Epe gebracht en tot 1 juni heeft de markt geen inkomsten opgeleverd. De rest van het jaar is de bezetting op de markt lager geweest dan gebruikelijk. Gezamenlijk betekent dit een extra nadeel van 54k.
  • Bij minimabeleid en schuldhulpverlening was een hogere toestroom voorzien. De steunmaatregelen van het Rijk hebben er waarschijnlijk aan bijgedragen dat (nog) geen sprake is van meer hulpvragen. Dit zorgt voor een voordeel van 76k.
  • De noodopvang voor kinderen van ouders in cruciale beroepen heeft niet geleid tot extra kosten in Epe. Dit levert een voordeel op van 44k.
  • Voor instellingen met instandhoudingssubsidies van de gemeente was rekening gehouden met een aanvullende bijdrage om het negatief resultaat te ondervangen. Op basis van de jaarrekeningresultaten van die organisaties is de bijdrage over het geheel genomen 49k minder hoog dan begroot.
  • Over alle pijlers genomen zijn de personele kosten 57k lager dan verwacht in de 3e coronarapportage. De personele middelen zijn zo efficiënt mogelijk ingezet en gecombineerd met bestaande personele budgetten.


Bij het vaststellen van het Beleidskader Herstel- en stimuleringsagenda coronacrisis (vastgesteld door de raad in februari 2021) is het uitgangspunt dat de beschikbare middelen van rijk en provincie, samen met de gemeentelijke middelen, worden ingezet voor de uitvoering van het beleidskader. In 2020 zijn niet alle beschikbare middelen besteed, waardoor deze nu onderdeel uitmaken van het resultaat van de jaarrekening. Het gaat om een bedrag van € 254.000. Om deze toch beschikbaar te houden voor uitvoering van het beleidskader, wordt bij het voorstel tot bestemming van het resultaat aan de raad voorgesteld om dit deel van het positieve saldo van de jaarrekening toe te voegen aan de reserve herstel- en stimuleringsagenda.