In de uiteenzetting van de financiële positie worden de consequenties opgenomen van het beleid dat in de begroting is opgenomen.
De volgende onderwerpen komen aan de orde:
- Financiële gevolgen van het bestaande beleid, voortzetting van beleid uit de vorige meerjarenbegroting en nieuw beleid, zoals in de programma’s opgenomen
- Vrijkomende eenmalige middelen
- Investeringen (economisch / maatschappelijk nut)
- Investeringen (vervanging / uitbreiding)
- Financiering
- Stand en verloop reserves en voorzieningen
- Geprognosticeerde begin- en eindbalans
- EMU-Saldo
- Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen
Financiële gevolgen bestaand beleid, voortzetting beleid vorige meerjarenbegroting, zoals in de programma’s opgenomen
De uitkomst van de jaarlijkse afweging in het kader van het begrotingsproces, is samengevat in het volgende overzicht van de cumulatieve ontwikkeling van lasten en baten. Voor een gedetailleerd overzicht wordt verwezen naar de bijlagen bij deze begroting.
bedragen x € 1.000
|
2022
|
2023
|
2024
|
2025
|
Bestaand beleid (budgetprognose)
|
2.686
|
2.139
|
2.050
|
1.970
|
Dekkingsmogelijkheden
|
17
|
17
|
17
|
17
|
Voortzetting beleid vorige meerjarenbegroting (incl. dekking)
|
0
|
0
|
0
|
0
|
Reeds geplande projecten/ Investeringen (uit vorige meerjareninvesteringsplan)
|
-2
|
-2
|
-2
|
-2
|
Nieuw beleid deze meerjarenbegroting
|
-2.697
|
-2.135
|
-2.052
|
-1.980
|
Nieuwe investeringen
|
0
|
0
|
0
|
0
|
Saldo meerjarenbegroting
|
4
|
19
|
13
|
5
|
Vrijkomende eenmalige middelen
De volgende reserves bevatten een surplus dat binnen de begroting wordt ingezet voor incidentele uitgaven:
Reserve
|
Vrijkomend bedrag in euro
|
Risico’s sociaal domeinrisico’s sociaal domein
|
1.559.000
|
BUIG
|
919.800
|
Participatie
|
973.400
|
Eenmalige middelen
|
135.800
|
Hondenbelasting
|
5.000
|
Restantbudgetten 2020
|
47.000
|
Totaal
|
3.640.000
|
Investeringen
Dit onderdeel bevat een totaal overzicht van de investeringen die de gemeente gepland heeft in het meerjareninvesteringsplan 2022-2025. Voor een gedetailleerd overzicht wordt verwezen naar de bijlagen bij deze begroting. Het hier gegeven inzicht is een onderverdeling naar investeringen met een economisch nut en investeringen met een maatschappelijk nut en daarnaast naar vervangingsinvesteringen en uitbreidingsinvesteringen op basis van de verwachte (geïndexeerde) uitgaven.
Alle investeringen moeten verplicht geactiveerd en afgeschreven worden over de verwachte levensduur. De kosten daarvan (de kapitaallasten) worden in de lasten opgenomen. Als er sprake is van financiering vanuit eenmalig beschikbare middelen of reserves, dan vindt jaarlijks een structurele onttrekking plaats aan een daartoe gevormde kapitaallastenreserve ter grootte van de kapitaallasten. Hierdoor heeft het opnemen van kapitaallasten van een investering die gedekt wordt uit reserves of eenmalige middelen geen effect op het saldo van de begroting.
Bedragen x € 1.000
Investeringsbedragen
|
2022
|
2023
|
2024
|
2025
|
Economisch nut
|
2.089
|
2.793
|
2.024
|
2.984
|
Maatschappelijk nut
|
32
|
281
|
-
|
-
|
|
Vervangingsinvesteringen
|
2.121
|
3.074
|
2.024
|
2.984
|
Uitbreidingsinvesteringen
|
-
|
-
|
-
|
-
|
Totale investeringen
|
2.121
|
3.074
|
2.024
|
2.984
|
Financiering
Hiervoor wordt verwezen naar de Paragraaf Financiering.
Stand en verloop reserves en voorzieningen
Voor het verloop van de reserves en voorzieningen wordt verwezen naar de bijlagen bij deze begroting.
Geprognosticeerde begin- en eindbalans
Dit onderdeel bevat de verwachte begin- en eindbalans over het begrotingsjaar 2022 en de drie daaropvolgende jaren.
bedragen in € 1.000
Activa
|
balans
2020
|
Geprognosticeerde balans per ultimo
|
2021
|
2022
|
2023
|
2024
|
2025
|
(im)Materiële vast activa
|
59.830 |
59.742 |
60.394 |
59.058 |
56.676 |
53.801 |
Financiële vaste activa: Kapitaalverstrekking
|
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Financiële vaste activa: Leningen
|
5.128 |
5.128 |
5.128 |
5.128 |
5.128 |
5.128 |
Financiële vaste activa: Uitzettingen > 1 jaar |
194 |
194 |
194 |
194 |
194 |
194 |
Totaal Vaste Activa |
65.152 |
65.064 |
65.716 |
64.380 |
61.998 |
59.123 |
|
Voorraden: Onderhanden werk en overige grond- en hulpstoffen
|
-319 |
-319 |
-319 |
-319 |
-319 |
-319 |
Voorraden: Gereed product en handelsgoederen en vooruitbetalingen
|
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Uitzettingen korter 1 jaar
|
3.888 |
3.292 |
3.292 |
3.292 |
3.292 |
3.292 |
Liquide middelen
|
79 |
79 |
79 |
79 |
79 |
79 |
Overlopende activa
|
11.581 |
11.581 |
11.581 |
11.581 |
11.581 |
11.581 |
Totaal Vlottende Activa |
15.229 |
14.633 |
14.633 |
14.633 |
14.633 |
14.633 |
|
Totaal activa
|
80.381 |
79.697 |
80.349 |
79.013 |
76.631 |
73.756 |
Passiva
|
Balans
2020
|
Geprognosticeerde balans per ultimo |
2021
|
2022
|
2023
|
2024
|
2025
|
Eigen vermogen
|
60.999
|
52.356 |
49.024 |
48.104 |
47.657 |
47.455 |
Voorzieningen
|
9.261
|
8.699 |
8.587 |
8.278 |
8.375 |
8.094 |
Vaste schulden
|
-
|
- |
9.466 |
9.359 |
7.327 |
4.935 |
Totaal Vaste Passiva |
70.260 |
61.055 |
67.077 |
65.741 |
63.359 |
60.484 |
|
Vlottende schulden
|
4.849
|
13.370 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
Overlopende passiva
|
5.272
|
5.272 |
5.272 |
5.272 |
5.272 |
5.272 |
Totaal Vlottende Passiva |
10.121 |
18.642 |
13.272 |
13.272 |
13.272 |
13.272 |
|
Totaal passiva
|
80.381
|
79.697 |
80.349 |
79.013 |
76.631 |
73.756 |
EMU-saldo
Dit onderdeel bevat het verwachte EMU-saldo over het begrotingsjaar 2022 en de drie daaropvolgende jaren, gebaseerd op de voorgaande geprognosticeerde balans. Het EMU-saldo geeft de mutatie in het saldo van de activa en passiva van de collectieve sector weer.
bedragen in € 1.000
|
2021
|
2022
|
2023
|
2024
|
2025
|
Mutaties in het jaar
|
Activa
|
Financiële vaste activa
|
kapitaal-verstrekkingen
|
-
|
-
|
-
|
-
|
-
|
Uitzettingen
|
-
|
-
|
-
|
-
|
-
|
Vlottende activa
|
Uitzettingen
|
-596
|
-
|
-
|
-
|
-
|
Liquide middelen
|
-
|
-
|
-
|
-
|
-
|
Overlopende passiva
|
-
|
-
|
-
|
-
|
-
|
Passiva |
Vaste passiva
|
Vaste schuld
|
-
|
-9.466
|
107
|
2.032
|
2.392
|
Vlottende passiva
|
Vlottende schuld
|
-8.521
|
5.370
|
-
|
-
|
-
|
Overlopende passiva
|
-
|
-
|
-
|
-
|
-
|
EMU-saldo
|
-9.117
|
-4.096
|
107
|
2.032
|
2.392
|
EMU-saldo referentiewaarde
|
-3.228
|
-3.371
|
-3.371
|
-3.371
|
-3.371
|
Verschil
|
-5.889
|
-725
|
3.478
|
5.403
|
5.763
|
Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen
Dit onderdeel bevat de zogenoemde jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Daaronder worden verstaan de aanspraken op toekomstige uitkeringen door huidig dan wel voormalig personeel. Het Besluit Begroting en Verantwoording schrijft voor dat jaarlijkse arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume via de exploitatie moeten lopen. Als de verplichtingen niet van een vergelijkbaar volume zijn, dan moet hiervoor een voorziening worden getroffen. Toepassing van deze voorschriften leidt tot de volgende situaties:
- Salariskosten
Voor het begroten van de jaarlijkse salariskosten wordt uitgegaan van trede 10 van de functieschaal (organieke raming). De toelagen en vergoedingen worden individueel begroot.
- Wettelijke en cao verplichtingen
Medewerkers waarvan het contract niet wordt verlengd hebben recht op een WW-uitkering. Medewerkers die op grond van artikel 10 van de cao gemeenten worden ontslagen hebben doorgaans recht op een WW-uitkering en kunnen ook recht hebben op een aanvullende uitkering én een na-wettelijke uitkering, die gekoppeld is aan het recht op WW.
Vanaf 2020 bestaat ook de verplichting vanuit de wet tot het uitkeren van een transitievergoeding (met uitzondering van ontslag wegens reorganisatie en disfunctioneren). De genoemde uitkeringen worden, voor zover deze kunnen worden voorzien, in de begroting opgenomen en gedekt door een onttrekking aan de reserve organisatieontwikkeling.
- Wachtgelden en pensioenen wethouders, vanaf 2001
De wachtgelden voor gewezen wethouders worden voor het jaarlijkse bedrag in de begroting opgenomen. Voor pensioenen van wethouders is een voorziening getroffen. Op basis van de opbouw van de pensioenrechten, waarvoor jaarlijks door een extern bureau een berekening wordt gemaakt, wordt berekend in hoeverre de voorziening moet worden aangevuld.
- Wachtgelden en pensioenen wethouders voor 2001
De wachtgelden en pensioen van wethouders voor 2001 worden jaarlijks bekostigd uit een structureel daarvoor opgenomen post binnen de begroting. Hiervoor is geen voorziening getroffen. De berekening van deze pensioenen en wachtgelden, evenals de uitbetaling daarvan, is uitbesteed.
- Levensloopregeling
De levensloopregeling is een aflopende regeling die in 2021 volledig vervalt. Eind 2021 wordt het laatste tegoed verzilverd.
- Generatiepactregeling
De Generatiepactregeling van de gemeente Epe loopt van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2022. Voor deelnemende medewerkers wordt o.b.v. salaris en het gekozen arrangement een bedrag gereserveerd. Met de huidige beschikbare middelen kunnen nog enkele medewerkers deelnemen tot het einde van de looptijd van de Generatiepactregeling. Vanuit de evaluatie van de regeling kan blijken dat het wenselijk is de regeling te continueren. De verwachting is dat de Generatiepactregeling onderdeel zal worden van de nieuwe cao.
- Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) en Ziektewet (ZW)
De gemeente Epe is vanaf 1 januari 2008 eigenrisicodrager in het kader van de Wet Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Vanaf 1 januari 2017 is de gemeente ook eigen risicodrager voor de Ziektewet en WGA-flex. Daarmee is gemeente in het kader van ziekte en arbeidsongeschiktheid volledig uit het publieke stelsel gestapt. Voor het beperken van de schadelast is een verzekering met een particuliere verzekeraar afgesloten. De jaarpremie hiervoor is in de begroting opgenomen.
- Individueel Keuze Budget (IKB)
Dit is een budget dat per maand wordt opgebouwd en waarvoor de volgende bronnen worden gebruikt: de eindejaarsuitkering, de vakantie-uitkering, de levensloopbijdrage en bovenwettelijke vakantiedagen. De medewerker bepaalt gedurende het jaar zelf waar hij het budget voor in wil zetten. In de maand december wordt uitbetaald wat nog resteert in het budget en vervolgens begint met ingang van het nieuwe jaar de opbouw weer opnieuw.
- Verkoop verlofuren
Naast de koop van verlof-uren biedt het IKB ook de mogelijkheid tot verkoop van bovenwettelijke verlofuren. Dit kan tot maximaal 72 uren voor een voltijds medewerker.